
De waterschappen hebben onderwerpen aangeleverd bij minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat om tijdens de Rijnconferentie te bespreken. Ze zijn blij dat droogte en microverontreiniging op de agenda van de conferentie zijn gekomen.
Laagwater
In 2018 stond de Rijn bijzonder laag. Dit had grote gevolgen voor de scheepvaart, maar ook voor de watervoorziening in grote delen van het land. Ook zorgde de lage aanvoer van de Rijn destijds voor verzilting in het westen van Nederland. De ministers bespraken hoe met dit soort laagwatersituaties moet worden omgegaan en of hier aanvullende grensoverschrijdende afspraken over moeten worden gemaakt.
Microverontreiniging
De waterkwaliteit van de Rijn gaat door een toename van microverontreiniging achteruit. Er worden bijvoorbeeld steeds meer medicijnresten in het Rijnwater gemeten. De waterschappen voeren momenteel een onderzoeksprogramma uit naar de effecten van medicijnresten op de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater. De waterschappen maken zich samen met het Rijk en drinkwaterbedrijven ook sterk voor ketenaanpak, waarbij het aanpakken van de bron van de verontreiniging centraal staat. Internationale samenwerking is hierbij erg belangrijk.
30 procent afname
Tijdens de conferentie hebben de ministers afgesproken dat er een afname van 30 procent moet zijn van microverontreinigingen zoals medicijnresten, bestrijdingsmiddelen en industriële stoffen.
Overstromingen
Alle Rijnlanden blijven de komende 20 jaar investeren in dijken en oevers zodat de kans op overstromingen in het riviergebied met nog eens 15 procent afneemt. Ook hebben de deelnemende landen teruggekeken op de afgelopen 20 jaar, waarin ze 14 miljard euro hebben geïnvesteerd in dijken en rivierprojecten. Hiermee is de kans op overstromingen met 25 procent afgenomen.