Visie op zorgplicht waterkeringen

1 augustus 2019


> Download deze publicatie

Gezamenlijke kijk waterschappen op de invulling van deze zorgtaak

Met de overstap naar de risicobenadering waterveiligheid in 2017, de introductie van de 12-jaarlijkse toetsing en de overgang van het toezicht naar de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), komt de zorgplicht primaire waterkeringen in een nieuw daglicht te staan. De zorgplicht op zich is niet nieuw. Het is een eeuwenoude taak van de waterschappen, die de kern van hun bestaan raakt. De waterschappen grijpen de geschetste ontwikkelingen aan om hun invulling van deze zorgtaak nog eens tegen het licht te houden en na te gaan of ze als sector gesteld staan om op adequate wijze invulling te geven aan de zorgplicht nieuwe stijl. Met de cyclus van normeren, toetsen en versterken moet het beheer en onderhoud immers zorgen voor veilige waterkeringen en daarmee voor een veilig Nederland.

De Unie van Waterschappen en STOWA willen de waterschappen helpen bij de invulling van de zorgplicht nieuwe stijl. Hiervoor zijn eind 2014 en begin 2015 bijeenkomsten met waterschappen georganiseerd om ervaringen rond de zorgplicht te delen, na te gaan wat de gemeenschappelijke ontwikkelpunten zijn en waar waterschappen samen op kunnen trekken. Eén van de acties die daaruit naar voren kwam, is om een gezamenlijke visie op te stellen op de benadering en invulling van de zorgplicht. Het doel van deze visie is enerzijds om tot op bestuurlijk niveau aandacht te vragen voor de zorgplicht en te kijken waar we als waterschappen samen op kunnen trekken en anderzijds om als sector transparant te zijn over de wijze waarop we deze taak invullen.

Wat houdt zorgplicht in?
Het begrip zorgplicht waterkeringen wordt in de Waterwet niet exact gedefinieerd, maar houdt in dat de beheerder de wettelijke taak heeft om de waterkeringen aan de veiligheidseisen te laten voldoen en voor het noodzakelijke preventieve beheer en onderhoud te zorgen. Het is de eigen bestuurlijke verantwoordelijkheid van de waterschappen hoe ze invulling geven aan deze zorgtaak. De waterschappen zijn daarbij gehouden aan de wettelijke kaders voor de waterveiligheid die worden opgelegd door rijk (primaire keringen) en provincies (regionale keringen). Volgens de Grondslagen voor waterkeren (TAW, 1998) is het waterkeringbeheer het geheel van activiteiten dat noodzakelijk is om te waarborgen dat de functies van de waterkering blijven voldoen aan de daarvoor vastgestelde eisen en normen.

Wat is onze ambitie?
Onze gezamenlijke ambitie is om als sector actief invulling te geven aan de zorgtaak voor primaire en regionale waterkeringen en aantoonbaar en continu in control te zijn waar het gaat om het voldoen aan de eisen voor waterveiligheid en een adequaat beheer en onderhoud van de keringen. Dit is in lijn met de ontwikkeling naar meer transparantie in het waterbeheer en naar een open houding richting onze ingelanden en partners in de regio’s en in Den Haag. Bij de invulling van deze taak trekken we als sector samen op om te leren van elkaars aanpak en ervaringen. Ook zoeken we nadrukkelijk samenwerking met onze collega-beheerders van RWS.


Er is sprake van een groeimodel, waarbij we ons vakmanschap continu blijven ontwikkelen. De focus is in eerste instantie gericht op de primaire keringen, maar wordt vanaf 2017 verbreed naar de regionale keringen. De stip op de horizon is dat we als sector in 2017 een convenant afsluiten met onze kaderstellers en toezichthouders (Rijk en provincies) over de wijze waarop we onze zorgtaak invullen en hoe het toezicht hierop wordt uitgevoerd. Dit als uitvloeisel van de spraken over de nieuwe veiligheidsfilosofie, zoals die in 2011 in het Bestuursakkoord Water zijn gemaakt.

Deel dit via:
FacebookTwitterLinkedIn