Terugblik op de ledenvergadering van 9 april

14 april 2021

Op 9 april 2021 vond de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen plaats. De belangrijkste onderwerpen op een rij.

Wanneer vragen waterschappen een bijdrage van het rijk?

De waterschappen financieren de structurele uitvoering van hun taken via het eigen belastingstelsel. Op die manier is de continuïteit van het waterschapswerk geborgd. Steeds vaker moeten extra kosten worden gemaakt, bijvoorbeeld voor de implementatie van nieuwe landelijke wetgeving of om een bijdrage te leveren aan bredere maatschappelijke uitdagingen. In die gevallen ontvangen de waterschappen, via de Unie van Waterschappen, soms een financiële bijdrage van het rijk.

De waterschappen stelden een afwegingskader vast dat richting geeft aan de vraag in welke gevallen de Unie namens de waterschappen bij nieuw beleid met financiële consequenties wel of geen bijdrage van het rijk vraagt. Het basisprincipe daarbij is dat waterschappen hun standaard taken vanuit eigen belastingen bekostigen. Bij beleid met omvangrijke extra incidentele kosten (en daarmee een grote eenmalige impact op de belastingtarieven) kan een bijdrage van het rijk op zijn plaats zijn.

Advies over extra kosten voor uitvoering maatregelen Klimaatakkoord

De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) heeft in opdracht van het rijk in 2020 een onderzoek uitgevoerd naar de uitvoeringskosten voor de decentrale overheden van de maatregelen die voortkomen uit het Klimaatakkoord. Het gaat in dit onderzoek om extra kosten van het ambtenarenapparaat en advieskosten die verband houden met nieuwe taken of intensivering van bestaande taken (niet over investeringskosten). De omvang van de uitvoeringslasten voor de waterschappen voor 2024 wordt ingeschat op 21,9 miljoen euro en voor provincies en gemeenten op respectievelijk 42,2 en 656 miljoen euro.

De ledenvergadering stelde de standpunten van de waterschappen vast, als reactie op de 7 belangrijkste aanbevelingen van de ROB over de verdeling van de uitvoeringskosten. Deze zijn mede gebaseerd op het eerder genoemde afwegingskader voor bijdragen van het rijk.

Actualisatie baseline ‘Basis op orde’

Ook stelden de waterschappen de geactualiseerde set afspraken vast in de baseline ‘Basis op Orde’. Deze afspraken vormen het minimale ambitieniveau voor digitalisering. Met de nieuwe afspraken voldoen waterschappen aan de huidige wet- en regelgeving. Ook is de voortgang op de afspraken uit 2018 gemonitord. De waterschappen werken er hard aan om de ambities te halen, om bij te kunnen blijven in de informatiesamenleving en de digitale veiligheid op orde te hebben en te houden.

Jaarrekening 2020

De ledenvergadering stelde de jaarrekening van de Unie van Waterschappen over 2020 vast. Het jaar is met een positief resultaat afgesloten. Een deel daarvan is gereserveerd voor doorlopende actuele projecten, onder meer voor het traject rond de aanpassing van het belastingstelsel. Een deel wordt opgenomen in het algemene verenigingsvermogen.

En verder…

Naast bovengenoemde besluiten ging de ledenvergadering akkoord met:

  • de opstart van de uitwerkingsfase van de Landelijke Voorziening Overstromingsinformatie;
  • het voorstel van het Informatiehuis Water dat zij vanaf 2022 het beheer van de Digitale Delta API als taakuitbreiding overnemen van Rijkswaterstaat;
  • de overdracht van de door waterschappen toegezegde contributiegelden voor de ICT-systemen van de Basisregistratie Grootschalige Topografie naar het Kadaster in 2021 en 2022 en de voortzetting van de bijbehorende community.

De bijbehorende vergaderstukken zijn beschikbaar via iBabs.

Deel dit via:
FacebookTwitterLinkedIn