In zijn vragen wijst Van Haga op recent onderzoek van het European Environment Agency (EEA). Uit het onderzoek blijkt dat Europeanen teveel Bisfenol A (BPA) in hun lichaam hebben. Hij vraagt of de ministers bekend zijn met dit onderzoek en met recente mediaberichtgeving hierover.
Schadelijke stoffen in oppervlaktewater
Daarnaast benadrukt Van Haga dat BPA en andere potentieel schadelijke stoffen, zoals medicijnresten, hormoonverstorende stoffen en micro- en nanoplastics, op grote schaal in onze samenleving aanwezig zijn. De bevolking krijgt deze stoffen stelselmatig binnen. Hij wil weten of de ministers op de hoogte zijn van deze aanwezigheid en wat de mogelijke gevolgen zijn voor de volksgezondheid, met name voor jonge kinderen en dieren.
Van Haga vraagt ook naar de mate waarin deze schadelijke stoffen in het Nederlandse oppervlakte- en drinkwater aanwezig zijn. En hoe de waterkwaliteit in Nederland wordt getoetst op de aanwezigheid van dergelijke stoffen. Hij vraagt naar lokaal inzicht in lozingen in oppervlaktewater en stelt de mogelijkheid van rapportageverplichtingen op gemeentelijk niveau voor.
Wat vindt de Unie van Waterschappen?
Een goede kwaliteit van het water in sloten en plassen is van levensbelang. Schadelijke stoffen, zoals medicijnresten en microplastics zijn een bedreiging voor de waterkwaliteit. Waterschappen pleiten voor aanpak bij de bron: bedrijven moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat deze stoffen niet in het milieu terecht komen. Ook is aanscherping van de huidige Europese toelating van stoffen nodig om meer en vroegtijdig inzicht te krijgen dat een stof gevaarlijk is voor milieu en gezondheid.
> Bekijk de schriftelijke vragen van Van Haga over waterkwaliteit