
> Download pdf
Het Meetnet Nutriënten Landbouw Specifiek Oppervlaktewater (MNLSO) is in 2010-2012 door de waterschappen en Deltares opgezet om te onderzoeken hoe het staat met de nutriënten (meststoffen) in landbouw specifiek oppervlaktewater. Voor het meetnet zijn bestaande meetlocaties van alle waterschappen geselecteerd, die landbouw als enige humane bron van nutriënten hebben. Met de gegevens uit het meetnet zijn door Deltares toestand- en trendanalyses uitgevoerd om te kunnen vaststellen of:
- Er neerwaartse of opwaartse trends in nutriëntenconcentraties zijn;
- De doelen met betrekking tot nutriënten worden gehaald (toestand).
De resultaten van het MNLSO zijn gebruikt bij de landelijke ex-post evaluatie van de Meststoffenwet in 2012 en 2016. Daarnaast zullen de resultaten van het MNSLO samen met andere meetnetten ook ingezet worden voor toekomstige rapportages voor de Meststoffenwet en de Nitraatrichtlijn.
Opzet meetnet
Het MNLSO bestaat uit 173 meetlocaties die landbouw als enige bron van nutriënten hebben. De waterschappen en Deltares hebben daarvoor gezocht naar bestaande meetlocaties in landbouwgebieden die niet onder invloed staan van lozingen vanuit rioolwaterzuiveringen of industrie. In gebieden waar de waterkwaliteit onder invloed staat van inlaatwater vanuit de rivieren is gezocht naar locaties met een minimale beïnvloeding van inlaatwater. Dit is gecontroleerd met de gidsstof Gadolinium. Gadolinium zit in een chemisch zeer stabiel contrastmiddel dat patiënten toegediend krijgen voorafgaand aan een MRI-scan en is een goede indicator voor invloed van rioolwaterzuiveringen en inlaatwater. In laag Nederland kan kwel bijdragen aan de nutriëntenbelasting maar deze bijdrage is in het MNLSO beperkt doordat meetpunten zijn geselecteerd met zo min mogelijk kwel. Daarom zijn dan ook geen locaties in de diepe droogmakerijen geselecteerd. Van de 173 meetlocaties hebben 99 momenteel een meetreeks langer dan 10 jaar, waardoor het mogelijk is naar trends in de nutriëntenconcentraties te kijken.
Resultaten
Uit de resultaten van het MNLSO komt naar voren dat de nutriëntenconcentraties in de landbouw specifieke wateren een significant neerwaartse trend laten zien. Wel voldoen de nutriëntenconcentraties op ongeveer de helft van de meetlocaties nog niet aan de norm. De neerwaartse trends zijn met meerdere statistische methoden vastgesteld, ook voor de zomeren winterconcentraties afzonderlijk, voor de deelgebieden zand, klei en veen en voor verschillende meetperioden. De conclusie dat de nutriëntenconcentraties dalen is dus niet afhankelijk van de gekozen statistische methode, meetperiode of deelgebied. Voor de toetsing zijn de normen gebruikt die de waterschappen voor de meetlocaties hanteren. De normen zijn zoals algemeen gangbaar in oppervlaktewater gebaseerd op niet-gefiltreerde metingen van Stikstof (N-totaal) en Fosfor (P-totaal). De normen verschillen per gebied en watertype omdat de waterschappen bij de normstelling rekening houden met achtergrondbelasting, bijvoorbeeld via kwel vanuit diep grondwater met veel nutriënten. In het verleden werden landelijke analyses van de waterkwaliteit in landbouwgebieden gebaseerd op metingen van locaties die naast landbouw ook onder invloed stonden van lozingen en andere bronnen. Met het MNLSO is een flinke stap voorwaarts gezet in het onderzoek naar de relatie tussen landbouw en waterkwaliteit.