De waterschappen hebben de ambitie om in 2025 voor 100 procent energieneutraal te zijn.
Voor ambities op de langere termijn is een strategie richting klimaatneutrale waterschappen in voorbereiding. Vooral door het produceren van biogas en groen gas en het opwekken van zon- en windenergie is energieneutraliteit haalbaar. Voorwaarde daarvoor is een blijvende Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE) voor energieprojecten en voldoende netcapaciteit.
Voorbeelden van duurzame energiebronnen zijn zon, wind, aquathermie en biogas. Ook de waterschappen werken aan energiebesparing en duurzame energieopwekking. In de jaarlijkse Klimaatmonitor Waterschappen worden de resultaten van de duurzaamheidsinspanningen van de waterschappen bijgehouden, zoals de CO2-voetafdruk van de waterschappen.
Er zijn verschillende soorten duurzame energie.
Zonne-energie
In 2020 waren de waterschappen al voor 43,2 procent energieneutraal. Dat resultaat is voor 9,4 procent te danken aan de productie van zonne-energie. In 2019 en 2020 hebben de waterschappen vele ‘zonneweides’ aangelegd. Op de rioolwaterzuiveringen is vaak ruimte om zonnepanelen en windturbines te plaatsen.
Windturbines
Op terreinen van waterschappen staan al verschillende windturbines. Een aantal waterschappen is momenteel bezig om te investeren in eigen windturbines of om te participeren in windturbineprojecten van anderen. Hierbij wordt ook samengewerkt met energiecoöperaties.
Biogas
De waterschappen zijn samen een van de grootste biogasproducenten in Nederland. Ze produceren meer dan 130 miljoen kuub biogas per jaar. Dat is 25 tot 30 procent van de hele nationale productie. De productie stijgt naar verwachting de komende jaren nog. Biogas wordt geproduceerd na het schoonmaken van rioolwater. Dan blijft er zuiveringsslib over dat wordt vergist. Daarbij komt biogas vrij. Het biogas van de afvalwaterzuiveringen wordt nu vooral omgezet in elektriciteit voor het zuiveringsproces. Maar de waterschappen kunnen het ook opwaarderen naar groen gas. Dat is biogas van aardgaskwaliteit.
Groen gas
Waterschappen overwegen om het biogas maatschappelijk in te zetten als groen gas. Dat is geschikt om aan het aardgasnet te leveren. Ook kan het gebruikt worden als brandstof voor (vracht)auto’s. Bij de productie van groen gas wordt CO2 opgevangen dat bijvoorbeeld weer in de tuinbouw gebruikt kan worden. Voor een inzet voor de gebouwde omgeving is aanpassing van de SDE++ nodig. Op termijn is er ook een wettelijke bijmengverplichting van groen gas in het aardgasnet nodig. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat er goede kansen zijn voor de rioolwaterzuivering als smart energy hub met productie van waterstof. Om pilots van de grond te krijgen is wel juridische experimenteerruimte nodig.
De tekst loopt door onder de video
Aquathermie
Het is ook mogelijk om warmte of koude uit oppervlaktewater (TEO), afvalwater (TEA) en drinkwater (TED) als energiebron te gebruiken. Dat heet aquathermie. TEO heeft een economisch potentieel om in ruim 40 procent van de totale toekomstige warmtevraag in de gebouwde omgeving te voorzien. TEA heeft een economisch potentieel van ongeveer 15 procent voor de toekomstige gebouwde omgeving.
Regionale Energiestrategie
In 30 regio’s werken waterschappen met gemeentes en provincies samen aan een Regionale Energiestrategie (RES). Iedere regio onderzoekt waar en hoe het best duurzame elektriciteit opgewekt kan worden. Maar ook welke warmtebronnen gebruikt kunnen worden zodat wijken en gebouwen van het aardgas af kunnen. In een Regionale Energiestrategie beschrijft elke energieregio zijn eigen keuzes. De waterschappen hebben een rol als producent, bronhouder en terreinbeheerder. Ook spelen ze een belangrijke rol in de regionale samenwerking en participatie.
Wat doet de Unie?
De Unie van Waterschappen stimuleert de waterschappen in hun ambities voor duurzaamheid. Ook houdt de Unie de inzet van de waterschappen ieder jaar bij in de klimaatmonitor.