De beoordelingen van de primaire keringen

12 januari 2023


> Download deze publicatie

Circa 25% van Nederland ligt onder zeeniveau. En meer dan de helft van ons land zou regelmatig overstromen als er geen waterkeringen zouden zijn. Ook in hooggelegen gebieden beschermen dijken tegen hoogwater. In het overstroombare deel van Nederland wonen bijna 10 miljoen mensen, ligt 2.000 miljard euro aan beschermde waarde en wordt 70% van ons nationaal inkomen verdiend. Door de stijgende zeespiegel, hogere rivierstanden en steeds meer extreme hoosbuien en perioden van langdurige droogte krijgen onze dijken het steeds zwaarder te verduren. Waterkeringen zijn dus van groot maatschappelijk en economisch belang. Het veilig houden van de dijken is dan ook een topprioriteit voor de waterschappen.

Wettelijke normen

Om ervoor te zorgen dat de dijken tegen een stootje kunnen, is het belangrijk dat we regelmatig de staat van de dijken, onze primaire waterkeringen, onder de loep nemen. Er zijn wettelijke normen waaraan de dijken moeten voldoen. Eens in de 12 jaar worden ze beoordeeld: voldoen alle dijken aan de normen? En zo niet, wat moet er gebeuren om ervoor te zorgen dat ze dat wel weer doen?

Eerste beoordelingsronde

De eerste Landelijke Beoordelingsronde Overstromingskans van primaire waterkeringen (LBO-1) is in januari 2023 afgerond. Hierin beoordeelden de waterschappen en Rijkswaterstaat de Nederlandse primaire waterkeringen (dijken en sluizen) volgens de nieuwste strengere veiligheidsnormen die in 2050 gaan gelden. 38% van alle trajecten voldoet nu al aan de strengere eisen. Keringen die nog niet voldoen aan de strengere eisen zijn op dit moment veilig. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma versterkt die keringen op termijn om in 2050 te kunnen voldoen aan de strengere eisen. Alle resultaten en de voortgang zijn online inzichtelijk in het waterveiligheidsportaal.

Nieuwe veiligheidsnormen zijn strenger

Sinds 2017 werken de waterschappen en Rijkswaterstaat met nieuwe, strengere normen voor waterveiligheid. Ze gaan uit van de kans op het bezwijken van een dijk en houden rekening met de effecten van klimaatverandering, de gevolgen van het overstromen van het achterliggende gebied op de inwoners en de economische waarde. Hoe groter de te beschermen waarde, hoe kleiner de kans op overstromen mag zijn. En dus hoe strenger de norm. Als een dijktraject bij de beoordeling niet voldoet aan die norm, betekent dat niet automatisch dat het héle traject versterkt moet worden. De werkwijze gaat uit van de zwakste schakel in een ketting. Op basis van het oordeel volgt een onderzoek om te bepalen welke maatregelen nodig zijn om aan de nieuwe veiligheidsnormen te voldoen.

Start nieuwe beoordelingsronde 2023-2035

In de wet staat dat primaire keringen iedere 12 jaar moeten worden beoordeeld op basis van de meest actuele kennis, zoals nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI. Waterschappen en Rijkswaterstaat starten in 2023 met de voorbereidingen op een nieuwe beoordelingsronde tot 2035 (LBO-2). Ze doorlopen het hele proces opnieuw. Daarbij maken ze gebruik van de resultaten en ervaringen uit de eerste beoordelingsronde.

Deel dit via:
FacebookTwitterLinkedIn