De belangrijkste doelstellingen van deze wet zijn het zorgen voor een efficiënte financiering en een adequate risicobeheersing bij het aangaan van leningen en het uitzetten van geld wat tijdelijk niet nodig is.
Renterisico
Een risico dat samenhangt met het aangaan van een lening is het zogenoemde renterisico. Dit risico houdt in dat als de rente van leningen omhoog gaat, het waterschap met een extra kostenpost wordt geconfronteerd. Om dit risico te beperken moeten de waterschappen zich net, zoals de gemeenten en provincies, houden aan 2 eisen uit de wet Fido: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Uit de praktijk van de laatste jaren blijkt dat alle waterschappen zich aan deze eisen houden. Zij doen dit onder andere door de vervaldata van hun leningen te spreiden. En door in tijden van lage rente leningen af te sluiten met een lange rentevaste periode.
Wat doet de Unie van Waterschappen?
Bij veranderingen in de wet brengt de Unie van Waterschappen de mening van de waterschappen naar voren in het overleg met de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Financiën.
De Unie informeert de waterschappen over de ontwikkeling van deze regelgeving en ondersteunt waar nodig bij het implementeren van wijzigingen.