Door onder andere stijgende kosten is van beide alliantiepartners extra geld nodig: € 1,25 miljard van de waterschappen en € 1,25 miljard van het Rijk.
Ook afspraken over de lange termijn zijn nodig. Dijken zullen in de toekomst hoger en breder moeten worden. Dat gaat veel ruimte en geld kosten. De waterschappen pleiten daarom voor een langetermijnperspectief en een tijdige verhoging van het Deltafonds. Die afspraken liggen tot 2028 vast.
In alle ruimtelijke plannen voor de toekomst moet genoeg plek voor dijkversterkingen, rivierverruiming en het opvangen van water zijn. Ook waterbergingen (om water op te slaan bij extreme neerslag en om water vast te houden voor droge tijden) kosten veel ruimte. Water en bodem moeten sturend zijn bij ruimtelijke beslissingen.