Minister De Jonge roept Kamers op tot snel besluit over inwerkingtreding Omgevingswet

26 januari 2023

Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) informeerde de Tweede en Eerste Kamer op 26 januari in een brief over de voortgang van de Omgevingswet en het Ontwerp Koninklijk Besluit. Hij roept beide Kamers op om op korte termijn te besluiten over de datum van inwerkingtreding. Zo kan de uitvoering goed worden voorbereid. De Jonge stelt als datum van inwerkingstreding 1 januari 2024 voor. Alle betrokken bestuurlijke partijen staan achter deze invoeringsdatum.



Tijdens Bestuurlijk Overleggen op 23 en 25 januari hebben minister De Jonge, de VNG, het IPO, Rijkspartijen en de Unie van Waterschappen gesproken over de stand van zaken van de Omgevingswet en het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). De gezamenlijke conclusie was dat de voorwaarden voor inwerkingtreding voldoende zijn ingevuld om nu een besluit te nemen over de inwerkingtredingsdatum. De datum van 1 januari 2024 heeft breed draagvlak bij alle partijen.

Duidelijkheid is nodig

De waterschappen hebben zich de afgelopen jaren intensief voorbereid op de Omgevingswet en willen aan de slag met de invoering. Zij roepen de Kamers dan ook op tot snelle besluitvorming, zodat er uiterlijk in maart definitief helderheid is. Het tijdig instemmen van de Kamers geeft alle partijen de nodige duidelijkheid. Nog langere onzekerheid hierover werkt verlammend en vertragend.

De VNG, IPO en Unie van Waterschappen hebben op 27 januari gezamenlijk een brief aan de EK geschreven met de oproep tot spoedige besluitvorming over de inwerkingtreding van de Omgevingswet

Belang Omgevingswet

Nederland staat voor grote uitdagingen, zoals ingrijpende klimaatverandering en een toenemende druk op de ruimte. De Omgevingswet bundelt de meeste wetten over deze fysieke leefomgeving, waaronder die over water. Alle betrokken overheden onderschrijven het belang van de Omgevingswet. Ze willen dat deze op verantwoorde wijze wordt ingevoerd. Zo komt de dienstverlening aan inwoners en bedrijven niet in het geding. Bovendien kan gebiedsontwikkeling ongehinderd doorgaan.

Intensief testen

De waterschappen hebben er vertrouwen in dat het DSO op het moment van inwerkingtreding op 1 januari 2024 voldoende gereed is. Door intensief te testen weten we welke verbeteringen er nog in het DSO doorgevoerd moeten worden en welke tijdelijke maatregelen er beschikbaar zijn.

Doorontwikkeling

Het werk is met het bepalen van de datum van 1 januari 2024 nog niet klaar. Maar de overheden hebben er vertrouwen in dat ze samen definitief de stap kunnen zetten naar de laatste fase voor inwerkingtreding. Want ook na de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden de werkprocessen en software doorontwikkeld. Er is een serviceketen ingericht voor de ondersteuning van de samenwerkende overheden en voor burgers en bedrijven die vragen hebben.

Besluit

Om de laatste stappen in de voorbereiding op de inwerkingtreding zorgvuldig te kunnen doorlopen, vragen de betrokken overheden de Kamers om een besluit over de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024.

> Lees de brief aan de Eerste en Tweede Kamer

Informatie over de waterschappen op Europese website

24 januari 2023

Europese burgers en bedrijven hebben toegang tot digitale overheidsdienstverlening in de Europese Unie. Dat regelt de Europese verordening Single Digital Gateway (SDG). Hieraan moeten de rijksoverheid en alle waterschappen, gemeentes en provincies voldoen.

dijken en rivieren met rioolwaterzuivering vanuit de lucht gezien

Daarvoor is het portaal Your Europe ingericht. Deze centrale toegangspoort verwijst gebruikers die in een land van de Europese Unie willen wonen, werken of studeren door naar de juiste websites in de verschillende lidstaten. Ze vinden daar betrouwbare informatie over diensten, producten en procedures van alle overheden in Europa.

Doorverwijzing naar nationale portalen

Overheden kunnen informatie over producten en diensten ontsluiten via YourEurope. Bezoekers worden via deze toegangspoort doorverwezen naar de nationale portalen NederlandWereldwijd.nl en Ondernemersplein.nl en hun Engelse versies NetherlandsWorldwide.nl en Business.gov.nl.

Watervergunning en waterschapsbelasting

De waterschappen hebben onder leiding van Het Waterschapshuis de afgelopen maanden hard gewerkt aan het beschikbaar maken van informatie voor het aanvragen van een watervergunning en het betalen van waterschapsbelasting. Vanaf 25 januari staat deze informatie op de nationale portalen.

Toegang tot online procedures

De tweede stap van Single Digital Gateway is dat EU-burgers en bedrijven toegang hebben tot online procedures. Ook krijgen burgers en bedrijven het recht om overheden toestemming te geven om onderling digitaal bewijsstukken uit te wisselen. De deadline hiervoor is december 2023. Op dit moment wordt onderzocht hoe dit ook op een centrale manier kan worden ingericht.

Praktijkboek Waterbeheer onder de Omgevingswet: van papier naar praktijk

15 december 2022

Professionals in het waterbeheer kunnen vanaf nu aan de slag met het ‘Praktijkboek Waterbeheer onder de Omgevingswet’. Het boek is geschreven door 25 experts uit de wereld van het waterbeleid en het waterrecht. Enkele redacteuren overhandigden het Praktijkboek op 15 december aan minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

Minister Hugo de Jonge neemt het praktijkboek 'Waterbeheer onder de Omgevingswet' in ontvangst.

Het Praktijkboek beschrijft de Omgevingswet en de gevolgen daarvan voor het waterbeheer. Het is een handig en praktisch naslagwerk voor professionals die werkzaam zijn in het waterbeheer, maar ook voor andere geïnteresseerden.

De Waterwet verdwijnt

Hoewel de Omgevingswet nog ingevoerd moet worden, heeft de wet straks consequenties voor de waterbeheerders. Zo verdwijnt de Waterwet. Het in de Waterwet opgenomen waterrecht komt grotendeels terug in de nieuwe Omgevingswet. Deze wet bundelt 26 wetten over de fysieke leefomgeving van rijkspartijen, provincies, gemeenten en waterschappen. Dat betekent nogal wat voor de toepassing van de nieuwe Omgevingswet en het bijbehorende begrippenkader.

Van papier naar praktijk

Om te kunnen werken met de nieuwe Omgevingswet is het belangrijk dat de bestuurlijke partners oefenen met de nieuwe manier van (samen) werken. Het Praktijkboek is daarbij een naslagwerk, met nuttige kennis en voorbeelden. Het boek helpt dus om de wet van papier naar praktijk te brengen.

Handige gids

Het boek is tot stand gekomen onder redactie van Peter de Putter (Sterk Consulting), Herman Havekes en Willem Wensink (beide van de Unie van Waterschappen). Wensink: “We hopen als redactie dat dit Praktijkboek als een handige gids de lezer door de nieuwe Omgevingswet en de gevolgen daarvan voor het waterbeheer heen leidt. En zo een succesvolle uitvoering van de wet bevordert.”

Water en bodem sturend

Water en bodem worden steeds meer als sturende elementen gezien voor de grote uitdagingen waar Nederland voor staat. Er moet ruimte komen voor honderdduizenden woningen, voor natuur en landbouw, voor onze energievoorziening en onze economie. Een toekomstbestendige inrichting vergt een delicate balans tussen water en klimaat. Hierbij gaat de Omgevingswet helpen omdat de regelgeving gebundeld is in een vereenvoudigd en modern stelsel van regels en wetten voor ruimtelijke projecten.

Eén digitaal loket

De Omgevingswet voorziet ook in één digitaal loket, zodat je snel kunt zien wat er kan en mag in de leefomgeving. Zo kunnen bedrijven en bewoners snel en gemakkelijker een vergunning aanvragen en een project starten.

Meer weten?

Alle waterschappen hebben 10 exemplaren van het praktijkboek ontvangen. Belangstellenden kunnen het boek bestellen via Boom Uitgevers Den Haag.

Op de foto v.l.n.r.: Peter de Putter (Sterk Consulting), Hugo de Jonge en Willem Wensink (Unie van Waterschappen)

Meer watermaatregelen in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

15 november 2022

Op 1 januari 2023 gaat het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van start. Met het GLB werken Nederland en de andere lidstaten van de Europese Unie aan toekomstbestendige landbouw, het versterken van de natuur en een leefbaar platteland.

boerderij met weiland en sloot in vogelvluchtperspectief

Van 2023 tot 2027 biedt het GLB subsidies aan voor initiatieven die bijdragen aan deze doelen. Het nieuwe beleid richt zich op het ondersteunen van boeren die ervoor kiezen hun bedrijf verder te verduurzamen en te vernieuwen.

Nationaal Strategisch Plan

De Nederlandse invulling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid staat in het Nationaal Strategisch Plan (NSP). Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen hebben vanaf 2019 aan de invulling van dat plan gewerkt.

Agrarische sector én natuur

Het NSP bevat maatregelen die bijdragen aan het behalen van doelen voor waterkwaliteit, klimaatadaptatie, biodiversiteit, bodem en kringlooplandbouw. De waterschappen vinden het belangrijk dat investerings- en beheermaatregelen voor het watersysteem ten goede komen aan de agrarische sector, het landelijk gebied én aan een robuuste natuur. Dat sluit ook aan bij de kaders die Europa daarvoor stelt.

Eco-regelingen

Voor de hele periode tussen 2023 en 2027 is er 4,7 miljard euro beschikbaar voor agrariërs en het agrarisch gebied. Dit geld is niet alleen afkomstig van de Europese Unie, maar ook van het Rijk, de provincies en de waterschappen. Een groot deel van het bedrag wordt besteed aan het steunen van boeren die innoveren, vernieuwen en bijdragen aan doelen voor biodiversiteit, bodem en lucht, klimaat, landschap en water. Dat gebeurt onder meer via de ‘eco-regelingen’. Daarmee wordt toekomstbestendig boeren beloond.

Relevante wateronderdelen in het NSP

De Kaderrichtlijn Water (KRW) en een duurzaam watersysteem dat bijdraagt aan klimaatmitigatie en -adaptatie zijn onderdeel van de voorgestelde verduurzaming van de landbouw. In vergelijking met het huidige GLB komen de watermaatregelen in meer onderdelen van het nieuwe GLB terug. Vooral het opnemen van relevante maatregelen op het gebied van water en bodem in de eco-regelingen zal naar verwachting effect hebben. Het is de verwachting dat veel agrariërs gebruik gaan maken van deze regeling, aangezien deelname tot een significant hogere hectarepremie leidt (tussen 60 en 200 euro per hectare bovenop de basispremie).

Voorbeelden

Er zijn een aantal concrete voorbeelden van maatregelen te noemen die bijdragen aan de wateropgaven. Denk aan:

  • Bredere bufferstroken langs het water, gewasrotatie, minimale bodembedekking (breder toepassen vanggewassen).
  • Stimuleren van rustgewassen, langjarig grasland en meerjarige teelt, biologische bestrijding.
  • Verbreding van de subsidieregeling Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) voor klimaat en water, invulling bufferstroken, greppelinfiltratie, huidige pakketten waterkwaliteit/kwantiteit.
  • Herstel- en inrichtingsmaatregelen internationale doelen Nitraatrichtlijn en KRW, peilgestuurde drainage, klimaatadaptief watersysteem.
  • Investeringen voor modernisering, verduurzaming of precisielandbouw.
  • Gebiedsgerichte aanpak: integrale gebiedsontwikkeling zoals via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer.

Ledenbrief

In oktober verscheen ook een ledenbrief over het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid per 2023.

Verantwoorde invoering Omgevingswet vraagt meer tijd

14 oktober 2022

Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), IPO, VNG en de Unie van Waterschappen hebben de afgelopen weken intensief gesproken over de beoogde invoeringsdatum van de Omgevingswet per 1 januari 2023. De waterschappen zijn klaar voor invoering op 1 januari 2023, maar geven aan dat deze stap alleen slaagt als alle overheden deze stap zetten.



Zes maanden

In gezamenlijkheid hebben de bestuurlijke partners de voor- en nadelen van de diverse scenario’s besproken. Dit heeft geleid tot de conclusie dat er meer tijd nodig is. De voorgestelde zes maanden worden gebruikt om verder te testen en te oefenen met de Omgevingswet. Hiervoor komt extra ondersteuning en financiering voor de bevoegde gezagen. Met zijn voortgangsbrief van 14 oktober informeert minister Hugo de Jonge de Eerste en Tweede kamer.

Voortgangsbrief aan de Kamer

Bij de voortgangsbrief aan de Eerste Kamer over de implementatie van de Omgevingswet d.d. 14 oktober 2022 zijn diverse onderzoeken en bijlagen gevoegd, waaronder het rapport van de AcICT en de enquête die in opdracht van de minister is uitgevoerd door Twijnstra/Gudde.

Nieuwe datum Omgevingwet: 1 januari 2023

24 februari 2022

Minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft het ontwerp-Koninklijk Besluit (KB) met een nieuwe inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet: 1 januari 2023, aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer.

rivier met riet en bootjes en erachter nieuwbouwhuizen

Rogier van der Sande, voorzitter Unie van Waterschappen: “Deze datum geeft de waterschappen de duidelijkheid die nodig is om goed voorbereid van start te kunnen met de Omgevingswet. Daar zijn we blij mee.”

Verantwoorde invoering

Minister De Jonge, de gemeentes (VNG), provincies (IPO) en de Unie van Waterschappen spraken op 24 februari over de stand van zaken van de Omgevingswet en hebben de inwerkingtredingsdatum bepaald op 1 januari 2023. Alle betrokken partijen staan achter de wet en zetten zich in voor een verantwoorde invoering. Tijdens het bestuurlijk overleg op 27 januari kwam naar voren dat er meer tijd nodig is om verder te werken aan de stabiliteit van de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). En om de werkprocessen in te regelen en hiermee te oefenen. Dat gebeurt aan de hand van een aangescherpte planning.

Tijd om te oefenen

Toine Poppelaars, bestuurslid Unie van Waterschappen: “Het is belangrijk dat we als decentrale overheden genoeg tijd hebben om te kunnen oefenen met een stabiel DSO. Daarom blijft het belangrijk dat er hard wordt doorgewerkt aan de stabiliteit van de landelijke voorziening van het DSO. Dat is de eerste prioriteit.”

Belangrijk startmoment

De inwerkingtreding van de Omgevingswet is een belangrijk startmoment. Vanaf dan wordt de wet in de praktijk toegepast. Ook na de inwerkingtreding van de wet op 1 januari 2023 is er nog veel werk aan de winkel en kunnen onvolkomenheden niet worden uitgesloten. Het nieuwe stelsel voor het omgevingsrecht en het DSO wordt ook na inwerkingtreding verder ontwikkeld en gemonitord om de doelen van de wet te halen en de beoogde veranderingen door te voeren.

Proces Koninklijk besluit

Als het parlement akkoord gaat, wordt het KB aangeboden aan de Koning. Na ondertekening gaat de Omgevingswet definitief in op 1 januari 2023. De waterschappen roepen de Tweede en de Eerste Kamer op het KB snel in behandeling te nemen.

> Kamerbrief Voorhang ontwerp Koninklijk Besluit inwerkingtreding Omgevingswet

Kamer bespreekt amendement financiering lokale partijen

14 februari 2022

Op 15 februari behandelt de Tweede Kamer de Wet financiering politieke partijen (Wfpp). De Unie van Waterschappen vindt dat lokale partijen net als landelijke partijen overheidssubsidie moeten krijgen. De SP heeft hierover een amendement ingediend.



Partijen moeten mee kunnen doen aan verkiezingen zonder dat ze afhankelijk zijn van bedrijven of particulieren die met giften politieke invloed en macht kopen, zo vindt de SP. De Unie van Waterschappen vindt dat subsidie zorgt voor versterking van lokale partijen. Bij de meest recente waterschapsverkiezingen behaalden lokale partijen 41 procent van de stemmen. Ze spelen dus een belangrijke rol.

Gelijker speelveld

Als dit amendement wordt aangenomen, betekent dat ook partijen die meedoen aan verkiezingen voor provinciale staten, de gemeenteraad en de waterschappen onder de Wfpp vallen. Dat maakt subsidie voor lokale partijen mogelijk en dat geeft weer een gelijker speelveld. De Unie is daar voorstander van.

> Lees het amendement van de SP

Waterschappen hebben vragen over versterking vergunningstelsel

5 september 2022

Op 13 september staat in de Tweede Kamer een Commissiedebat vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) gepland. De waterschappen zijn benieuwd naar de planning van het Programma versterking VTH-stelsel.

Handhaver neemt watermonster

Begin 2021 stelde de Commissie Van Aartsen vast dat het de omgevingsdiensten ontbreekt aan kennis en doorzettingsmacht. Om het VTH-stelsel te versterken heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat een programma opgezet. Het is nu bijna anderhalf jaar na de uitkomsten van de Commissie Van Aartsen. De waterschappen zijn benieuwd naar de concrete afspraken en het tijdpad van dit programma.

Rol omgevingsdiensten

De waterschappen moeten de goede werking van de rioolwaterzuivering kunnen garanderen en het oppervlaktewater beschermen. Daarom is het belangrijk dat waterschappen niet verrast worden door een lozing van een gevaarlijke stof op de rioolwaterzuivering. Hierbij spelen de omgevingsdiensten een belangrijke rol. Zij actualiseren de watervergunningen voor indirecte lozingen en houden hier toezicht op. Het is belangrijk dat de omgevingsdiensten hiervoor voldoende tijd en geld krijgen.

Achterstand van indirecte lozingsvergunningen

Op dit moment is er nog steeds sprake van een grote achterstand bij de omgevingsdiensten bij het actualiseren van deze vergunningen. De waterschappen vragen zich af wanneer begonnen wordt met het wegwerken van deze achterstand bij alle omgevingsdiensten.

Lees de hele inbreng

Handreiking: kostenvergoeding bij meervoudige aanvraag omgevingsvergunning

15 juni 2022

De Omgevingswet gaat uit van de eenloketgedachte; initiatiefnemers kunnen een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor verschillende soorten activiteiten gelijktijdig indienen. Bij zo’n meervoudige aanvraag is er één bevoegd gezag, maar achter de schermen kunnen er meerdere overheden betrokken zijn. Er is nu een handreiking beschikbaar met werkafspraken voor bestuursorganen die een kostenvergoeding in willen dienen bij het bevoegd gezag in kwestie.



Bij een meervoudige aanvraag kan het zo zijn dat er instemming nodig is van een ander bestuursorgaan dan het bevoegd gezag. Het bestuursorgaan dat instemming moet verlenen, kan voor de instemming kosten in rekening brengen bij het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag kan deze kosten op zijn beurt via de leges doorberekenen aan de aanvrager van de vergunning. De handreiking bevat werkafspraken over deze kostendoorberekening.

Geen officiële status

De handreiking is tot stand gekomen in samenwerking tussen het Rijk, de Vereniging Nederlandse Gemeentes (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen. Het heeft als doel overheden te ondersteunen bij het structureren van het werkproces. De handreiking heeft geen officiële status en bindt partijen dus niet. In de praktijk kunnen bestuursorganen die bij een meervoudige aanvraag zijn betrokken andere afspraken maken.

Uitgangspunt

De handreiking is gebaseerd op de voorgenomen toevoeging van artikel 13.2a aan de Omgevingswet. In dit artikel staat dat voor het besluit over instemming en het daaraan voorafgaande advies, kosten in rekening kunnen worden gebracht. De hoogte van de in rekening te brengen kosten is gelijk aan de leges die het instemming verlenende bestuursorgaan zelf zou heffen. Afgesproken is om bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet al volgens dit artikel te werken.

Oefenen

De handreiking is bedoeld om bestuursorganen te helpen om hun eigen verantwoordelijkheid vorm te geven en er bij het oefenen gebruik van te maken. Maar bij het in rekening brengen en vergoeden van kosten komt nog meer kijken. Partijen hebben bijvoorbeeld ook werk aan het op een juiste manier administreren van de kostenvergoedingen. Daarom is het handig om meteen met het oefenen te beginnen.

Bekijk de handreiking

Eerste Kamer stemt in met wijziging Wet gemeenschappelijke regelingen

14 december 2021

Op 14 december heeft de Eerste Kamer ingestemd met de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Ook stemde de Kamer in met enkele andere wetten die te maken hebben met het versterken van de democratische legitimatie.



Een gemeenschappelijke regeling is een samenwerkingsverband tussen overheden. Denk bijvoorbeeld aan de Veiligheidsregio’s, Het Waterschapshuis of de Regionale Belastingsamenwerkingen. In de Wgr is geregeld hoe een gemeenschappelijk regeling moet worden ingericht.

Democratische legitimatie

Het nieuwe wetsvoorstel voor de Wgr heeft als doel om de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen en de kaderstellende en controlerende rol van gemeenteraden, provinciale staten en algemene besturen van waterschappen te versterken. Dit is nodig omdat de legitimiteit van gemeenschappelijke regelingen gebaseerd is op het beginsel van ‘verlengd lokaal bestuur’. Dat betekent dat het bestuur van het samenwerkingsverband geen eigen democratische legitimiteit heeft, maar dat de politieke controle op het bestuur gevoerd door het samenwerkingsverband uiteindelijk berust bij de betrokken deelnemers.

Meer ruimte

Dit wetsvoorstel probeert hieraan tegemoet te komen door meer ruimte te geven voor keuzes over de werking van een gemeenschappelijke regeling. Bijvoorbeeld door te kiezen voor een gemeenschappelijke adviescommissie of het gebruik van zienswijzen door gemeenteraden.

Wgr voor waterschappen

De belangrijkste opgave vanuit de wijziging van de Wgr voor de waterschappen is om de gemeenschappelijke regelingen waar ze aan deelnemen aan te passen aan de nieuwe bepalingen. Inclusief een proces met het eigen bestuur en de besturen van de andere deelnemers. In het wetsvoorstel (artikel V) is geregeld dat overheden hier tot 2 jaar na inwerkingtreding de tijd voor hebben. Naar verwachting gaat de Wet op 1 juli 2022 in.

Overige maatregelen

Naast dit wetsvoorstel wordt ook op andere manieren ingezet op versterking van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen. Denk aan aanpassingen van de Gemeentewet en de Provinciewet die nodig zijn om de doelstellingen van deze wetswijziging te realiseren. Zoals de introductie van een gemeenschappelijk enquêterecht en het instellen van een rekenkameronderzoek bij een gemeenschappelijke regeling om de controlemogelijkheden te vergroten.

Regie in de Regio

Passend bij het werken in samenwerkingsverbanden is ‘Regie in de Regio, de gids voor regionale samenwerking’. Deze gids is geschreven door (juridisch) adviesbureau KokxDeVoogd en Dirkzwager legal & tax. De gids helpt bestuurders en ambtenaren van gemeentes, provincies, waterschappen en samenwerkingsverbanden om organisaties en samenwerkingsverbanden, al dan niet op grond van de Wgr, beter te laten functioneren.