
Ruimte voor water en bodem
Het is voor de waterschappen van groot belang dat er in ruimtelijke beslissingen ruimte voor water en bodem wordt aangelegd of gereserveerd. En dat er niet wordt gebouwd op plekken die daarvoor ongeschikt zijn, zoals uiterwaarden en beekdalen, diepe polders en gebieden met een slappe bodem. Keuzes van nu kunnen grote gevolgen hebben voor toekomstige generaties.
Klimaat- en bodemdalingsbestendig bouwen
“Rijnenburg heeft een zakkende veenbodem en delen van de polder liggen laag en zijn gevoelig voor wateroverlast”, aldus Jeroen Haan. “Het volledig volbouwen van de polder staat haaks op het centraal stellen van water en bodem bij de ruimtelijke ordening en inrichting. In het ontwerpend onderzoek wordt nu een goede balans tussen woningbouw en ruimte voor water meegenomen. En dat is goed, want nieuwbouw kan alleen als dit klimaat- en bodemdalingsbestendig gebeurt. Dat geldt niet alleen voor Rijnenburg, maar ook voor andere plekken in Nederland. De waterschappen blijven dat benadrukken en we vragen het Rijk om het stuur in handen te nemen.”
Bouw op de juiste plekken
Waterschappen begrijpen goed dat er een nijpend tekort is aan woningen en dat de aanpak van het woningtekort een urgente opgave is. Ze vragen het kabinet wel om nieuwe woningen klimaatbestendig te bouwen. Naast de woningbouwopgave heeft Nederland te maken met een stijgende zeespiegel en steeds extremer weer. Denk aan langere perioden van droogte en hevige hoosbuien. Haan: “Het bouwen van nieuwe woningen moet volgens de waterschappen dan ook op de juiste plekken en klimaatbestendig gebeuren. Mensen die nu een woning kopen, gaan ervan uit dat die plek over twintig of dertig jaar nog steeds geschikt is om te wonen. En daar moeten inwoners ook van uit kunnen gaan.”
Ruimte, regels en regie
In het regeerakkoord van het vorige kabinet stond dat water en bodem sturend moeten worden voor ruimtelijke plannen. Een hele mooie eerste stap. De waterschappen vragen aan het nieuwe kabinet om dit beleid van ‘water en bodem sturend’ voor zowel het stedelijk als het landelijk gebied voort te zetten en nu ook in landelijke wetgeving te verankeren. Het afwegen van het waterbelang moet minder vrijblijvend worden.
In het hoofdlijnenakkoord schrijft het nieuwe kabinet dat zij de medeoverheden vroegtijdig wil betrekken bij beleidsvorming om vervolgens als Rijk de knopen door te hakken. Water is daarbij geen puzzelstukje; het is de tafel waarop de complexe puzzel van de ruimtelijke ordening moet worden gelegd. Waterschappen nemen graag aan die tafel plaats, samen met de medeoverheden, waarbij ze het Rijk oproepen om het stuur in handen te nemen.
> Lees meer over de sturende rol van water en bodem in ruimtelijke plannen