Stikstof

In Nederland veroorzaken veeteelt, industrie, de bouw en het verkeer meer stikstofuitstoot dan onze natuur aan kan. Het gevolg is een verstoorde stikstofkringloop met schade aan bijvoorbeeld bossen en heide en verlies van beschermde soorten. Ook is teveel stikstof slecht voor onze gezondheid.
Standpunt:

Het stikstofvraagstuk wordt alleen opgelost door te werken aan structurele verbetering.

De uitstoot moet blijvend naar beneden en de natuur moet weer in gezonde staat worden gebracht. Om die doelen te halen, moeten we verder kijken dan alleen stikstofbelasting. Ook droogte en waterkwaliteit spelen een rol.

Bij een gebiedsgerichte uitwerking van het stikstofvraagstuk is een brede blik op de verschillende opgaven in een gebied belangrijk. Alle overheden werken hieraan mee, samen met de partijen die wonen en werken rond de Natura2000-gebieden.

Stikstof is een gas dat je niet ziet of ruikt, maar dat wel overal in de lucht om ons heen zit. Stikstof is op zichzelf niet slecht voor het milieu. Maar sommige verbindingen die de stof kan maken wel. Bijvoorbeeld in de vorm van ammoniak (NH3, een verbinding van stikstof en waterstof) en van stikstofoxiden (NOx, een verbinding van stikstof en zuurstof). Deze stoffen ontstaan vooral door de mest van dieren in de veehouderij, door uitlaatgassen van verkeer en bouwmaterieel, en door de uitstoot van de industrie.

Waarom is stikstof schadelijk?

De uitstoot veroorzaakt te veel stikstofdepositie in de natuur. Dit zorgt ervoor dat er een overdaad aan voedingsstoffen in de bodem terecht komt en dat de bodem verzuurt. Sommige planten, zoals grassen en brandnetels, groeien hierdoor heel hard. Ze verdringen andere planten die juist meer van een voedselarme bodem houden. Daardoor verdwijnen ook de dieren die van deze planten eten. Ook veroorzaakt een overschot aan stikstof kalkgebrek, waar bijvoorbeeld slakken en vogels last van hebben.

Stikstofprobleem

Uiteindelijk leidt het stikstofprobleem er dus toe dat de natuur ernstige schade oploopt en de biodiversiteit afneemt. Bovendien zijn de stikstofverbindingen die vrijkomen door verbrandingsmotoren, de stikstofoxiden, slecht voor de gezondheid van mensen.

Stikstofcrisis

In 2015 bedacht het kabinet de PAS, de Programmatische Aanpak Stikstof. Projecten en activiteiten konden alleen een vergunning krijgen als er tegelijkertijd werk werd gemaakt van uitstootvermindering en natuurherstel. Maar de Raad van State besloot in 2019 dat deze aanpak niet werkte. De natuur bleef achteruit gaan en alle vergunningstrajecten voor onder andere de bouw kwamen stil te liggen. Ook de geplande projecten van de waterschappen konden niet doorgaan. Denk aan dijkversterkingen en herinrichtingsprojecten van sloten en beken.

Nieuwe wetgeving

Na de stikstofcrisis van 2019 kwam er nieuwe wetgeving: de Wet stikstofreductie en natuurverbetering. Deze wet regelt dat de totale uitstoot van stikstof flink omlaag moet. In de wet krijgen bouwwerkzaamheden met een maatschappelijke relevantie, zoals die van de waterschappen, een bouwvrijstelling. Die werkzaamheden kunnen dus weer doorgaan. Maar de bouw moet zich wel inspannen om de uitstoot van stikstof terug te dringen.

Bindende afspraken

Het verschil tussen de nieuwe wetgeving en de PAS is vooral dat de afspraken bindend zijn. Als de doelen niet worden gehaald, mogen er geen vergunningen worden verstrekt. Om een vergunning te krijgen voor een project moet je vooraf aantonen dat er geen toename van stikstofneerslag plaatsvindt in een van de beschermde natuurgebieden. In 2025 moet 40 procent van de natuur die gevoelig is voor stikstof weer gezond zijn. In 2030 is dat 50 procent en in 2035 zo’n 74 procent .

Bouwprojecten waterschappen

Dankzij de nieuwe wetgeving kunnen de bouwprojecten van de waterschappen doorgaan. De waterschappen vinden het wel belangrijk om ook de eigen stikstofuitstoot omlaag te brengen. Ook werken ze samen met de provincies en natuurorganisaties aan natuurherstel.

Wat doet de Unie van Waterschappen?

Het kabinet werkt aan een groot pakket maatregelen om de doelen uit de stikstofwet te halen. Waterschappen zijn partner in het meedenken over deze maatregelen, en in de uitvoering in de gebieden. De Unie heeft erop aangedrongen dat de maatregelen ook moeten worden bekeken in het licht van waterkwaliteit en waterbeschikbaarheid. Het kabinet heeft dit overgenomen in het regeerakkoord en werkt dit verder uit in de gebiedsgerichte aanpak. Dat doet het kabinet samen met onder meer de waterschappen.

De Unie van Waterschappen is partner in een programma voor stikstofreductie in de bouw: Schoon en emissieloos bouwen. Hierin staat verduurzaming van mobiele werktuigen en bouwlogistiek centraal. Dit programma sluit aan bij de projecten en werkzaamheden van de waterschappen. De waterschappen willen een bijdrage leveren aan een stikstofvermindering van 60 procent. Projecten als dijkversterkingen en het baggerwerk worden daardoor nu en in de toekomst op een duurzamere manier uitgevoerd.


Medewerkers bij dit thema

Beleidsadviseur water, energie en ruimte