
De bever is een inheemse diersoort die door de jacht zo’n 150 jaar niet meer in Nederland aanwezig was. Eind jaren ‘80 werden bevers opnieuw in Nederland uitgezet en maakten een comeback. Er zijn nu zo’n 3.000 bevers in ons land. Ongeveer 1.000 daarvan leven langs de grote rivieren. Ze bouwen indrukwekkende holen, dammen en burchten.
Risico voor dijk en sloot
Bevers hebben een positief effect op de biodiversiteit. Helaas zorgen ze ook steeds vaker voor schade of risico’s. Dijken worden ondergraven en door de bouw van dammen in sloten en beken ontstaat wateroverlast. Het is de taak van de waterschappen om deze risico’s te beperken. Om dat zo goed mogelijk te doen, is een nieuw beverprotocol vastgesteld. In dat protocol is natuurlijk rekening gehouden met de beschermde status van de bever
Werkwijze en maatregelen
Het protocol beschrijft de werkwijze en de maatregelen die genomen kunnen worden als een bever gevaar oplevert voor het watersysteem. Denk aan het verwijderen van vegetatie zodat een locatie voor de bever onaantrekkelijk wordt. Of het uitgraven en dichten van gangen in dijken, of het verwijderen van dammen uit sloten. Waar schades worden hersteld, worden ook preventieve maatregelen genomen. Bijvoorbeeld het ingraven van steen of gaas tegen nieuwe graverij. Zo blijven dijken en kades sterk en veilig.
Samenwerking
Het protocol is opgesteld door de waterschappen Hollandse Delta, Vallei en Veluwe, en Rijn en IJssel onder aanvoering van waterschap Rivierenland. Dat deden ze samen met de provincies Gelderland en Zuid-Holland, de faunabeheereenheden van Gelderland en Zuid-Holland, Rijkswaterstaat en de Unie van Waterschappen. De Unie van Waterschappen wil graag dat ook in andere regio’s beverprotocollen door samenwerking tussen partijen tot stand komen.
Foto: Waterschap Rivierenland – Het waterschap graaft in de Waaldijk bij Dodewaard enkele gangen van een bever uit. Voor dit soort ingrepen moet het nieuwe beverprotocol gelden.