Er is nog geen overeenstemming over een nieuwe gedragscode. Dat stelt de waterschappen voor flinke uitdagingen.
Verdere uitstel is niet wenselijk, omdat de waterschappen dan voor hun reguliere beheer en onderhoud veel nieuwe vergunningen moeten gaan aanvragen. Door de strengere interpretatie van natuurwetgeving zijn de waterschappen al genoodzaakt grote investeringen te doen. Denk hierbij aan de aanschaf van nieuwe maaimachines en het openbreken en aanpassen van raamcontracten met aannemers.
De Unie van Waterschappen ervaart nu dat de regels en de praktijk te ver uit elkaar liggen. Focus op een maaimethode in plaats van focus op het doel – bescherming van de natuur – past wat de waterschappen betreft ook niet in een samenleving die om ‘minder regels’ vraagt.
Wat is de gedragscode?
Een gedragscode voorkomt dat de waterschappen iedere keer voor hun beheer- en onderhoudswerkzaamheden natuurvergunningen moeten aanvragen bij het bevoegd gezag. In dit geval zijn dat de provincies. Deze werkzaamheden zijn nodig om hun wettelijke taken als waterschappen goed uit te voeren.
Waarover wordt nu gesproken met het Rijk?
De waterschappen zijn sinds begin 2022 bezig met het actualiseren van de gedragscode beheer en onderhoud voor de waterschappen uit 2019. Ze zijn al geruime tijd in gesprek met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om tot een nieuwe gedragscode te komen. Op veel van deze punten is inmiddels overeenstemming, maar er blijft één heikel punt open staan. Namelijk de mogelijkheden voor waterschappen om te kunnen maaien met de zogeheten klepelmaaier. De waterschappen hebben deze maaimethode nodig om hun wettelijke taken goed te kunnen uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan het maaien op verharde ondergrond of steile taluds.
RVO is meegegaan in een aantal uitzonderingssituaties, maar niet in alle benodigde uitzonderingen van de waterschappen. Het niet inwilligen van alle verzoeken van de waterschappen heeft een enorme impact op het werk van de waterschappen en brengt de continuïteit van goed beheer en onderhoud in het geding.
Klepelen 2.0
Bij de waterschappen staat het versterken van biodiversiteit hoog in het vaandel. Ze hebben dan ook gekeken hoe maaien met de klepelmaaier natuurvriendelijker kan en zullen niet meer op traditionele manier klepelen. De minimale maaihoogte wordt 10 cm en de maximale werksnelheid 5 km/u. Overal waar het technisch mogelijk is, moet de vegetatie direct worden afgevoerd. Dit verkleint het aantal ‘slachtoffers’ van deze maaimethode aanzienlijk. Daarnaast hoeft er door het gebruik van de klepelmaaier minder vaak gemaaid te worden, waardoor de natuur langer met rust wordt gelaten.
Onderzoek
De waterschappen hechten aan een goed contact met de soortenorganisaties. Dat contact is er ook, met name met de Vlinderstichting over een onderzoek naar maaimethoden. Ook zij hechten hier veel waarde aan. Dat onderzoek is de kern voor een verantwoorde manier van maaien voor de toekomst. LVVN wil dat onderzoek ook financieren en wil daar ook aan meewerken. Dat stellen de waterschappen zeer op prijs.
Dit onderzoek duurt wel enkele jaren. Het is dus geen oplossing voor ons urgente probleem dat ‘ecologisch klepelen’ vanaf 1 januari 2025 niet meer mag. Dat heeft grote consequenties. Allereerst voor de ecologie: als waterschappen niet meer mogen klepelen, wordt de behaalde ecologische winst teniet gedaan in afwachting van de resultaten van het onderzoek. Daarnaast voelen de waterschappen de gevolgen bedrijfsmatig (in onder meer de planning en de kosten). De waterschappen gaan hoe dan ook door met het onderzoek. De Vlinderstichting is hiervoor al in opdracht van de Unie van Waterschappen gestart met een literatuurstudie.