Waterkwaliteit
Begin deze maand is de Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater aangenomen, waardoor alle rioolwaterzuiveringen de komende jaren een vierde trap (‘medicijnfilter’) krijgen om medicijnresten beter te kunnen verwijderen. Veel rioolwaterzuiveringen (rwzi’s) voldoen al aan de nieuwe Europese normen, maar de verplichte reductie van fosfaat- en stikstoflozingen kan een extra uitdaging zijn voor een aantal rwzi’s dat niet kan uitbreiden door ruimtegebrek.
Het is zeer de vraag of Nederland de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) gaat halen. Waterschappen zetten hiervoor alle zeilen bij en om in ieder geval de gevraagde maatregelen uit te voeren. De waterschappen willen een strenger toelatingsbeleid van giftige stoffen, duidelijke normen, en meer investeringen in toezicht en handhaving. Ze vragen de regering ook om innovatie te stimuleren, voor alternatieven voor giftige stoffen, en om vervuilers verantwoordelijk te maken voor de gevolgen van giflozingen.
Waterveiligheid
Dit najaar moeten de waterschappen en het Rijk besluiten over de financiering van dijkversterkingen die in de periode 2030 – 2036 wordenuitgevoerd. Er is daarvoor op korte termijn € 1,25 miljard extra van de waterschappen nodig en € 1,25 miljard extra van het Rijk. De waterschappen en het Rijk zijn ook in gesprek over extra financiering voor de periode 2037 – 2050, waarin de opgaven groter worden en de kosten per kilometer stijgen. De waterschappen willen dat de minister op korte termijn besluiten neemt over extra geld voor de periode 2030-2036 en dat het Deltafonds meegroeit met de verwachte kostenstijging die onder andere het gevolg is van extremer weer.
Water en bodem sturend
De brief van ministers Madlener en Keijzer over het principe van ‘water en bodem sturend’ toont dat het belangrijk is om rekening te houden met water en bodem bij bouwplannen en dat dit geen belemmerend effect hoeft te hebben op de woningbouwopgave. De waterschappen begrijpen deze redenering, maar vinden het ook belangrijk dat de landelijke politiek zich door die gewenste snelheid niet laat verleiden tot onverstandige keuzes. Het is en blijft belangrijk om het water- en bodemsysteem als uitgangspunt te nemen voor ruimtelijke keuzes en van daaruit te focussen op wat er wél kan.