Jeroen Haan, portefeuillehouder Waterveiligheid in het bestuur van de Unie van Waterschappen, steunt de bevindingen van de minister. “Op dit moment vindt de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken plaats: het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Hiermee zorgen de waterschappen en Rijkswaterstaat dat in 2050 alle primaire waterkeringen voldoen aan de nieuwe normen voor waterveiligheid. Voor de werkzaamheden tot 2028 zijn financiële afspraken gemaakt met het Rijk. Voor de periode tot 2050 moeten die worden gemaakt in de komende kabinetsperiode, zeker nu uit de beoordelingen blijkt dat de opgave groter is dan verwacht.”
Zorg voor voldoende ruimte
De Unie van Waterschappen roept de minister en het Rijk op om verder te kijken. Haan: “Het klimaat verandert en daar moeten we tijdig op anticiperen. Dat vraagt om een langetermijnvisie voor de ruimtelijke inrichting en de waterveiligheid in Nederland na 2050. In alle ruimtelijke plannen moeten we daarom nu al ruimte reserveren voor dijkversterking en wateropvangen. In de toekomst zijn hogere en bredere dijken nodig. Naast geld kost dat veel ruimte.”
3500 kilometer aan primaire waterkeringen
Ongeveer 3500 kilometer aan primaire waterkeringen beschermt Nederland tegen overstromingen: van de zee, grote rivieren, meren en plassen. Met de lage ligging van ons land en het veranderende klimaat is en blijft waterveiligheid topprioriteit. De waterschappen en Rijkswaterstaat inspecteren, onderhouden en versterken de waterkeringen in Nederland permanent. Ze werken hiervoor intensief samen met ministeries en andere partners.
Nieuwe veiligheidsnormen zijn strenger
Sinds 2017 gelden er in Nederland nieuwe, strengere normen voor waterveiligheid. Deze gaan uit van de kans op het bezwijken van een dijk en houden rekening met de effecten van klimaatverandering en de gevolgen van een overstroming . Hoe groter de te beschermen waarde, hoe kleiner de overstromingskans mag zijn. En dus hoe strenger de norm. Op basis van het oordeel wordt onderzocht welke maatregelen nodig zijn om aan de nieuwe veiligheidsnormen te voldoen.
Landelijke beoordelingsronde primaire waterkeringen
De eerste Landelijke Beoordelingsronde Overstromingskans van primaire waterkeringen (LBO-1) werd in januari 2023 afgerond. Hierin beoordeelden de waterschappen en Rijkswaterstaat de Nederlandse primaire waterkeringen volgens de nieuwste, strengere veiligheidsnormen die in 2050 gelden. In juni publiceerde de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) als toezichthouder een feitelijke rapportage over de beoordelingsresultaten. Daaruit bleek dat 38% van alle trajecten al voldoet aan de strengere eisen. Keringen die nog niet voldoen, zijn op dit moment veilig door het werk van de beheerders. Ze worden op termijn versterkt in het HWBP. Alle resultaten en de voortgang zijn online inzichtelijk op het waterveiligheidsportaal.
Start nieuwe beoordelingsronde 2023-2035
Primaire keringen worden iedere 12 jaar volgens de wet beoordeeld op basis van de meest actuele kennis, zoals nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI. De waterschappen en Rijkswaterstaat starten in 2023 met de voorbereidingen op een nieuwe beoordelingsronde tot 2035 (LBO-2). Ze doorlopen het hele proces opnieuw. Daarbij maken ze gebruik van de resultaten en ervaringen uit de eerste beoordelingsronde.