Waterkwaliteit van de kleine wateren in Nederland blijft zorgelijk: gezamenlijke aanpak nodig

18 november 2021

Het gaat nog steeds niet goed met de kwaliteit van kleine oppervlaktewateren in Nederland. Minder dan 1 op de 5 (17%) van de onderzochte wateren is van goede kwaliteit. Meer dan 80% heeft een matige tot slechte kwaliteit. Dat blijkt uit het landelijk burgeronderzoek ‘Vang de Watermonsters’.

De resultaten zijn vergelijkbaar met vorig jaar. In het onderzoek zijn ook 10 wateren geselecteerd waar het wel goed gaat met de waterkwaliteit en die positief worden beleefd door omwonenden. Deze 10 waterparels kunnen als voorbeeld dienen om meer waterparels in Nederland te realiseren.

Blinde vlekken op de kaart zetten

Het burgeronderzoek ‘Vang de Watermonsters’ is een initiatief van onder meer Natuur & Milieu, de ASN Bank en 10 waterschappen dat dit jaar voor de derde keer is uitgevoerd. Mensen in heel Nederland brachten deze zomer de waterkwaliteit in kaart van bijna 1100 kleine wateren zoals sloten, vennen, vijvers, grachten en kleine plassen. “Zo speelt ‘Vang de watermonsters’ een cruciale rol in het op de kaart zetten van deze blinde vlekken voor waterkwaliteitsbeheer”, zegt Lisette Senerpont Domis, hoofd van het Aquatisch Kenniscentrum Wageningen, een kennisteam binnen het Nederlands Instituut voor Ecologie.

Meer waterparels

Deelnemende waterschappen hebben op basis van het burgeronderzoek 10 waterparels gekozen die het beste scoorden. Het gaat om wateren met een goede waterkwaliteit en een positieve waterbeleving. Deze waterparels liggen verspreid over Nederland in zowel natuur-, bebouwde als agrarische gebieden. De gevonden waterparels laten zien dat het op veel meer plekken mogelijk is om waterparels met een rijke biodiversiteit en een goede waterkwaliteit te realiseren.

Sander Mager, vicevoorzitter Unie van Waterschappen: “Een goede waterkwaliteit is van levensbelang voor alles dat in of bij het water leeft. De waterschappen hebben de afgelopen jaren al veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Dit heeft nog niet overal effect. Tegelijkertijd laat dit onderzoek zien dat er ook wateren zijn waar het wel goed gaat met de biodiversiteit. Het is hard nodig om veel meer van deze zogenaamde ‘waterparels’ te realiseren. Daarom zoeken de waterschappen actief de samenwerking met andere betrokken partners en benadrukken we de noodzaak van een stevige aanpak aan de bron om vervuiling in sloten en plassen tegen te gaan. Dat is ook nodig om de Europese doelstellingen te halen. Eenmaal in het water, zijn deze stoffen er eigenlijk niet uit te halen.” Extra inspanningen zijn dus nodig, zoals maatregelen in het mestbeleid, wetgeving voor gewasbeschermingsmiddelen en strenger toelatingsbeleid voor stoffen.

Mix van maatregelen

De uitkomsten van het onderzoek bevestigen dat er voor het realiseren van meer waterparels een aantal maatregelen nodig is. Allereerst het maken van een goede analyse van het watersysteem. Niet elk water is immers hetzelfde en elk gebied vraagt om een specifieke oplossing. Andere maatregelen die positief bijdragen zijn ecologische inrichting van wateren en ecologisch beheer van oevers en watergangen. En uiteraard goede samenwerking met alle betrokkenen zoals gemeenten, provincies en waterschappen, maar zeker ook omwonenden, boeren, natuurbeherende organisaties en particuliere eigenaren.

Waterkwaliteit onder druk

De waterkwaliteit van de Nederlandse oppervlaktewateren staat onder druk. De belangrijkste bronnen van vervuiling die moeten worden aangepakt zijn mest, bestrijdingsmiddelen uit de landbouw en stoffen die via het rioolwater in het milieu komen zoals medicijnresten en PFAS. Het merendeel van de vervuiling komt uit eigen land. Mest en riooloverstorten hebben direct effect op de concentratie nitraat en fosfaat, het doorzicht en de diversiteit aan waterleven. Vergelijk je de gemeten waterkwaliteit uit dit en andere onderzoeken met andere Europese landen, dan bungelt Nederland onderaan de Europese lijsten.

Europese eisen voor waterkwaliteit

In 2027 moeten alle wateren in Nederland voldoen aan de Europese eisen voor waterkwaliteit (KRW). Uiterlijk in dat jaar moet al het water in Europa voldoende schoon en gezond zijn. Kleine wateren vormen samen een derde van het Nederlandse oppervlaktewater en vormen de haarvaten van het watersysteem. Ze vallen buiten de huidige verplichte metingen van waterkwaliteit. De resultaten van dit burgeronderzoek laten zien dat op basis van de gemeten parameters de waterkwaliteit in slechts 17% van de gemeten wateren goed is. Met nog 5 jaar te gaan is het een enorme opgave om de KRW-doelen te halen.

Burgeronderzoek

‘Vang de Watermonsters’ is een landelijk burgeronderzoek om de waterkwaliteit van de kleine wateren van Nederland in kaart te brengen. Deelnemers meten met een online meetkit of een uitgebreidere superkit de waterkwaliteit in een klein water in hun omgeving.

Editie 2021 is een project van Natuur & Milieu, 10 waterschappen, ASN Bank, NWB Bank, Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), Stichting Vivace, Unie van Waterschappen, FLORON / RAVON, IVN Natuureducatie, Vlinderstichting en Waterdiertjes.nl.

De tien waterschappen zijn: hoogheemraadschap van Delfland, hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, hoogheemraadschap van Rijnland, hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, waterschap Amstel, Gooi en Vecht, waterschap Brabantse Delta, waterschap De Dommel, waterschap Hollandse Delta en waterschap Vechtstromen.

Deel dit via:
FacebookTwitterLinkedIn