Tussenevaluatie KRW: water wordt schoner, maar er zijn nog grote uitdagingen

20 december 2024

Op vrijdag 20 december publiceerde het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een landelijke tussenevaluatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Deze laat zien dat de afgelopen decennia veel is bereikt, maar dat extra inspanningen nodig zijn om de waterkwaliteit in Nederland verder te verbeteren. De waterschappen blijven zich inzetten voor en investeren in schoner en gezonder water, maar hebben hierbij ook de landbouw, industrie, inwoners en het Rijk nodig. Schoon en gezond water is van levensbelang, maar geen vanzelfsprekendheid.

water met blauwe lucht erboven
water met blauwe lucht erboven

“Deze tussenstand laat zien dat de Nederlandse inzet niet voor niets is”, reageert Sander Mager, bestuurslid van de Unie van Waterschappen over de evaluatie. “We zien dat maatregelen zich uitbetalen en dat werken aan gezond water wérkt. Toch moet er nog veel gebeuren. Actie is dus geboden, simpelweg omdat de waterkwaliteit echt nog beter moet voor mens en natuur, dat is waar de KRW over gaat.”

Knelpunten

De tussenevaluatie laat onder meer zien dat naar verwachting in 2027 driekwart van de regionale wateren voldoet aan de norm voor nutriënten (stikstof of fosfor). De concentraties hiervan zijn afgenomen, maar blijven in bepaalde gebieden boven de gewenste niveaus. Aanvullende maatregelen zijn nodig om deze concentraties verder te verlagen. Ook de aanwezigheid van bepaalde chemische stoffen, medicijnresten, microplastics, zware metalen en gewasbeschermingsmiddelen vormt nog steeds een uitdaging voor het behalen schoon en gezond water.

Wat is er nodig?

Het huidige beleid en de geplande maatregelen zijn onvoldoende om alle KRW-doelen in 2027 te halen, blijkt uit de tussenevaluatie. Waterkwaliteitsdoelen moeten beter worden meegenomen in andere beleidsgebieden, zoals landbouw en ruimtelijke ordening. De praktijk vraag daarnaast om extra en snellere acties, zoals aanpak van riooloverstorten, terugdringen van industriële lozingen en het tegengaan van emissies van zware metalen zoals zink, koper en lood. Ook is meer aandacht nodig voor vergunningverlening, toezicht en handhaving: er moet meer geld beschikbaar komen voor de omgevingsdiensten, die toezien op lozingen van stoffen via de riolering.

Verder is het belangrijk dat Nederland blijft samenwerken met buurlanden om vervuiling die via de rivieren ons land binnenkomt aan te pakken. Internationale samenwerking is ook onmisbaar om de waterkwaliteit te verbeteren.

Wat doen en willen de waterschappen?

De waterschappen nemen veel maatregelen om bij te dragen aan verbetering van de waterkwaliteit, en zuiveren het rioolwater steeds beter en steeds efficiënter. Ook de komende jaren investeren waterschappen veel in onder meer extra zuiveringsstappen voor medicijnresten en andere schadelijke stoffen.

Ze pleiten nadrukkelijk voor een mestbeleid dat in overeenstemming is met de KRW. Een bronaanpak is essentieel, met een strenger toelatingsbeleid voor stoffen. Zo blijven de waterschappen zich inzetten voor een PFAS-totaalverbod.

Waterkwaliteit significant verbeteren

Mager: “Voor de waterschappen is dit alle reden om alles op alles te zetten om de doelen zo dicht mogelijk te benaderen. En om in ieder geval de maatregelen uit te voeren die ervoor nodig zijn om de waterkwaliteit significant te verbeteren. Een gezamenlijke inspanning van overheden, bedrijven en bewoners is voorwaarde om de waterkwaliteit te verbeteren en de KRW-doelen te bereiken. Want ook na 2027 moet verbetering van de waterkwaliteit gewoon doorgaan – het gaat er uiteindelijk om dat we schoon en gezond water hebben voor bewoners, boeren en bedrijven, voor dieren en voor de natuur.”

Bekijk het bericht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over de tussenevaluatie.

Deel dit via:
FacebookTwitterLinkedIn