In april en begin mei is er in Nederland aanzienlijk meer regen gevallen dan gemiddeld. Alleen in 1988, 35 jaar geleden, was het tussen 1 januari en 7 mei natter. Er is dan ook voldoende water beschikbaar om aan de watervraag te voldoen. De grondwaterstanden zijn daarbij landelijk gezien gemiddeld tot hoog voor de tijd van het jaar.
Nationale regenton
Om beter voorbereid te zijn op een mogelijk watertekort in de zomer heeft Rijkswaterstaat in overleg met de waterschappen besloten om een verhoogd waterpeil aan te houden in het IJsselmeer en Markermeer. Het gaat om een 5 cm verhoogd peil van -0,15 m NAP. Hierdoor kan er nu extra water gespaard worden in deze nationale regenton voor drogere tijden.
Water vasthouden
Ook de waterschappen houden het water in hun gebied zo goed en lang mogelijk vast, met name op de hogere zandgronden. Dat doen ze het hele jaar door. Zij hanteren zo hoog mogelijke oppervlaktewaterpeilen en laten zoveel mogelijk water de grond in trekken. Ook nemen ze (droogte)maatregelen met bijvoorbeeld boeren, medeoverheden, (water)bedrijven, inwoners, landgoedeigenaren, bos-, natuur- en andere organisaties. Denk hierbij aan de herinrichting van beken, het stimuleren van afkoppelen, het infiltreren van regenwater en het hergebruik van gezuiverd rioolwater.
Structurele aanpak
Er is nu geen sprake van droogte, maar de ervaring van de waterbeheerders leert dat een paar droge en warme weken de situatie snel kunnen laten veranderen. Rijkswaterstaat en de waterschappen blijven dan ook alert. Daarnaast wordt er structureel gewerkt aan het vasthouden van water en het vergroten van de watervoorraad om te anticiperen op de steedse drogere zomers.
Een actueel beeld van de droogtesituatie in Nederland is te zien op de Droogtemonitor.