De deltacommissaris roept Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen op om de komende jaren meer tempo te maken met de uitvoering van de maatregelen uit het Nationaal Deltaprogramma zodat Nederland in 2050 en daarna beschermd is tegen hoogwater, weersextremen en zoetwatertekorten. “Het klimaat verandert, de tijd om ons voor te bereiden wordt korter en de opgaven worden groter. Daarnaast moeten overheden meer maatregelen nemen om de schade te beperken als het vanwege extreem nat of droog weer onverhoopt een keer misgaat,” aldus Peter Glas.
De waterbom
De deltacommissaris onderstreept het belang om de impact van extreem weer te beperken. Peter Glas: “Een waterbom zoals vorig jaar in Limburg kan elk moment en overal in Nederland vallen. Nederland moet zich beter voorbereiden op dergelijke extreme gebeurtenissen met onvoorspelbare gevolgen.”
Omslag nodig
In zijn brief bij het Deltaprogramma 2023 constateert de deltacommissaris dat er werk wordt gemaakt van het principe dat water en bodem sturend moeten zijn in de ruimtelijke ordening. Zodat de ruimtelijke plannen en ingrepen klimaatbestendig zijn en we eventuele overlast en schade niet afwentelen op toekomstige generaties. Om dit ook echt door te laten werken naar de praktijk is volgens hem een omslag nodig. “Daarom zeg ik tegen alle overheden en andere partijen die actief zijn in het ruimtelijke domein: verbind de opgaven voor natuur, duurzame landbouw en woningbouw met de opgave om Nederland klimaatadaptief te maken en neem het water- en bodemsysteem als basis. De tijd van vrijblijvendheid is voorbij: ga het nu ook echt doen.”
Integrale aanpak
De waterschappen zijn actieve partners in het Deltaprogramma en herkennen zich in de oproep van de deltacommissaris. Daarnaast onderschrijft de Unie van Waterschappen het belang van een krachtige regie en integrale aanpak om Nederland klimaatbestendig in te richten. Rogier van der Sande: “Daar willen we als overheden samen sturing en invulling aan geven. Klimaatadaptatie moet daarbij integraal onderdeel zijn van de energie-, woningbouw-, landbouw- en natuuropgave, zodat we de gevolgen van klimaatverandering in Nederland zo goed mogelijk kunnen opvangen.”