De Unie van Waterschappen en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hebben afspraken gemaakt over de uitkeringsregeling aan de waterschappen.
Wat betekent dit voor waterschappen?
Het verlenen van kwijtschelding verloopt voor de meeste waterschappen via de gemeenschappelijke belastingkantoren. Maar de Rijksoverheid mag de vergoeding hiervoor niet geven aan gemeenschappelijke regelingen waarin waterschappen en gemeenten participeren. Daarom moeten de waterschappen zelf de uitkering bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aanvragen.
Wat is nodig voor de aanvraag?
In de uitkeringsregeling staat hoe de aanvraag tot stand moet komen en wat er voor het aanvragen van de uitkering nodig is. Er is een standaardaanvraagformulier beschikbaar. Bij de aanvraag moet de accountantsverklaring van het waterschap bijgevoegd worden. En als dat van toepassing is ook die van de belastingsamenwerking. De accountant kan zijn controle uitvoeren tijdens de controle van de jaarrekening. Maar hij kan ook een aparte controle van de aanvraag uitvoeren en een aparte verklaring afgeven. In het laatste geval stuurt het waterschap deze aparte verklaring als bijlage mee bij de aanvraag van de uitkering. Het ministerie van BZK is nog bezig met het regelen van een e-mailadres voor het aanvragen van de uitkering.
Wat betekent dit voor de ouders?
Voor gedupeerde ouders verandert deze uitkeringsregeling niets. De openstaande belastingschulden van gedupeerde ouders en hun eventuele toeslagpartners worden kwijtgescholden. Ook andere bedragen die met deze belastingschulden samenhangen, schelden de waterschappen kwijt. Denk aan kosten van aanmaningen die bij een gedupeerde ouder in rekening zijn gebracht.