
De afvoer van de Rijn daalde op 1 september onder de 1000 m3/s. Een dergelijke waterstand is laag voor de tijd van het jaar maar niet ongebruikelijk. Naar verwachting stijgt de afvoer van de Rijn de komende periode. De afvoer van de Maas is, ondanks een korte afvoerpiek als gevolg van neerslag, zeer laag en zal naar verwachting laag blijven. Omdat de watervraag afneemt, is er vanuit beide rivieren voldoende water beschikbaar.
Toenemende verzilting
Vanwege de lage afvoer van de Rijn is er weinig tegendruk tegen het zoute zeewater in de Rijn-Maasmonding. Vooral in combinatie met de af en toe opgetreden hogere waterstanden op zee dringt het zoute water dieper het binnenland in. Het zoutgehalte van de Hollandse IJssel is daarom in de afgelopen periode licht toegenomen. De laatste week is de situatie verbeterd, onder andere dankzij maatregelen als het verhogen van de afvoer via stuw Hagestein, de aanvoer van water uit het Amsterdam-Rijnkanaal en de verminderde inlaat door waterschappen uit de Hollandse IJssel. Komende week kan de combinatie van springtij en de lage Rijnafvoer opnieuw voor extra zoutindringing zorgen.
Natuurschade door droogte
Door de regen oogt de natuur weer wat groener en natter, maar de hydrologische droogte is nog niet voorbij. De voor een deel onzichtbare schade van kwetsbare plant- en diersoorten wordt door beheerders als groot ingeschat. Omdat droogte zich nu voor het derde jaar op rij voordoet is er niet voldoende tijd voor herstel. Berken en beuken verliezen vervroegd hun blad en het aantal vlinders is sterk afgenomen. Door geringe stroming en hoge watertemperaturen zijn er ook gevolgen voor de natuur in de Maas en andere wateren.
Doordat droogteproblemen nog altijd spelen blijven de maatregelen van waterschappen en Rijkswaterstaat van kracht. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld het opzetten van waterpeilen, het vasthouden van water en het instellen van beregeningsverboden.