De waterschappen willen dat er een landelijke en eenduidige beveraanpak komt. Dit houdt in:
- De beverpopulatie neemt toe. De waterschappen willen een landelijk beverbeleid waarmee beleid, protocollen en ontheffingen worden geharmoniseerd. Waterschapsgrenzen en provinciegrenzen verschillen. Ook is er tussen de provincies verschil in de beveraanpak. Daarom zijn de verschillen op dit moment te groot. Waterschap Rivierenland is een sprekend voorbeeld. Dit waterschap ligt in 4 provincies en heeft daarmee te maken met 4 verschillende protocollen.
- De provinciale protocollen zijn nog te vaak alleen vanuit natuurdoelstelling opgesteld. Er ontbreekt een bredere kijk waarin waterveiligheid en veiligheid van infrastructuur (zoals wegen of spoorwegen) worden meegenomen.
- De Unie van Waterschappen is voorstander van een zonering in iedere provincie. In ‘rode’ gebieden is de bever niet welkom vanwege bijvoorbeeld overstromingsgevaar. Waterschappen vangen en verplaatsen bevers in de rode zone, in het uiterste geval doden ze de bever als er elders geen lege territoria meer zijn. De provincies Groningen & Drenthe en Limburg hebben een dergelijke zonering al opgenomen in hun beverbeleid.
Voor- en nadelen
Bevers hebben voor- en nadelen voor waterkwaliteit en veiligheid. Zo verhogen bevers de biodiversiteit. Dit komt doordat ze water vast houden met hun dammen. In gebieden waar bevers leven, komt er meer dood hout voor. Hierin schuilen allerlei insecten. Ook eten de insecten van het dode hout.
Helaas veroorzaken de bevers ook grote schade. Soms is dit een omgeknaagde boom op de weg of op het spoor. Maar de schade kan ook groter zijn, denk bijvoorbeeld aan wateroverlast door een beverdam of een beverhol in een dijk. Deze schade kan de waterveiligheid aantasten. Wanneer dit het geval is, grijpen de waterschappen in. Hiervoor hebben de waterschappen ontheffing nodig van de provincies. De waterschappen mogen alleen ingrijpen volgens vaste protocollen en op basis van door de provincie verleende ontheffingen.
Samenwerken: Kenniscentrum Bever
De Unie van Waterschappen, STOWA, Rijkswaterstaat, ProRail, Interprovinciaal Overleg en de Zoogdiervereniging werken samen in het Kenniscentrum Bever. Omdat de beverpopulatie in Nederland verder groeit, groeit ook de behoefte aan informatie. Kenniscentrum Bever heeft als doel het delen van kennis en het bundelen van krachten, op een duurzame wijze samen te leven met de bever. STOWA heeft het initiatief genomen om Europese organisaties die bezig zijn met bevermanagement en meer specifiek graverij door bevers samen te brengen. Begin 2025 wordt er in Nederland een internationale bijeenkomst georganiseerd.
Dassen
De das is een beschermd dier in de Natuurbeschermingswet. Dassen graven hun indrukwekkende burchten het liefst in zandgrond in een hoger gelegen hellend vlak, Bijvoorbeeld het talud langs een sloot, treinspoor of weg. Ook dijken zijn favoriet. Graverij maakten dijken kwetsbaar, met kans op een dijkdoorbraak en overstroming. Om dat te voorkomen stellen waterschappen in overleg met de provincies dassenprotocollen op. In dit protocol staat beschreven welk afwegingskader het waterschap hanteert en wat de handelswijze is bij ingrijpen op locaties met dassen.
Standpunt dassen
De waterschappen willen dat er voor dassen, net zoals bij bevers, een eenduidige landelijke aanpak komt.