Vijf moties uit tweeminutendebat Water aangenomen 

14 mei 2025

Verschillende Kamerleden dienden tijdens het tweeminutendebat Water moties in. Op 12 mei stemde de Tweede Kamer over deze moties een nam een aantal moties aan die relevant zijn voor het werk van de waterschappen. Om welke moties gaat het en hoe denken de waterschappen daarover?

water met blauwe lucht erboven
water met blauwe lucht erboven

Doorlooptijd waterveiligheidsprojecten 

Op het gebied van waterveiligheid was er de motie van Pieter Grinwis (ChristenUnie) over de doorlooptijd van waterveiligheidsprojecten. Hij verzocht de regering om samen met de waterschappen en de sector een verkenning uit te voeren van mogelijkheden om de doorlooptijd van waterveiligheidsprojecten te verkorten. Hierbij gaat het met name om projecten binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Deze verkenning moet zich richten op een vereenvoudiging van de vergunningverlening, aanbesteding en governance van dergelijke projecten. In het najaar van 2025 moet de Kamer geïnformeerd worden over de resultaten. 

De waterschappen zijn, zoals de motie Grinwis benoemt, zeker voor kortere doorlooptijden. Maar dit is niet makkelijk te realiseren. De lange doorlooptijd komt met name door de koppeling aan de wet- en regelgeving met oog op de Omgevingswet, aanbestedingswetgeving en onderzoeken ten behoeve van vergunningverlening. Het is niet makkelijk om de winst in projecten te halen en zal leiden tot aanpassing van (Europese) wet- en regelgeving. 

Impact riooloverstorten op waterkwaliteit 

Cor Pierik (BBB) diende drie moties in. De eerste motie, over de impact van riooloverstorten op de waterkwaliteit, diende hij samen met Aant Jelle Soepboer (NSC) in. Ze verzochten de regering om in kaart te brengen waar overstorten plaatsvindt in wateren die vallen onder de Kaderrichtlijn Water (KRW), en om het effect op de waterkwaliteit te onderzoeken aan de hand van metingen.

Volgens de waterschappen is de vervuiling van riooloverstorten vooral een tijdelijk effect van hevige regenval. In het algemeen blijkt uit berekeningen dat overstorten landelijk hooguit voor een paar procent van de totale fosfaat- en stikstofbelasting zorgt. In stedelijk water kan het aandeel groter zijn. Daarom is het belangrijk om ze goed te monitoren en waar mogelijk terug te dringen. 

Coördinerend functionaris waterkwaliteit 

De tweede motie van Pierik ging over de aanstelling van een coördinerend functionaris waterkwaliteit. Pierik verzoekt de regering om te onderzoeken of en hoe een coördinerend functionaris kan worden aangesteld. Deze moet zorgdragen voor de afstemming tussen de verschillende departementen en decentrale overheden op het gebied van waterkwaliteit.

De waterschappen staan positief tegenover deze motie. In de praktijk is de verdeling van verantwoordelijkheden op het gebied van waterkwaliteit over meerdere partijen vaak complex. Ook de waterschappen lopen er regelmatig tegenaan dat partijen langs elkaar werken. Dat is niet effectief met het oog op het behalen van de waterkwaliteitsdoelen. Het werkt soms zelfs ondermijnend.    
Een coördinerend functionaris kan de afstemming tussen de verschillende departementen en decentrale overheden op het gebied van waterkwaliteit verbeteren. Maar deze moet wel voldoende vrijheid, ruimte en tijd krijgen om deze rol goed uit te kunnen oefenen. 

Effect invasieve exoten 

Ook bracht Pierik een motie in over de invloed van invasieve exoten, waaronder de Amerikaanse rivierkreeft, en of die de doelstellingen van de KRW belemmeren. Hierin verzoekt hij de regering om dit per waterschap in beeld te brengen.

Voor de waterschappen is het erg lastig om precies in beeld te brengen wat het exacte effect van invasieve exoten op het halen van de KRW-doelen is. Want vaak bepaalt een samenspel van diverse factoren de waterkwaliteit. Het isoleren van de bijdrage van invasieve exoten in dit proces is dan ook niet eenvoudig. De waterschappen proberen dit zo goed mogelijk inzichtelijk te krijgen. 

Extra inzet vergunningen 

Tot slot de motie van Geert Gabriëls (GroenLinks-PvdA) en Aant Jelle Soepboer (NSC) over extra inzet voor het overzichtelijk maken, herzien en actualiseren van lozings- en onttrekkingsvergunningen. Vóór de zomer moet de regering rapporteren over waar de extra inzet uit gaat bestaan.

De waterschappen wijzen erop dat waterbeheerders al bezig zijn met het bezien en herzien van de lozingsvergunningen. Hierbij is er extra aandacht en prioriteit voor de KRW-relevante vergunningen. 

Deel dit via: