> Download pdf
Op 8 september kunnen de leden van de Commissie IenW feitelijke vragen indienen over het
rapport van de Algemene Rekenkamer ‘Bescherming drinkwater bij het boren naar aardwarmte;
Stille wateren, in diepe gronden’. De waterschappen geven u graag een aantal punten mee.
Het rapport van de Algemene Rekenkamer gaat over de risico’s voor drinkwaterbronnen bij het boren
naar aardwarmte (geothermie). De hoofdvraag van het onderzoek is: heeft de rijksoverheid de
bescherming van drinkwaterbronnen bij de ontwikkeling van geothermie de afgelopen jaren
doeltreffend geregeld en uitgevoerd? De conclusie is dat de drinkwaterbronnen bij de ontwikkeling
van geothermie door de ministers van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en
Waterstaat (IenW) niet doeltreffend worden beschermd,noch in de opzet van het beleid noch in de
uitvoering daarvan. Hierdoor bestaan er in de praktijk risico’s voor de kwaliteit van ons drinkwater.
Zorgen waterschappen
Ook de waterschappen maken zich zorgen over de gevolgen van de sterke toename van boringen in
de ondergrond voor de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. Wij herkennen de conclusies
dat het ontbreekt aan regie in de ondergrond, dat de bescherming van het drink- en grondwater en
de uitvoering van het geothermiebeleid nog niet goed op elkaar zijn afgestemd en dat er bij
boringen onvoldoende aandacht is voor het voorkomen van verontreinigingen. We onderschrijven
de aanbeveling aan de minister van EZK om de ‘preventieladder’ voor het drinkwater uit te werken in
het geothermiebeleid.
Integrale afweging kansen en risico’s moeilijk
Bij het vergunnen van geothermieprojecten wordt een scherp onderscheid gemaakt tussen de diepe
ondergrond (Mijnbouwwet) en de bovengrond/ondiepe ondergrond (Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht, Wabo), terwijl deze in de praktijk vaak aan elkaar verbonden zijn. Waterschappen
merken dat het door deze scherpe scheiding moeilijk is om een integrale afweging te maken van de
kansen en risico’s van geothermie. Ook is het moeilijk om daarover in samenhang te adviseren.
Daardoor kan het voorkomen dat cruciale kanttekeningen vanuit decentrale overheden t.a.v. te
verwachten effecten van geothermie niet meegenomen worden in de beoordeling van de
vergunningsaanvraag.
Vragen
- Hoe gaat de minister van Ienw zorgen voor meer regie in de ondergrond en een betere afstemming tussen (de uitvoering van) het (drink)waterbeleid en het geothermiebeleid?
- Kan de minister de risico’s van andere boringen toelichten? Boringen voor bijvoorbeeld Warmte Koude Opslag, grondwateronttrekkingen en verticale drainage? Hoe wordt daar toezicht op gehouden en wat zijn in die gevallen de potentiële gevolgen voor de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater?
- Hoe gaat de minister van IenW de kennis vergroten over potentiële risico’s van activiteiten in de ondergrond en bewustwording van de gevolgen voor de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater?
- Hoe gaan de ministers van EZK en IenW borgen dat er een integrale afweging wordt gemaakt bij het vergunnen van geothermieprojecten, waarbij zowel effecten in de boven- als in de ondergrond worden meegewogen?