
Slib is een afvalproduct dat overblijft na de rioolwaterzuivering, dat anders in het oppervlaktewater zou komen. Schoner water uit de zuivering betekent dat er meer slib naar de verbranding gaat.
Ten koste van de waterkwaliteit
Waterschappen doen hun uiterste best om het afvalwater zo goed mogelijk te zuiveren zodat het oppervlaktewater in Nederland gezond blijft voor de mens en het milieu. Daarvoor halen ze zoveel mogelijk stikstof, fosfaat en ander vuil uit het water. Dit slib is afval en moet volgens de wet verbrand worden. De voorgenomen afschaffing van de vrijstelling kan deze inspanningen onder druk zetten. Het risico bestaat dat de waterschapsbelastingen voor inwoners en bedrijven nog verder stijgen. Daarmee dreigt een maatregel die bedoeld is om inkomsten voor het Rijk te genereren, onbedoeld ten koste te gaan van de investeringen voor de leefbaarheid van ons land.
Terugwinning van fosfaat
Een argument dat genoemd wordt om de vrijstelling voor zuiveringsslib af te schaffen, is dat waterschappen zo gestimuleerd worden om fosfaat terug te winnen. Dit is een onjuiste redenatie. De terugwinning van fosfaat vindt namelijk plaats in het zuiveringsproces en niet bij de verbranding van slib. Om deze milieudoelstelling te kunnen bereiken is een mogelijk alternatief: een importheffing op (niet circulair) fosfaat uit buitenlandse mijnen. Dit zorgt voor directe inkomsten voor het Rijk. En stimuleert de marktpositie van circulair fosfaat dat de waterschappen uit het afvalwater terugwinnen.