Waterschapsbelastingen stijgen door uitdagingen in het waterbeheer

12 november 2024

Als in 2025 de rekening voor de waterschapsbelastingen op de mat valt, betalen gezinnen met een eigen huis gemiddeld 35 euro meer. Voor eenpersoonshuishoudens in een huurwoning is de aanslag gemiddeld 15 euro hoger. Waterschappen moeten steeds meer investeren in veilige dijken, het opvangen van piekbuien en droge periodes en het zuiveren van rioolwater.

waterschapsbelastingen

Een gezin van vier personen met een eigen huis met een WOZ-waarde van 370.000 euro betaalt in 2024 gemiddeld 448 euro. In 2025 wordt dat gemiddeld 483 euro. De waterschapsbelasting van een alleenstaande huurder stijgt gemiddeld van 188 euro dit jaar naar 203 euro in 2025.

Grotere opgaven

Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “De ramp die zich recent in de regio Valencia in Spanje heeft voltrokken laat zien dat weersextremen tegenwoordig groter zijn en vaker voorkomen. Ook in Nederland zien we steeds meer piekbuien en perioden van droogte en watertekort. We lopen als waterschappen tegen grote uitdagingen aan bij al onze taken. De dijken in Nederland zijn berekend op het huidige klimaat en moeten worden versterkt. Het zuiveren van rioolwater en maatregelen voor schoon en gezond water in beken en rivieren vragen steeds meer. Het aanpassen aan al deze veranderingen kost geld. Ik verwacht dan ook dat de belastingen in de komende jaren zullen blijven stijgen. Daar ontkomen we niet aan, want goed waterbeheer is essentieel om in Nederland te kunnen blijven wonen, werken en ondernemen.”

Verschillen per waterschap

Het bedrag van de waterschapsbelastingen verschilt van waterschap tot waterschap. Dat komt vooral doordat de gebieden van elkaar verschillen. Het maakt bijvoorbeeld uit of een gebied laag of hoog ligt, of het stedelijk of landelijk gebied is, of er kwetsbare natuur is en of er veel of weinig dijken in het gebied zijn. Al die factoren hebben invloed op de hoogte van de belastingaanslag.
Vincent Lokin: “Daar komt nog bij dat ook alles wat de waterschappen inkopen duurder wordt. De verhoging komt landelijk uit op gemiddeld 8 procent. Datzelfde percentage geldt voor agrarische en andere bedrijven. We begrijpen dat een hogere rekening geen fijne boodschap is. Voor mensen die de aanslag niet kunnen betalen, hebben de waterschappen mogelijkheden voor kwijtschelding en betalingsregelingen.”

Definitieve tarieven waterschapsbelastingen

De verwachting van de Unie van Waterschappen volgt uit een inventarisatie onder de 21 waterschappen en is gebaseerd op de tariefvoorstellen die de waterschapsbesturen nu bespreken. Zij nemen in de komende weken een besluit over de uiteindelijke belastingtarieven voor volgend jaar. Rond 1 maart 2025 worden de meeste belastingaanslagen verstuurd.

> Lees verder op de themapagina Waterschapsbelastingen

Eerste Kamer heeft aanvullende vragen over aanpassing belastingstelsel

22 oktober 2024

Er is weer een stap gezet in de behandeling van het wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel waterschappen. Minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat heeft op 17 oktober jl. in de nota naar aanleiding van het verslag vragen beantwoord die de Eerste Kamercommissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving op 23 september over het wetsvoorstel stelde. Er zal nog een ronde met vragen volgen, voordat duidelijk wordt hoe de behandeling van het voorstel in de Eerste Kamer wordt afgerond.

waterschapsbelasting: illustratie van huizen met bewoners en geldzakjes

Op 22 oktober hebben twee fracties (GroenLinks/PvdA en OPNL) in de Eerste Kamer aangegeven onvoldoende antwoord op hun vragen te hebben gekregen. Op 5 november zullen deze vragen in een nieuw schriftelijk verslag aan de minister worden gesteld. Die vervolgens weer de tijd krijgt om hierop te reageren. De Unie van Waterschappen heeft contact met de fracties en ook met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om hen indien nodig van verduidelijkende informatie te voorzien.

Vervolg

Na beantwoording van deze vragen zal de Eerste Kamer besluiten hoe zij de behandeling van het wetsvoorstel tot aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen wil afronden. Willen ze het plenair behandelen of door laten gaan als hamerstuk?

Over het wetsvoorstel

Het huidige belastingstelsel kent een aantal knelpunten. De Unie van Waterschappen heeft daarom in december 2020 een aanpassingsvoorstel aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat voorgelegd. De voorstellen van de waterschappen zijn gedaan om de knelpunten op te lossen en de waterschappen tegelijk ruimte te geven om meer te kunnen bijdragen aan de opgaven op het gebied van klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie. De minister is daarop een wetgevend traject gestart.

Het wetsvoorstel wijzigt drie belastingen van de waterschappen: de watersysteemheffing, de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing. De waterschappen zijn blij met het wetsvoorstel en hopen dat zij snel met het nieuwe stelsel kunnen werken. De voorstellen voor de watersysteemheffing zorgen voor een beter uitlegbare aanslag en een gelijkmatiger lastenontwikkeling voor alle belastingbetalers. Met de voorstellen om de zuiverings- en verontreinigingsheffing aan te passen bereiken we dat waterschappen en bedrijven in hun werk minder mens- en milieubelastende stoffen hoeven te gebruiken.

Uitleg

In de inbreng die de Unie van Waterschappen eerder leverde worden de wijzingen in deze drie belastingen uitgebreid toegelicht. De Unie van Waterschappen heeft ook een toelichtend filmpje gemaakt over het wetsvoorstel.

> Lees hier meer over de aanpassing van het belastingstelsel

> Lees hier de nota naar aanleiding van het verslag

Aanpassing belastingstelsel schriftelijk behandeld in Eerste Kamer

26 september 2024

Op maandag 23 september reageerde de vaste Eerste Kamercommissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) met een schriftelijk verslag op het wetsvoorstel voor de aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen. De commissie stelt hierin een aantal vragen over het wetsvoorstel.

waterschapsbelasting: illustratie van huizen met bewoners en geldzakjes

Vervolgproces

Het is nu aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat om deze vragen te beantwoorden. Deze beantwoording kan enkele weken duren. Meestal kan een wetsvoorstel na één schriftelijke vragenronde plenair worden behandeld; soms wordt om een tweede schriftelijke ronde gevraagd.

Achtergrond

Op 23 april is het wetsvoorstel aangenomen in de Tweede Kamer. De behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer startte op 14 mei. Op 9 juli was er in de Eerste Kamer al een technische briefing van de Commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO).

> Lees hier het verslag van 23 september
> Lees hier meer over de aanpassing van het belastingstelsel

Waterschappen leveren inbreng wetsvoorstel herziening belastingstelsel

5 september 2024

Tot 10 september kunnen leden van de Eerste Kamer schriftelijk inbreng leveren voor de behandeling van de herziening van het belastingstelsel. Er kan inbreng geleverd worden op de Wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht in verband met het versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van enkele knelpunten.



De Unie van Waterschappen heeft enkele punten onder de aandacht van de Kamerleden gebracht. Na de technische briefing op 9 juli jl. heeft de Unie van Waterschappen ook een toelichtend filmpje gemaakt over het wetsvoorstel.

Aanleiding wetsvoorstel

Het huidige belastingstelsel kent een aantal knelpunten. De Unie van Waterschappen heeft daarom in december 2020 een aanpassingsvoorstel aan de minister van IenW voorgelegd. De minister is daarop een wetgevend traject gestart, waarbij de voorstellen van de waterschappen zijn gebruikt om de knelpunten op te lossen en de waterschappen tegelijk ruimte te geven om meer te kunnen bijdragen aan de opgaven op het gebied van klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie.

Het wetsvoorstel wijzigt drie belastingen van de waterschappen: de watersysteemheffing, de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing. In de inbreng worden de wijzingen in deze drie belastingen uitgebreid toegelicht.

Aanpassingen

De waterschappen zijn blij met de voorgestelde aanpassingen in het wetsvoorstel. De voorstellen voor de watersysteemheffing zorgen voor een beter uitlegbare aanslag en een gelijkmatiger lastenontwikkeling voor alle belastingbetalers. Met de voorstellen om de zuiverings- en verontreinigingsheffing aan te passen bereiken we dat waterschappen en bedrijven in hun werk minder mens- en milieubelastende stoffen hoeven te gebruiken.

>  Lees de volledige inbreng wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel waterschappen

Technische briefing in Eerste Kamer over aanpassing belastingstelsel

10 juli 2024

Op dinsdag 9 juli was er in de Eerste Kamer een technische briefing van de Commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) over het wetsvoorstel tot aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen. Ambtenaren van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gaven uitleg over het wetsvoorstel. De aanwezige Eerste Kamerleden kregen de gelegenheid om toelichtende (feitelijke) vragen te stellen.

waterschapsbelasting: illustratie van huizen met bewoners en geldzakjes

Vragen over berekeningen en peiljaar

Onder andere PVV vroeg welke groepen belastingbetalers er binnen het nieuwe systeem naar verwachting meer of minder gaan betalen. SGP wilde weten of er onderliggende berekeningen zijn over mogelijke verschuivingen die kunnen gaan plaatsvinden.

GroenLinks-PvdA vroeg naar de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel en naar de onderbouwing voor de keuze van het peiljaar (twee jaar voor inwerkingtreding). Ook D66 vroeg naar de afwegingen rond het peiljaar en naar de draagvlakmeting voor plusvoorzieningen.

Gebiedskenmerken

BBB legde de nadruk op de manier waarop wordt bepaald wie profijt heeft bij maatregelen in het waterbeheer. Ook vroeg BBB hoe gebiedskenmerken worden meegenomen in de bestuurlijke afweging, en naar de bekostiging van zogeheten ‘meekoppelkansen’, zoals maatregelen rond klimaatadaptatie en duurzame energie. De voorzitter van de commissie vroeg of met dit wetsvoorstel gekeken is naar toekomstige uitdagingen binnen het waterbeheer.

Vervolg

De senatoren uit de Eerste Kamer kunnen schriftelijk reageren op het wetsvoorstel voor de eerste commissievergadering na het reces op dinsdag 10 september. Vervolgens beantwoordt de minister van Infrastructuur en Waterstaat deze vragen. Meestal kan een wetsvoorstel na één schriftelijke vragenronde plenair worden behandeld; soms wordt om een tweede schriftelijke ronde gevraagd. 

> Benieuwd hoe het ministerie de technische vragen beantwoordde? Kijk hier de briefing terug

> Lees hier meer over de aanpassing van het belastingstelsel

Toelichting aanpassing belastingstelsel waterschappen naar Eerste Kamercommissie

21 mei 2024

Op dinsdag 11 juni heeft de Eerste Kamercommissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) de mogelijkheid om schriftelijke inbreng te geven op het wetsvoorstel ‘Wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht (AWB)’. Ter voorbereiding hierop stuurde de Unie van Waterschappen de commissie een toelichting op het wetsvoorstel.

belastingstelsel-waterschapsbelasting_aanslagbiljet

Aanleiding wetsvoorstel

Het huidige belastingstelsel kent een aantal knelpunten. Om deze op te lossen, stelde de Unie van Waterschappen in december 2020 een aanpassingsvoorstel aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat voor. De minister is daarop een wetgevend traject gestart. Hierin zijn de voorstellen van de waterschappen benut om de knelpunten op te lossen. Het geeft de waterschappen tegelijk ruimte om bij te dragen aan de opgaven op het gebied van klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie.

Gelijkmatige lasten voor belastingbetalers

Het wetsvoorstel wijzigt drie belastingen van de waterschappen: de watersysteemheffing, de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing. Verder bevat het voorstel een bepaling die zorgt dat woningeigenaren een ander tarief betalen dan eigenaren van bedrijfspanden. De voorstellen zorgen voor een beter uitlegbare aanslag en een gelijkmatiger lastenontwikkeling voor alle belastingbetalers. Bovendien hoeven waterschappen en bedrijven door de voorstellen minder milieu- en mensbelastende stoffen te gebruiken in hun werk.

Bekijk in deze video een uitleg van het wetsvoorstel:

Voortvarende behandeling

De waterschappen zijn erg blij met het wetsvoorstel. Het lost de huidige knelpunten op én zet belangrijke stappen in de bijdragen van de waterschappen en de opgaven voor Nederland. De waterschappen hopen dat de Eerste Kamer dit wetsvoorstel voortvarend kan behandelen, zodat inwerkingtreding op 1 januari 2026 mogelijk is. Dat lijkt nog ver weg, maar om de wijzigingen zorgvuldig te implementeren, hebben de waterschappen uiterlijk deze zomer duidelijkheid nodig.

> Lees de volledige inbreng van de Unie van Waterschappen

> Lees meer over de aanpassing van het belastingstelsel

Tweede Kamer neemt wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel aan

23 april 2024

De waterschappen zijn blij dat de Tweede Kamer het wetsvoorstel voor aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen heeft aangenomen. Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Dit is een hele mooie stap. Het zal leiden tot meer draagvlak voor de waterschapsbelastingen en tot goed uitlegbare tarieven.” Tijdens de stemming op dinsdag 23 april is een aantal moties en amendementen aangenomen. Het wetsvoorstel gaat daardoor iets gewijzigd naar de Eerste Kamer.

tweede-kamer-nieuw-lege-plenaire-zaal-bron-Tweede-Kamer-der-Staten-Generaal

Vincent Lokin: “Dit wetsvoorstel is een eerste, belangrijke verbetering van het belastingstelsel van de waterschappen. Het lost de urgente knelpunten op en helpt de waterschappen bij het realiseren van de opgaven waar Nederland voor staat. Bovendien zorgt het ervoor dat waterschappen in hun werk minder mens- en milieubelastende stoffen hoeven te gebruiken. Bijna al onze wensen zijn gerealiseerd. Het is fijn dat meerdere Kamerleden waardering uitspreken voor het werk van de waterschappen. Ook is er brede steun voor het uitgangspunt van het wetsvoorstel: hoe meer profijt je van het werk van het waterschap hebt, hoe meer je betaalt.”

Wensen van de waterschappen

Op twee punten wilden de waterschappen graag aanpassing van het wetsvoorstel. Zij pleitten ervoor dat de voorgestelde tariefdifferentiatie tussen woningen en bedrijfspanden geen verplichting maar een keuzemogelijkheid wordt. De Kamerleden Grinwis (ChristenUnie), Pierik (BBB) en Vedder (CDA) dienden hierover een amendement in. Bij het Kamerdebat op 18 april bleek dat een meerderheid van de Kamer vreest dat bestuurlijke keuzevrijheid leidt tot meer onzekerheid voor belastingbetalers. Het amendement werd verworpen.

Ruimte bij de verdeling

De tweede wens van de waterschappen was voldoende ruimte om de kosten over de betalende categorieën ongebouwd en natuur te verdelen, bij voorkeur met een bandbreedte van 30 procent. Het wetsvoorstel stelt de bandbreedte de eerste twee jaar op 30 procent, en daarna op 25 procent. Door het Kamerlid Sneller (D66) werd een amendement ingediend om deze bandbreedte te beperken tot 10 procent, maar dat kreeg geen meerderheid.

Verdere uitkomsten van het debat

Er zijn 4 moties aangenomen:

– Motie Grinwis (ChristenUnie) c.s. (nr. 19) over het jaarlijks informeren over de belastingopbrengst per waterschap.
– Motie Heutink (PVV) (nr. 20) over scherp toezicht houden op hoe de waterschappen het begrip “gebiedskenmerken” invullen.
– Motie Pierik (BBB) c.s. (nr. 21) over of dienstverlening ten behoeve van het watersysteem door agrariërs verdisconteerd kan worden in de kostentoedeling van de waterschapslasten.
– Motie van Dijk (NSC) en Pierik (BBB) (nr. 23) over het onderzoeken hoe de zuiverings- en verontreinigingsheffing meer op basis van de omvang van huishoudens geheven kan worden.

Er zijn twee amendementen aangenomen over een evaluatie en over de algemene maatregel van bestuur.

Vervolgproces

Het aangepaste wetsvoorstel wordt nu naar de Eerste Kamer gestuurd. Na het meireces wordt het in behandeling genomen. De waterschappen hopen dat zij het nieuwe stelsel met ingang van 1 januari 2026 kunnen toepassen.

> Lees meer over de aanpassing van het belastingstelsel

Debat over aanpassing belastingstelsel waterschappen in de Tweede Kamer

18 april 2024

Op donderdag 18 april behandelde de Tweede Kamer het wetsvoorstel tot aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen. Veilige dijken en voldoende en schoon oppervlaktewater zijn zo belangrijk dat hiervoor altijd voldoende geld beschikbaar moet zijn. Waterschappen heffen daarom eigen belastingen. Momenteel heeft het belastingstelsel een aantal urgente knelpunten. Het wetsvoorstel lost deze knelpunten op en verbetert het stelsel.

belastingstelsel-waterschapsbelasting_aanslagbiljet

Onderwerpen van debat

Tijdens het debat spraken meerdere Kamerleden waardering uit voor het werk van de waterschappen en voor het profijtbeginsel als uitgangspunt voor het wetsvoorstel. Er werd onder meer gedebatteerd over de vraag of het principe van ‘de vervuiler betaalt’ genoeg tot uiting komt. Ook de wenselijkheid van het extra opwekken van duurzame energie door waterschappen kwam ter sprake. Daarnaast verschilden de meningen over een wel of niet verplichte tariefdifferentiatie, en over de beste aanpak voor de scheefgroei tussen de kosten voor woningeigenaren en voor bedrijven. Er zijn zeven amendementen en vijf moties ingediend.

Stemmingen en vervolg

Op dinsdag 23 april stemt de Tweede Kamer over de ingediende amendementen en moties en het wetsvoorstel. Nadat de Tweede Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen, moet de Eerste Kamer nog over het wetsvoorstel beslissen en het moment waarop de wijzigingen ingaan. De waterschappen hopen dat zij het nieuwe stelsel met ingang van 1 januari 2026 kunnen toepassen. Dit zal leiden tot beter uitlegbare tarieven en een groter draagvlak voor de waterschapsbelastingen.

> Bekijk deze video voor een uitleg over de aanpassing van het belastingstelsel


Lees hieronder een verslag van het debat van donderdag 18 april

Inbreng Kamerleden

Geert Gabriëls (GroenLinks-PvdA) ziet het wetsvoorstel als een eerste stap in de richting van het opvolgen van de aanbevelingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) uit 2014. Daarnaast vraagt hij de minister waarom de tariefdifferentiatie niet als kan-bepaling is opgenomen in het wetsvoorstel.

De vervuiler betaalt

Pieter Grinwis (ChristenUnie) vraagt om in het vervolgtraject meer recht te doen aan het principe ‘de vervuiler betaalt’. Mede namens het CDA vraagt hij om aandacht voor concrete kwantitatieve indicatoren voor het gebruiken van extra bestuurlijke ruimte. Grinwis is blij dat waterschappen de mogelijkheid krijgen om extra energie op te wekken, maar vraagt de minister om de voorgestelde begrenzing al eerder te evalueren als blijkt dat waterschappen hier tegenaan dreigen te lopen.

Peiljaar

Joost Sneller (D66) vindt het belangrijk dat waterschappen inzicht blijven geven in de verschillen tussen wat verschillende groepen belastingbetalers betalen. Hij vraagt aandacht voor de scheefgroei tussen wat woningeigenaren en bedrijven betalen. Sneller vraagt de minister waarom hij gekozen heeft voor een peiljaar twee jaar vóór inwerkingtreding van het wetsvoorstel en niet eerder. Sneller vraagt ook of milieudelicten niet strenger moeten worden aangepakt en wat gedaan moet worden aan bronbeleid om te zorgen dat de kosten niet verder stijgen.

Gebiedskenmerken

Hidde Heutink (PVV) complimenteert de regering voor het voorstel tot betere toepassing van het profijtbeginsel. Hij pleit ervoor om de gebiedskenmerken waarop de minister doelt in zijn wetsvoorstel concreet te maken en snel vast te leggen in een AMvB. Heutink is verder kritisch op de waterschappen als instituut, op de ambities om klimaatneutraal te worden en op de werkzaamheden die zij in het buitenland verrichten.

Plusvoorziening 

Chris Stoffer (SGP) is grotendeels positief over het wetsvoorstel. Hij vraagt zich wel af hoe waterschappen bij de tariefdifferentiatie plusvoorziening rekening kunnen houden met het algemeen belang van de gezonde landbouw als het gaat om voedselzekerheid. Stoffer is kritisch op het voorstel om de beslistermijn voor bezwaren te verlengen. 

Vervuilingseenheden

Cor Pierik (BBB) vraagt de minister hoe in het wetsvoorstel rekening wordt gehouden met wat agrariërs doen voor de waterschappen en hoe dit kan worden doorvertaald in de tarieven. Hij vraagt aandacht voor efficiënte en doelmatige besteding van het belastinggeld. Daarnaast vraagt Pierik iets te doen aan het forfait van 1 en 3 vervuilingseenheden voor de zuiveringsheffing. 

Integrale benadering

Olger van Dijk (NSC) heeft waardering voor het wetsvoorstel en de integrale benadering. Hij vraagt zich af of het wetsvoorstel handvatten biedt om de oplopende kosten van de waterschappen te beperken. Hij is van mening dat de eisen die gesteld worden aan de plusvoorzieningen te hoog zijn, met het risico dat de waterschappen dit niet gaan toepassen. Ook hij vraagt om onderzoek naar een meer op huishoudengrootte gebaseerde zuiveringsheffing.

Tariefdifferentiatie

Peter de Groot (VVD) vraagt de minister in hoeverre het bedrijfsleven is meegenomen in de tariefdifferentiatie binnen de categorie gebouwd. Hij vraagt welke instrumenten waterschappen krijgen om met gemeenten aan goed waterbeheer in de wijk te doen. Ten slotte vraagt De Groot of de minister vindt dat waardevol afvalwater voldoende is geborgd. 

Reactie minister

In zijn reactie op de inbreng van de Kamerleden geeft demissionair minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat aan dat het waterbeheer in Nederland de komende tijd meer geld gaat kosten en dat de waterschappen deze kosten met een eigen belastingstelsel dekken. De huidige methode van de kostenverdeling is toe aan een update. Het is lastig gebleken om draagvlak te krijgen voor een groter pakket aan voorstellen. Dit wetsvoorstel is een eerste stap in het naleven van de OESO-aanbevelingen, maar er is behoefte aan meer, zoals financiële prikkels voor vervuilers.

Verschuiving in lasten
De minister meldt dat er bezorgdheid is over rechtsonzekerheid voor waterschappen in de eerste twee jaar van het nieuwe beleid vanwege de bestuurlijke bandbreedtes. Tariefdifferentiatie kan leiden tot aanzienlijke verschuivingen in lasten, vooral voor bedrijven. De regering wil de tariefdifferentiatie verplicht stellen om lastenverschuivingen tussen woningen en bedrijven aan te pakken. Doelmatigheid wordt bewaakt door waterschapsbesturen, die van elkaar leren via benchmarking. De minister staat open voor een evaluatie van draagvlakmetingen na vijf jaar.

Amendementen 

Op het wetsvoorstel zijn zeven amendementen ingediend: 

  1. Olger van Dijk (NSC) stelt voor om vijf jaar na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel een evaluatie uit te voeren van de draagvlakmeting bij de tariefdifferentiatie voor wateraanvoervoorzieningen (nr. 11). Dit amendement levert voor de waterschappen geen bezwaar op. 
  2. Joost Sneller (D66) stelt een beperktere bandbreedte voor om te kunnen afwijken van de in de wet opgenomen formule voor het toedelen van kosten aan de categorieën ongebouwd en natuur (nr. 12). Dit is niet in lijn met het standpunt van de waterschappen. 
  3. Hidde Heutink (PVV) stelt voor om niet wettelijk vast te leggen dat waterschappen belastinggeld mogen uitgeven voor investeringen om in de toekomst klimaatneutraal te zijn (nr. 14). Dit is niet in lijn met het standpunt van de waterschappen. 
  4. Olger van Dijk (NSC) en Pieter Grinwis (ChristenUnie) stellen voor om een lichte voorhangprocedure te volgen voor de amvb als bedoeld in artikel 120, zevende lid, onder b (nr. 15) Dit amendement levert voor de waterschappen geen bezwaar op. 
  5. Cor Pierik (BBB) stelt voor om een structurele bandbreedte van 30% per kostenaandeel te hanteren (nr. 16). Dit amendement is in lijn met het standpunt van de waterschappen. 
  6. Pieter Grinwis (ChristenUnie), Cor Pierik (BBB) en Eline Vedder (CDA) stellen voor om de tariefdifferentiatie voor de watersysteemheffing tussen woningen en niet-woningen binnen de categorie gebouwd facultatief te maken (nr. 17). Dit is in lijn met het standpunt van de waterschappen. 
  7. Joost Sneller (D66) en Geert Gabriëls (GroenLinks-PvdA) stellen voor bij de tariefbepaling gebruik te maken van een vervroegd peiljaar om de ongelijke onderlinge kostenverdeling tussen woningen en niet-woningen in de categorie gebouwd eerlijker te maken (nr. 18). Dit is niet in lijn met het standpunt van de waterschappen.  

De minister laat de amendementen 1 en 4 aan het oordeel van de Kamer en heeft de amendementen 2, 3, 5, 6 en 7 ontraden.  

Moties 

Naar aanleiding van het wetsvoorstel zijn vijf moties ingediend: 

  1. Motie van het lid Grinwis (ChristenUnie) c.s. (nr. 19
  2. Motie van het lid Heutink (PVV) (nr. 20
  3. Motie van het lid Pierik (BBB) c.s. (nr. 21
  4. Motie van de leden Pierik (BBB) en Vedder (CDA) (nr. 22
  5. Motie van de leden Olger van Dijk (NSC) en Pierik (BBB) (nr. 23

De minister laat alle moties aan het oordeel van de Kamer. 

18 april aanpassing belastingstelsel waterschappen plenair in Tweede Kamer

15 april 2024

Op donderdag 18 april behandelt de Tweede Kamer het wetsvoorstel tot aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen. Veilige dijken en voldoende en schoon oppervlaktewater zijn zo belangrijk dat hiervoor altijd voldoende geld beschikbaar moet zijn. Waterschappen heffen daarom eigen belastingen. Momenteel heeft het belastingstelsel een aantal urgente knelpunten. Het wetsvoorstel lost deze knelpunten op en verbetert het stelsel.

Plenaire-zaal-tweede-kamer-nieuw-©Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wetsvoorstel

In december 2020 hebben de waterschappen de minister van Infrastructuur en Waterstaat gevraagd om het belastingstelsel van de waterschappen aan te passen. Dat leidde tot een wetsvoorstel, dat in september 2023 bij de Tweede Kamer is ingediend. Leden van de verschillende fracties in de Tweede Kamer hebben hier in oktober 2023 vragen over gesteld, gebundeld in een verslag. Demissionair minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat heeft deze beantwoord in de Nota naar aanleiding van het verslag. De minister heeft tegelijk ook een Nota van wijziging gepubliceerd.

> Volg het debat in de Tweede Kamer live op 18 april vanaf 10.50 uur

Wensen van waterschappen

Uit de antwoorden van de minister blijkt dat hij de wensen van de waterschappen op bijna alle punten heeft gehonoreerd, op twee na. Die zijn te lezen in deze inbreng. De waterschappen pleiten ervoor dat de voorgestelde tariefdifferentiatie tussen woningen en bedrijfspanden geen verplichting maar een ‘kan-bepaling’ wordt. Elk waterschap kan dan zelf de afweging maken over het al of niet toepassen ervan.

Ook zien de waterschappen graag geen beperking van de ruimte voor de waterschapsbesturen om, binnen een bepaalde bandbreedte, de kosten over de betalende categorieën te verdelen. Zo kunnen de besturen de verdeling beter afstemmen op de specifieke kenmerken van het gebied en de taakuitoefening.

Snelle invoering

De Tweede en Eerste Kamer beslissen over de precieze wijziging van het belastingstelsel en het moment waarop de wijzigingen ingaan. De waterschappen hopen dat zij het nieuwe stelsel met ingang van 1 januari 2026 kunnen toepassen. Dit zal leiden tot beter uitlegbare tarieven en een groter draagvlak voor de waterschapsbelastingen.

Kijk de video hieronder voor een uitleg over de aanpassing van het belastingstelsel.

> Lees hier meer over aanpassing van het belastingstelsel

Aanpassing belastingstelsel in nieuwe jaar plenair in Tweede Kamer

20 december 2023

Woensdag 20 december heeft de Tweede Kamer besloten om het wetsvoorstel voor aanpassing van het waterschapsbelastingstelsel aan te melden voor plenaire behandeling. Binnenkort is duidelijk wanneer de plenaire behandeling is.

De stoelen en banken in de Tweede Kamer

Vragen van fracties

In oktober stelden leden van de verschillende fracties vragen over het wetsvoorstel. Deze vragen heeft demissionair minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat eind november beantwoord. De vragen werden gebundeld in een verslag. De zogeheten Nota naar aanleiding van het verslag bevat de antwoorden van de minister op die vragen. De minister heeft ook een Nota van wijziging gepubliceerd.

Behandeling in Tweede Kamer

Uit de antwoorden van de minister blijkt dat hij het wetsvoorstel niet heeft aangepast naar aanleiding van twee wensen van de waterschappen met betrekking tot het wetsvoorstel. Naar verwachting zal de plenaire behandeling in de Tweede Kamer in de eerste maanden van 2024 zijn.

Bekijk de toelichting op de aanpassing van het belastingstelsel:

> Lees meer over de aanpassing van het belastingstelsel