Het Kamerlid stelde deze Kamervragen naar aanleiding van het rapport van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) ‘Ruimtelijke ordening en bouwlocaties – De potentie van woningbouw in de groene omgeving’. In dit rapport staat dat er ruimte zou zijn voor een half miljoen woningen in het groen.
Grote gevolgen
In haar antwoord benadrukt de minister dat de woningbouwopgave zowel binnenstedelijk als buitenstedelijk wordt gerealiseerd. Ook bevestigt ze de lijn van de NOVI: eerst binnenstedelijk, dan aan de randen en als laatste optie buitenstedelijke locaties. In de afweging, die met decentrale overheden in verstedelijkingsstrategieën gemaakt wordt, wordt klimaat als aandachtspunt genoemd, naast mobiliteit, landschap en energie. De minister benadrukt dat buitenstedelijk bouwen grote gevolgen heeft voor infrastructurele werken en waterhuishouding.
Water meewegen in locatiekeuze
De Unie van Waterschappen steunt deze lijn. Onlangs waarschuwde Unievoorzitter Rogier van der Sande dat fouten van nu nog generaties lang zullen doorwerken. Daarom is het van belang om klimaatverandering en waterhuishouding goed mee te wegen in locatiekeuzes, maar ook in de inrichting van locaties en in bouwvoorschriften.