Waterkwaliteit van levensbelang
“Nog steeds komen er veel te veel schadelijke stoffen in het Nederlandse oppervlaktewater terecht”, opent moderator Maarten Bouwhuis het debat. “Denk aan PFAS, medicijnresten, microplastics, gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. Pas als die minder of helemaal niet meer in het water terechtkomen, kan de waterkwaliteit in Nederland echt verbeteren. Een hoge waterkwaliteit is van levensbelang.”
Gedeelde verantwoordelijkheid
De opgave wordt steeds moeilijker, duurder en ingewikkelder, zegt Vewin-voorzitter Pieter Litjens. “Wat we uit het water halen, is niet zomaar weg en komt alsnog in het ecosysteem terecht. Daarom hebben we een strenger stelsel van vergunning, toezicht en handhaving nodig voor lozingen.” Sander Mager, bestuurder van de Unie van Waterschappen is het daarmee eens. “Het moet niet gaan over die deadline, maar over het feit dat het water niet schoon genoeg is. En dat komt doordat water te weinig prioriteit heeft in Den Haag. Het mestbeleid, landbouwbeleid en beleid voor vergunningen, toezicht en handhaving zijn allemaal nog niet KRW-proof. Om dat voor elkaar te krijgen, moeten we ons richten op de vraag: hoe kan het wél?”
Tessa Rötscheid, promovenda aan de Universiteit Utrecht: “De KRW is een resultaatverplichting; een gedeelde verantwoordelijkheid van het Rijk, de provincies, gemeenten en de waterschappen. Maar je ziet dat er nog te veel naar elkaar gewezen wordt. De vraag is: wie moet het doen?” Ze benoemt ook het KRW-impulsprogramma, dat is opgezet om de doelen ook echt te halen.
Meer verplichtende maatregelen
Na de openingsinterviews gingen zes sprekers aan de hand van twee stellingen met elkaar in debat in een opstelling gebaseerd op het Britse Lagerhuis. De eerste: De KRW vraagt nu echt om meer verplichtende maatregelen in het mestbeleid en bestrijdingsmiddelenbeleid. Geert Gabriëls, waterwoordvoerder GroenLinks-PvdA in de Tweede Kamer, was het daarmee eens. “Gezond drinkwater is zo belangrijk. Daarom moeten we verplichtende maatregelen aangaan. Het handhaven van de wet is niet activistisch.”
BBB-Kamerlid Cor Pierik: “Het klopt dat er maatregelen nodig zijn, maar in de landbouwsector gebeurt al veel. Alleen door meer te meten, kun je weten of de vervuilende stoffen wel echt uit de landbouw komen, en of kunstmest dat oplost.” Jennifer Bloemberg, dagelijks bestuurder bij waterschap Amstel, Gooi en Vecht, reageerde: “Het landbouwbeleid is nog steeds niet KRW-proof en er worden nog steeds nieuwe stoffen goedgekeurd die in het water terechtkomen. Vanuit de Rijksoverheid is daarom een strenger toelatingsbeleid nodig.” Ook Tanja Klip, Eerste Kamerlid namens de VVD, zei dat er veel stappen nodig zijn om de KRW-doelen te halen en dat het terugbrengen van de mestproductie een belangrijke eerste stap is. “De wijziging van het meststoffenbeleid ligt nu in de Eerste Kamer.”
Economische belangen vóór KRW-doelen?
De tweede stelling luidde: Het is onwenselijk dat economische belangen vóór maatregelen gaan om de KRW-doelen te halen. Pierik (BBB) noemde dat het voor de voedselzekerheid essentieel is om te blijven investeren in de landbouw. “Gezondheid staat voor ons op één.” Gabriels (GroenLinks-PvdA) ziet dat hij en Pierik het erover eens zijn dat de economie en ecologie in balans moeten blijven, totdat er concrete voorstellen komen. Zo is het PFAS-verbod dat hijzelf voorstelde afgezwakt naar een onderzoek naar zo’n verbod. “We moeten op zoek naar nieuwe verdienmodellen voor boeren; investeren in een nieuwe economie.”
Algemeen directeur van Evides Waterbedrijf gaf het voorbeeld van grote industriebedrijven in Amerika, die daar niet lozen omdat dat daar leidt tot rechtszaken. “Als bedrijven moeten, dan kunnen ze wel innoveren, en ecologie en economie laten samengaan.” Anke van Houten, beleidsadviseur bij de Unie van Waterschappen, onderstreept dat punt. “De industrie is juist gebaat bij een kader: het geeft concrete handvatten voor wat er van ze wordt verwacht.”
Daadkracht en regie
“We hebben daadkracht en regie nodig, zodat we de doelen ook echt gaan uitvoeren”, reageerde Jennifer Bloemberg van Amstel, Gooi en Vecht samenvattend. “Nu kijken we nog te veel naar elkaar, en daar wordt de waterkwaliteit niet beter van.”. “Hopelijk komen er concrete maatregelen uit de KRW-tussenevaluatie, en een goed toetsingsbeleid, zodat er geen zeer vervuilende stoffen meer worden toegelaten.” Dat komt overeen met het bronbeleid van de Unie van Waterschappen: wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit.
> En wat de waterschappen doen op het gebied van waterkwaliteit