Nationaal Programma Landelijk Gebied

Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) is een beleidsprogramma onder de Nationale Omgevingsvisie met de ministeries van LNV, IenW en BZK als opdrachtgevers. Het NPLG heeft als taak om met een gebiedsgerichte aanpak te zorgen dat de opgaven en maatregelen voor natuur, stikstof, landbouw, water, bodem en klimaat worden gehaald.
Standpunt:

Stikstof, klimaat en waterkwaliteit verdienen een gelijke plek in het NPLG.

Voor de transitie van het landelijk gebied is het nodig om:

  • Maatregelen te treffen die de waterkwaliteit verbeteren in het hele landelijke gebied, zodat de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water in 2027 worden gehaald.
  • Water en bodem leidend te laten zijn in ruimtelijke keuzes.

Nederland staat aan de vooravond van een grote verbouwing. Opgaven ten aanzien van klimaat, landbouw, energie en wonen vragen om een herinrichting van de ruimte. De impact hiervan is groot in het landelijk gebied, zowel ruimtelijk als sociaal-economisch voor de landbouwsector. Tegelijkertijd staat de leefbaarheid en milieu-kwaliteit (natuur, waterkwaliteit, lucht, geur) onder druk. Dit vraagt een brede, samenhangende benadering. Daarom heeft het Rijk het NPLG in het leven geroepen.

EU leidend

In het NPLG zijn de EU-verplichtingen leidend: Vogel- en Habitatrichtlijn, Kaderrichtlijn Water (KRW) en (onder meer) de Europese Klimaatwet voor broeikasgassen uit land en landgebruik. Het NPLG richt zich voornamelijk op de landbouw en natuur.

Meerdere doelen

Om de natuur te herstellen, de stikstofproblematiek op te lossen, de waterkwaliteit te verbeteren en de gevolgen van extreem weer op te vangen is een transitie van het landelijk gebied nodig. Het NPLG moet daarom meerdere doelen dienen en zal mogelijkheden tot slim combineren moeten benutten. Dit wordt gedaan via maatregelen die meerdere doelen tegelijk dienen. Zo zorgt het verhogen van de waterpeilen in veenweide niet alleen voor minder stikstof- en CO2-uitstoot, maar ook voor een betere waterkwaliteit. Bovendien wordt hiermee de daling van de bodem vertraagd. De maatregelen stimuleren kringlooplandbouw: extensief grasland zorgt voor minder uit- en afspoeling naar het oppervlaktewater. Een belangrijke factor is dat het toekomstperspectief en verdienvermogen van de agrariërs wordt meegenomen om de transitie mogelijk te maken.

Wat doen de waterschappen?

Om het landelijk gebied toekomstbestendig te maken, moeten we water de ruimte geven. Daarom is het belangrijk dat water en bodem sturend worden voor de ruimtelijke plannen die voortvloeien uit het NPLG. Hiernaast is het voor de waterschappen belangrijk dat de stikstofopgave, klimaat- en de waterkwaliteitsdoelen een gelijkwaardige plek krijgen in het programma. De waterschappen pleiten daarbij voor een snelle aanpak en willen graag meewerken aan een versnelling. Provincies nemen de regie voor de gebiedsaanpak in de regio. Waterschappen brengen hun gebiedskennis en mogelijke maatregelen in.

Wat doet de Unie van Waterschappen?

De Unie van Waterschappen maakt zich er sterk voor dat het behalen van waterkwaliteitsdoelen en het klimaatbestendig inrichten van het landelijk gebied onderdeel uitmaken van het NPLG. Zo kunnen de gevolgen van hoosbuien en droogte beter worden opgevangen en is er gezond waterleven.

> Bekijk hier de NPLG-zienswijze van de Unie van Waterschappen