Inbreng wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel

25 september 2023

Op 10 oktober kunnen Tweede Kamerleden hun vragen over het wetsvoorstel voor aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen indienen. De Unie heeft namens de waterschappen inbreng geleverd aan de leden van de commissie Infrastructuur en Waterstaat van de Tweede Kamer.

Illustratie van man die een krant leest op een stappel euro munten.

De inbreng schetst de aanleiding voor het wetsvoorstel en benadrukt het belang van een snelle behandeling ervan. Daarnaast zijn er nog 2 aandachtspunten: tariefdifferentiatie gebouwd en bestuurlijke ruimte kostenverdeling.

Tariefdifferentiatie gebouwd

Evenredigere verdeling

Het wetsvoorstel bevat een bepaling op grond waarvan waterschappen voor woningen een ander tarief kunnen hanteren dan voor bedrijfspanden. De zogenoemde tariefdifferentiatie gebouwd. Nu moeten waterschappen voor woningeigenaren en eigenaren van bedrijfspanden hetzelfde tarief gebruiken. Omdat de WOZ-waarden van woningen de afgelopen jaren echter veel harder gestegen zijn dan de WOZ-waarden van bedrijfspanden, zijn woningeigenaren een steeds groter deel van de lasten gaan dragen. Zonder dat daar meer voorzieningen van het waterschap tegenover stonden. De tariefdifferentiatie gebouwd zorgt voor een evenredigere verdeling van de lasten binnen de betalende categorie ‘eigenaren gebouwd’.

Kan-bepaling

In het wetsvoorstel is de tariefdifferentiatie vormgegeven als een verplichting, terwijl de waterschappen op dit punt een ‘kan-bepaling’ voor ogen hebben. Dan kan elk waterschap zelf de afweging maken over het al of niet toepassen van de tariefdifferentiatie. De waterschappen hechten sterk aan deze ‘kan-bepaling’, omdat elk waterschap dan de bestuurlijke keuzes kan maken die bij het eigen gebied passen.

Gemeenten hebben voor een vergelijkbare tariefdifferentiatie binnen de onroerendezaakbelasting een ‘kan-bepaling’. Daarom zien waterschappen niet in waarom gemeenten wel beleidsvrijheid hebben en zij niet. De waterschappen zien het wetsvoorstel op dit punt dan ook graag aangepast in een ‘kan-bepaling’.

Bestuurlijke ruimte kostenverdeling

Nieuwe methode

In het wetsvoorstel is een nieuwe methode opgenomen waarmee de waterschappen de kosten van hun water-systeemtaak verdelen over 4 betalende categorieën (gebruikers, gebouwd eigenaren, ongebouwd eigenaren en ongebouwd natuur eigenaren).

Op basis van gebiedskenmerken

Deze nieuwe methode gaat er vanuit dat de kosten op basis van gebiedskenmerken worden verdeeld. De methode geeft de waterschapsbesturen meer mogelijkheden om de kostenaandelen van de 4 betalende categorieën te verfijnen en af te stemmen op de specifieke kenmerken van het gebied en de taakuitoefening. Zo kan de heffing op de maat van het individuele waterschap en zijn gebied toegesneden worden. De omvang van de bestuurlijke ruimte is nodig om te voorkomen dat de invoering van de nieuwe methode tot gedwongen, ongewenste lastenverschuivingen leidt.

Ongewenste lastenverschuiving voorkomen

Om ongewenste lastenverschuivingen te voorkomen moet de omvang van de bandbreedtes van de kosten-aandelen van twee betalende categorieën (eigenaren van ongebouwde grond en van natuurterreinen) + en -/- 30% bedragen. Het wetsvoorstel beperkt deze ruimte na 2 jaar tot + en -/- 25%.

Bandbreedtes

Voor enkele waterschappen betekent dit dat zij kort na de invoering van het nieuwe stelsel ongewenste lastenverschuivingen moeten doorvoeren. Dit is een gevoelig punt, omdat de waterschappen bij het formuleren van hun voorstellen namelijk als uitgangspunt hadden dat het oplossen van het probleem bij het ene waterschap niet tot een nieuw probleem bij een ander waterschap mag leiden. De bandbreedtes van 30% vloeien voort uit dit uitgangspunt, de bandbreedtes van 25% niet.

Structureel 30%

Ook het feit dat waterschappen bij een bestuurlijke ruimte van 25% minder ruimte krijgen om in te spelen op de specifieke kenmerken van het gebied en de taakuitoefening ligt erg gevoelig. De waterschappen zien dan ook graag dat er in het wetsvoorstel structureel een bestuurlijke ruimte van + en -/- 30% wordt opgenomen.

Vervolg behandeling wetsvoorstel

Op 10 oktober leveren Kamerleden hun vragen over het wetsvoorstel in. De Unie zal deze vragen vervolgens samenvatten. De minister van Infrastructuur en Waterstaat beantwoordt de vragen waarna de Tweede Kamer kan besluiten het wetsvoorstel plenair te behandelen.

> Bekijk de volledige inbreng

Bekijk de toelichting op de aanpassing van het belastingstelsel in 3,5 minuten.

Aanpassing belastingstelsel: wetsvoorstel naar Tweede Kamer

7 september 2023

Op 7 september is het wetsvoorstel voor de aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen naar de Tweede Kamer gestuurd. Daartoe besloot de ministerraad op 1 september. Het is nog wel de vraag wanneer de behandeling van het wetsvoorstel van start gaat. Omdat het kabinet demissionair is, worden alle voorstellen die in de Kamer liggen op een weegschaal gelegd: gaat de behandeling door of wordt er gewacht tot er een nieuw kabinet gevormd is? Dit is de procedure controversieel verklaren. De waterschappen vinden het belangrijk dat de behandeling geen vertraging oploopt.



Belangrijke beslismomenten

De commissie Infrastructuur en Waterstaat van de Tweede Kamer beslist op woensdag 13 september of het wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel aangehouden wordt (controversieel) of dat de behandeling doorgaat (niet controversieel).

Aanpassing belastingstelsel moet doorgaan

De Unie van Waterschappen vindt dat het wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel niet controversieel verklaard moet worden. En dat behandeling door de Kamer dus door moet gaan. De Unie heeft daarvoor namens de waterschappen de volgende argumenten onder de aandacht gebracht van Kamerleden:

  • de urgente knelpunten in het belastingstelsel van de waterschappen moeten op zo kort mogelijke termijn worden opgelost. Dit voorkomt dat het draagvlak voor de waterschapsbelastingen vermindert. En dat er nog langer tarieven worden vastgesteld die soms niet goed uitlegbaar zijn;
  • het wetsvoorstel heeft geen noemenswaardige lastenverschuivingen tot gevolg; en
  • het wetsvoorstel geeft ruimte aan ontwikkelingen op het gebied van klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie.

> Filmpje: uitleg wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel

Raad van State adviseert over wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel waterschappen

3 juli 2023

Op 3 juli is het advies van de Raad van State op het wetsvoorstel tot aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen verschenen. De Raad van State adviseert de minister om het wetsvoorstel en de toelichting op een aantal onderdelen aan te passen of aan te vullen.

Euro en rekenmachine

Het wetsvoorstel wijzigt de watersysteemheffing, de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing. Het voorstel biedt oplossingen voor de meest urgente knelpunten. Ook geeft het mogelijkheden om het profijtbeginsel in de watersysteemheffing beter toe te passen. Hoe meer profijt een belanghebbende van het waterschap heeft, hoe meer hij betaalt. De aanpassing wordt daarnaast benut om ruimte te geven aan een aantal ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, de circulaire economie en de energietransitie.

Advies

De Raad van State adviseert de minister om het wetsvoorstel op 3 onderdelen aan te passen of aan te vullen. Het gaat om de toelichting bij de voorstellen voor de tariefdifferentiatie gebouwd, de draagvlakmeting voor wateraanvoervoorziening en aspecten van mededinging bij de levering van duurzaam opgewekte energie aan derden.

Proces

De minister van Infrastructuur en Waterstaat gaat met de opmerkingen van de Raad van State aan de slag om het wetsvoorstel en de toelichting aan te passen. Het wetsvoorstel wordt, in verband met het zomerreces, naar verwachting in september bij de Tweede Kamer ingediend. Daarna bepaalt de Tweede Kamer de procedure voor de behandeling van het wetsvoorstel. De waterschappen vinden het belangrijk dat het wetsvoorstel zo snel mogelijk wordt goedgekeurd. Zodat de wet in werking kan treden per 1 januari 2025.

Kamervragen over kwijtschelding waterschapsbelasting

23 juni 2023

Kamerleden Barbara Kathmann en Joris Thijssen (PvdA) stelden schriftelijk vragen aan de Ministers voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en van Infrastructuur en Waterstaat over kwijtschelding van de waterschapsbelasting. De Kamerleden vroegen hoe kwijtschelding geregeld is voor de lage inkomens.

Euro en rekenmachine

Bijstandsnorm

Kathmann en Thijssen vroegen of het klopt dat de waterschappen kwijtschelding kunnen verlenen aan mensen met een inkomen op bijstandsniveau. Ook vroegen ze zich af of de ministers zien dat veel mensen boven bijstandsniveau ook moeite hebben om rond te komen. De Kamerleden willen graag dat er kwijtschelding gegeven kan worden aan mensen met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm. Ze vroegen of de minister bereid is de wet hierop aan te passen.

Hulp bieden

Ook vroegen Kathmann en Thijssen aan de ministers of deze het eens zijn dat waterschappen zich sociaal moeten opstellen bij het innen van schulden. Daarnaast informeerden ze naar welke acties de waterschappen ondernemen om mensen met financiële problemen te helpen.

Bijdrage naar draagkracht

Tot slot vroegen de Kamerleden aan de ministers of ze bereid zijn om onderzoek te doen naar waterschapsbelasting naar draagkracht.

Visie waterschappen

De waterschappen zijn zich ervan bewust dat niet iedereen in staat is om de belasting te betalen. Daarom kunnen inwoners bij alle waterschappen kwijtschelding aanvragen van één of meer belastingen. Het belastingtarief dekt de kosten van de kwijtschelding. Om dit tarief voor iedereen beheersbaar te houden, zijn de waterschappen er alert op dat de kosten van de kwijtschelding niet maar blijven toenemen. Zij vinden dat er terughoudend moet worden omgegaan met voorstellen die tot een verruiming van de kwijtschelding kunnen leiden. En als zulke voorstellen worden gedaan, willen zij in ieder geval kunnen kiezen of zij de verruiming wel of niet toepassen.

> Kamervragen kwijtschelding waterschapsbelasting
> Standpunt waterschapsbelasting

Ministerraad akkoord met wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel

31 maart 2023

De ministerraad is op 31 maart akkoord gegaan met het wetsvoorstel dat de belangrijkste knelpunten in het belastingstelsel van de waterschappen oplost. Minister van Infrastructuur en Waterstaat Mark Harbers heeft het wetsvoorstel vandaag richting de Raad van State gestuurd. Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “We zijn blij dat de meest urgente knelpunten in het stelsel voortvarend worden opgepakt. Dit is een belangrijke stap om te zorgen dat de waterschapstaken ook in de toekomst op een goede en rechtvaardige manier bekostigd worden.”

Illustratie van man die een krant leest op een stappel euro munten.

Vincent Lokin: “Veilige dijken en de zorg voor voldoende en schoon oppervlaktewater zijn zo belangrijk dat altijd voldoende geld beschikbaar moet zijn voor het waterbeheer. Daarom heffen waterschappen eigen belastingen voor de kosten van ons werk. Maar op dit moment bevat het belastingstelsel een aantal urgente knelpunten. Om die op te lossen en nog enkele andere verbeteringen door te voeren, hebben we in december 2020 een voorstel ingediend bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om het belastingstelsel aan te passen. Het wetsvoorstel van minister Harbers is op deze voorstellen gebaseerd.”

Urgente knelpunten

In het wetsvoorstel worden de watersysteemheffing, de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing gewijzigd. Het voorstel biedt oplossingen voor de meest urgente knelpunten. Voor de watersysteemheffing bevat het wetsvoorstel mogelijkheden om het profijtbeginsel beter toe te passen. Dat betekent dat hoe meer profijt een belanghebbende van het waterschap heeft, hoe meer hij betaalt. Het voorstel zorgt ook voor een gelijkmatiger lastenontwikkeling.

De voorstellen om de zuiverings- en verontreinigingsheffing aan te passen hebben als doel om minder milieu- en mensbelastende stoffen te hoeven gebruiken bij het meten van de vervuiling in rioolwater. De aanpassing wordt daarnaast benut om ruimte te geven aan een aantal ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, de circulaire economie en de energietransitie.

Vervolg

Vincent Lokin: “In de consultatieversie van het wetsvoorstel herkenden we veel terug van onze voorstellen. Zodra het ontwerp aan de Raad van State is voorgelegd, wordt de actuele versie van het wetsvoorstel openbaar. Met de waterschappen zullen wij vervolgens nauwkeurig kijken hoe onze reacties op de consultatieversie zijn verwerkt.”

Naar verwachting wordt het wetsvoorstel rond de zomer van 2023 naar de Tweede Kamer gestuurd ter behandeling.

Het bericht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat: Meer mogelijkheden voor waterschappen om profijtbeginsel toe te passen en te investeren in klimaatadaptatie.
Het volledige wetsvoorstel: voorstel tot wijziging Waterschapswet en de Waterwet.
Meer informatie over: Aanpassing van het belastingstelsel.

Waterschappen investeren meer vanwege klimaatverandering

21 maart 2023

De 21 waterschappen in Nederland investeren in de periode 2023-2026 gemiddeld 2,25 miljard euro per jaar. Dit is ruim 200 miljoen euro per jaar meer dan in de periode 2022-2025. De waterschappen investeren fors als antwoord op de klimaatverandering. Dit blijkt uit de rapportage ‘Waterschapsbelastingen 2023 - Het hoe en waarom’, die op 21 maart gepubliceerd is.



Extreme omstandigheden

Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “De waterschappen werken er hard aan om de extreme omstandigheden aan te kunnen. Waterschappen moeten investeren om in te spelen op ontwikkelingen zoals extremer weer, zeespiegelstijging, bodemdaling, verstedelijking en verzilting. Dijken moeten verhoogd en verstevigd worden en er worden meer gebieden ingericht om water op te slaan.“

Uitdagingen

Volgens Lokin zijn er ook andere uitdagingen: “Denk aan steeds strengere milieunormen vanuit Europa en de stikstofproblematiek. En bij de ruimtelijke ordening speelt het vraagstuk waar je verstandig kunt bouwen, gezien de klimaatverandering.”

Steeds aanpassen

Om bij te dragen aan een duurzamere wereld zijn de waterschappen bezig om zelf circulair, energieneutraal en in 2035 volledig klimaatneutraal te worden. Lokin: “De waterschappen moeten zich steeds aanpassen om hun taken goed en zo duurzaam mogelijk uit te voeren. Daar is geld voor nodig. De investeringen hebben invloed op de hoogte van de waterschapsbelasting.”

3,5 miljard euro opbrengst belastingen

Waterschappen brengen in 2023 in totaal ongeveer 3,5 miljard euro aan belastingen in rekening. Een gezin van 4 personen met een eigen woning van 280.000 euro betaalt dit jaar gemiddeld 380 euro aan waterschapsbelasting. Dit is 27 euro meer dan in 2022 en daarmee een grotere verhoging dan in de vorige jaren. Een gezin van 4 personen in een woning van 400.000 euro betaalt dit jaar gemiddeld 413 euro. Naast de opgaven en investeringen waar de waterschappen voor staan, zijn de sterk gestegen prijzen een belangrijke oorzaak van de verhoging.

Niet in 1 keer

De waterschappen berekenen de investeringskosten niet in 1 keer door aan de belastingbetaler. Ze doen dat over een langere periode. Het waterschapsbestuur stelt de tarieven voor de waterschapsbelasting vast.

Inzichtelijke financiën

De Unie van Waterschappen maakt de belastingen, investeringen en kosten van de waterschappen helder via een interactief belastingendashboard. Hierin is per waterschap te zien wat er aan belasting wordt opgehaald, wat inwoners en bedrijven betalen en waar het geld aan wordt besteed.

>Rapportage ‘Waterschapsbelastingen 2023 – Het hoe en waarom’
>Interactief belastingendashboard

Waterschapsbelasting stijgt in 2023 gemiddeld met 30 euro per gezin

9 november 2022

Gezinnen met een eigen huis betalen volgend jaar gemiddeld 30 euro meer aan hun waterschap. Een alleenstaande huurder gaat gemiddeld ongeveer 12 euro per jaar meer betalen. Dit verwacht de Unie van Waterschappen na een inventarisatie onder de 21 waterschappen. De verhoging wordt vooral veroorzaakt door investeringen om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen en de stijgende prijzen.

Grafische tekeningen wan het watersysteem in Nederland met sloten, gemalen, dijken, RWZI, boeren, recreatie en de stad

Prijsstijgingen

“Waterschappen kregen in 2022 net zoals iedereen in Nederland te maken met grote prijsstijgingen. Vooral de sterk gestegen energiekosten hakken er bij veel waterschappen behoorlijk in. Bij sommige waterschappen zijn de belastingontvangsten dit jaar onvoldoende om alle kosten te dekken”, zegt Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen. “Er zijn waterschappen die 2 en soms wel bijna 3 keer zoveel gaan betalen voor de energie die ze inkopen. Het werk van de waterschappen wordt ook steeds ingewikkelder door bijvoorbeeld extremer weer, de hogere eisen aan schoon en voldoende water en de zuivering van rioolwater. Ook volgend jaar speelt dit. De definitieve tarieven moeten nog worden vastgesteld door de besturen van de waterschappen. Maar het is duidelijk dat de waterschapsbelastingen in 2023 sterker stijgen dan in de afgelopen jaren.”

Verschillen per waterschap

Het bedrag van de waterschapsbelastingen verschilt van waterschap tot waterschap. Vincent Lokin: “Dat komt vooral doordat gebieden van elkaar verschillen. Factoren zoals laag of hoog gelegen in Nederland, stedelijk of landelijk gebied, de aanwezigheid van kwetsbare natuur en veel of weinig dijken bepalen de eisen aan het waterbeheer. En daarmee ook de hoogte van de uitgaven. In 2023 hebben vooral de energiekosten een grote invloed op de verschillen in lastenstijgingen. Bij sommige waterschappen loopt een contract met lage vaste prijzen nog door. Andere waterschappen moesten onlangs een nieuw contract met veel hogere tarieven afsluiten. Door het werk slimmer en innovatiever te doen, houden de waterschappen de kosten zo laag mogelijk. Omdat de uitdagingen waarvoor de waterschappen staan steeds groter worden, ontkomen we niet aan een lastenverhoging, hoe vervelend dat voor onze inwoners en bedrijven ook is.”

Uitdagingen in het waterbeheer

Na de zomer van 2021, met vooral in Zuid-Limburg grote wateroverlast, gaat 2022 de boeken in als een uitzonderlijk droog jaar. Vincent Lokin: “De weersextremen plaatsen de waterschappen voor steeds grotere uitdagingen. De watersystemen moeten immers ingesteld zijn op zowel te veel als te weinig water. De waterschappen ontvangen in 2023 in totaal ongeveer 3,5 miljard euro aan belastingen om hun taak goed uit te kunnen voeren. Een deel hiervan wordt gebruikt voor het klimaatbestendiger maken van Nederland.”

Rekenvoorbeelden

Op basis van de huidige tariefsvoorstellen stijgt de waterschapsbelasting van een alleenstaande huurder van gemiddeld 156 euro dit jaar naar 168 euro in 2023. Een stijging van 12 euro per jaar, dat is 1 euro per maand. Een gezin met een eigen huis met een WOZ-waarde van 250.000 euro betaalde in 2022 gemiddeld 353 euro. In 2023 wordt dat gemiddeld 381 euro. Voor een woning van 325.000 euro stijgt de waterschapsbelasting gemiddeld van 376 naar 405 euro. En voor een woning van 400.000 euro stijgt het bedrag gemiddeld van 398 naar 429 euro.

Definitieve tarieven en waterschapsverkiezingen

Dit nieuwsbericht is gebaseerd op de tariefvoorstellen die eind oktober in de besturen van de 21 waterschappen werden besproken. De waterschappen nemen in de komende weken een definitief besluit over de belastingtarieven voor volgend jaar. Rond 1 maart 2023 worden de meeste belastingaanslagen verstuurd. Kort daarna, op 15 maart, zijn de waterschapsverkiezingen. Dan kan iedereen van 18 jaar en ouder het nieuwe bestuur van zijn of haar waterschap kiezen.

Eerste Kamer stemt in met Wet financiering politieke partijen

19 oktober 2022

De Eerste Kamer heeft op 18 oktober de evaluatiewet financiering politieke partijen (Wfpp) aangenomen. Minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) brengt met deze wet een aantal veranderingen aan in de regels voor de financiering van politieke partijen.

Politieke beschouwingen 2022

Lokale partijen, waaronder waterschapspartijen, vallen niet onder de Wfpp. De minister wil de subsidiëring voor deze partijen regelen in de nieuwe Wet op de politieke partijen (Wpp).

Subsidie lokale partijen

Minister Bruins Slot zei in de Eerste Kamer dat zij het als opdracht van de Tweede Kamer ziet om ervoor te zorgen dat de subsidiëring voor lokale partijen er komt. Ook voor lokale waterschapspartijen. Op dit moment heeft de minister dat geld, 10 miljoen euro, nog niet bij elkaar. Dit gebeurt uiterlijk 1 januari 2024. Het voorstel voor de Wet op de politieke partijen, waarin de subsidieregels komen te staan, gaat eind van dit jaar in consultatie. Als alles goed gaat, gaat de wet dan op 1 januari 2024 in. Het is de bedoeling dat de Wet financiering politieke partijen daarin opgaat, zei de minister.

Geld vrijmaken

Om het nodige budget te regelen diende senator Lennart van der Linden (Fractie-Nanninga) een motie in. Daarin verzoekt Van der Linden de regering in de begroting van 2023 structureel alsnog 10 miljoen euro vrij te maken voor de subsidiëring van lokale politieke partijen. Hij vraagt ook om de Kamer hierover voor de Algemene Financiële Beschouwingen in de Eerste Kamer te informeren, inclusief de budgettaire dekking. Deze motie is niet aangenomen.

Internationale giften openbaar

Het ministerie van BZK vergroot met de wijziging Wfpp de transparantie van giften aan politieke partijen. De eerdere drempel van 4500,- euro per jaar voor openbaarmaking van giften uit andere lidstaten van de EU en de Europese Economische Ruimte (EER) wordt afgeschaft. Giften uit alle landen moeten dus openbaar worden gemaakt.

Waterschappen tevreden over conceptwetsvoorstel aanpassing belastingstelsel

28 september 2022

In een brief hebben de waterschappen minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat gecomplimenteerd met het conceptwetsvoorstel voor wijziging van de waterschapsbelastingen. De waterschappen waarderen het dat de voorstellen die ze in december 2020 unaniem hebben vastgesteld vrijwel zonder uitzondering in het wetsvoorstel zijn verankerd.

Grafische tekeningen wan het watersysteem in Nederland met sloten, gemalen, dijken, RWZI, boeren, recreatie en de stad

Op 11 december 2020 hebben de waterschappen na een intensief traject unaniem ingestemd met een pakket voorstellen tot aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen en dat aan de toenmalige minister aangeboden. De voorstellen lossen een aantal urgente knelpunten op. Ook leveren ze een bijdrage aan een aantal belangrijke opgaven waar Nederland voor staat als het gaat om klimaat, circulaire economie en energie. Verder wordt het profijtbeginsel (wie belang heeft betaalt) beter toegepast.

Wetgevingstraject

De voorganger van minister Harbers heeft de voorstellen in februari 2021 aan de Tweede Kamer aangeboden. Daarna is het wetgevingstraject gestart. Dat heeft geresulteerd in conceptwetgeving die ter consultatie voorligt. De waterschappen hebben die conceptwetgeving ambtelijk en bestuurlijk besproken. In de brief geven de waterschappen hun reactie op de verschillende deelvoorstellen.

Definitief wetsvoorstel

Voor het overgrote deel zijn de voorstellen van de waterschappen overgenomen. Ze vragen de minister dan ook om deze voorstellen ongewijzigd in het definitieve wetsvoorstel op te nemen. Bij enkele nieuwe onderdelen van het wetsvoorstel plaatsen de waterschappen een opmerking.

Inperken ruimte watersysteemheffing

De belangrijkste gaat over het inperken van de ruimte die de waterschappen krijgen om één van hun belastingen, de watersysteemheffing, te kunnen afstemmen op de specifieke kenmerken van het gebied en de taakuitoefening. Inperking van deze ruimte (in vergelijking met het eerdere voorstel) kan ertoe leiden dat enkele waterschappen ongewenste lastenverschuivingen moeten doorvoeren. De waterschappen vragen de minister af te zien van deze inperking.

Ambities ondersteunen

In hun brief zeggen de waterschappen dat er belangrijke stappen voor het belastingstelsel worden gezet als het wetsvoorstel richting de parlementaire eindstreep niet meer ingrijpend wordt aangepast. Het lost de knelpunten op die zich nu voordoen en ondersteunt de ambities van de waterschappen en hun bijdragen aan de opgaven waar Nederland voor staat. De waterschappen rekenen er dan ook op dat het nieuwe stelsel in 2025 in werking treedt.

> Lees de brief aan de minister

Mogelijkheden kwijtschelding belastingen medeoverheden verruimd

27 september 2022

Op 16 september is de Regeling kwijtschelding belasting medeoverheden in de Staatscourant gepubliceerd. De Unie heeft de waterschappen op 26 september via een ledenbrief over de Regeling geïnformeerd. Ook de gemeenschappelijke belastingkantoren waarin waterschappen participeren zijn geïnformeerd.

Bootje gevouwen van een 100 euro biljet

Extra financiële middelen

In deze regeling staat dat decentrale overheden, zoals de waterschappen, voortaan kunnen bepalen dat inwoners bovenop het bedrag waarover zij altijd al mochten beschikken, over wat extra financiële middelen (bijvoorbeeld spaargeld) mogen beschikken zonder dat zij het recht op kwijtschelding verliezen. Het maximale bedrag van deze extra financiële middelen is in de regeling gesteld op € 2000,- voor echtgenoten of personen die samenwonen. Voor alleenstaande ouders bedraagt de verhoging 90% van de gekozen verhoging voor echtgenoten en voor alleenstaanden is dat 75%.

Terugwerkende kracht

De regeling is de dag na publicatie in werking getreden. Medeoverheden die dit willen, kunnen ervoor kiezen om de regeling met terugwerkende kracht tot 1 januari 2022 toe te passen. Dit betekent concreet dat medeoverheden ervoor kunnen kiezen om verzoeken om kwijtschelding die eerder dit jaar op grond van ‘teveel vermogen’ zijn afgewezen, aan de hand van de nieuwe regels opnieuw te beoordelen. De keuze of van de nieuw geboden ruimte gebruik wordt gemaakt en tot welk bedrag, is aan het algemeen bestuur van het waterschap of aan het bestuur van de gemeenschappelijke belastingorganisatie.


> Lees hier het artikel in de Staatscourant
> Lees hier de ledenbrief regeling