Grondwaterstand

Een te hoge of te lage grondwaterstand kan voor problemen zorgen. Daarom meten de waterschappen de grondwaterstand continu. Een robuuste grondwaterbalans is erg belangrijk.
Standpunt:

Het grondwatersysteem is uit balans.

Het watersysteem is namelijk de afgelopen decennia vooral geoptimaliseerd voor het afvoeren van water terwijl de druk op het grondwater toeneemt door intensiever gebruik en een veranderend klimaat. Overheden en maatschappelijke partners moeten deze uitdagingen samen aangaan; iedereen draagt een deel van de verantwoordelijkheid voor het grondwater. Voor goede samenwerking is een heldere, gemeenschappelijke visie nodig op de aanpak van grondwatervraagstukken en de rol van de waterschappen daarin.

Via sloten, meren, rivieren of als regenwater zakt water in de bodem. Dit water zakt tot het een niveau bereikt waar de bodem geen water doorlaat. Boven dit niveau is de grond ‘verzadigd’ en kan het geen water meer opnemen. De hoogte waar deze verzadiging optreedt, wordt het grondwaterpeil of de grondwaterstand genoemd. Het water onder de grondwaterstand noemen we grondwater.

Hoge of lage grondwaterstand

De grondwaterstand of het grondwaterpeil is niet overal even hoog. In het westen van Nederland kan de grondwaterstand enkele decimeters onder het maaiveld liggen, terwijl het in andere gebieden tientallen meters diep zit. Het kan dus wisselen in hoogte.
Verschillende factoren zijn van invloed op hoe diep het grondwater zit:

  • de hoeveelheid regen die er valt,
  • uit welke lagen de bodem bestaat
  • hoeveel water deze lagen doorlaten,
  • de afstand tot het oppervlaktewater,
  • de waterdruk uit diepere bodemlagen,
  • constructies onder de grond,
  • lokale grondwaterwinningen.

Blijven controleren

Om de beperkte hoeveelheid grondwater te beschermen, controleren de waterschappen de grondwaterstand continu. Dit doen ze door de grondwaterstand te meten via een peilbuis. Hiervoor zijn over het hele land meetpunten.

Een te hoge grondwaterstand kan voor grondwateroverlast zorgen. Maar een te lage grondwaterstand kan leiden tot problemen als verdroging, inklinken van veengrond, schade aan funderingen, landbouwschade en uitdroging van gevoelige plantensoorten. Het is dus belangrijk om te zorgen voor een goede grondwaterbalans. De waterschappen streven hier zoveel mogelijk naar. Daarvoor is het belangrijk om de boven- en ondergrondse functies goed af te stemmen op het grondwatersysteem. Zo kan een lage grondwaterstand bij een waterschap aanleiding zijn voor een onttrekkingsverbod voor het beregenen van grasland.

Tijd voor actie

In 2018 had Nederland een extreem droge zomer. Ook 2019 en 2020 waren heel droog. In deze jaren is de grondwaterstand flink gedaald. Door het natte voorjaar van 2021 lijkt de grondwaterstand zich in het grootste gedeelte van Nederland te hebben hersteld. Maar de waterschappen kunnen niet vertrouwen op het weer. Er is een watertransitienodig. Het traditionele watersysteem moet plaatsmaken voor een nieuw en duurzaam systeem waarbij water niet zo snel mogelijk naar het riool of de zee gaat, maar de kans krijgt om in de bodem te zakken als grondwater. Hiervoor werken de waterschappen samen met drinkwaterbedrijven en boeren.

Actueel grondwaterpeil

Meer informatie over de actuele grondwaterstanden in Nederland? Kijk dan naar het droogteportaal.

Wat doet de Unie van Waterschappen?

De Unie van Waterschappen ziet dat grondwater het waterbeheer beïnvloedt en dat er in de ondergrond en bodem kansen liggen om dit waterbeheer te verbeteren. Daarom werkt de Unie samen met andere overheden aan het versterken van het gezamenlijke grondwaterbeheer en zal de Unie, samen met de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) aansluiten bij het landelijke kennisnetwerk voor bodem, grondwater en ondergrond, zodat de verbinding kan worden gelegd tussen de kennisvragen van nu en de beleidsopgaven van morgen.