Waterschappen willen snelle wetgeving voor verbreding teeltvrije zones

6 september 2022

Op 13 september staat een Commissiedebat Mestbeleid met de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gepland. Op de agenda staat het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn en de derogatie. De waterschappen maken zich zorgen over de kwaliteit van het oppervlaktewater. Ze vragen aandacht voor een aantal onderwerpen die worden besproken.

Met het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn worden de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor oppervlaktewater in 2027 niet gehaald. Daarom heeft het kabinet het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) de taak gegeven om met een gebiedsgerichte aanpak de doelen van de Nitraatrichtlijn en de KRW in 2027 te realiseren. Het NPLG moet er dus voor zorgen dat in al het oppervlaktewater van landbouwgebieden de waterkwaliteitsdoelen worden gehaald.

Verantwoordelijkheid

De waterschappen zijn benieuwd hoe de minister ervoor zorgt dat álle bij het NPLG betrokken partijen hun verantwoordelijkheid nemen en ervoor zorgen dat in 2027 in alle landbouwgebieden de doelen van de Nitraatrichtlijn en de KRW worden gehaald.

Bufferstroken

Een andere belangrijke maatregel om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren, is het aanhouden van bufferstroken langs het oppervlaktewater. Deze stroken mogen niet bemest en niet bespoten worden. Dat zorgt ervoor dat er minder meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht komen.

Wetswijziging

In het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn staat dat de huidige teeltvrije zones worden verbreed. Daarvoor is een wetswijziging nodig. De waterschappen hopen dat minister daar haast mee maakt, zodat de wet op 1 januari 2023 ingaat.

Derogatie

De waterschappen vragen ook aandacht voor derogatie. Het krijgen van derogatie voor de Nitraatrichtlijn houdt in dat agrarische bedrijven meer stikstof uit dierlijke mest mogen toepassen dan de norm van 170 kilo stikstof per hectare. Dat mag alleen als 80 procent van de oppervlakte van het bedrijf uit grasland bestaat.

Verslechtering waterkwaliteit

Als de Europese Unie Nederland geen derogatie meer geeft, is de 80 procent grasland niet meer verplicht. Als grasland wordt omgezet naar bouwland voor de teelt van allerlei gewassen, zorgt dat voor een verslechtering van de waterkwaliteit. Er komen dan meer meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht. Ook is er dan meer water nodig dan voor grasland.

De waterschappen willen dat de minister ervoor zorgt dat bij verlies van de derogatie de kwaliteit van het oppervlaktewater niet achteruit gaat. De Nederlandse overheid erkent dat het belangrijk is om grasland te behouden. Het kabinet gaat onderzoeken op welke manier in de periode tussen de afloop van de derogatie en de invoering van de wettelijke verplichting voor een aandeel permanent grasland kan worden geborgd.

Lees de inbreng van de Unie aan de Tweede Kamer

Deel dit via:
FacebookTwitterLinkedIn