Doel nog niet in zicht
In 2030 mogen er nagenoeg geen emissies van gewasbeschermingsmiddelen naar het water meer zijn. Met het huidige tempo is dat doel helaas nog niet in zicht. Dat blijkt uit de jaarlijkse rapportage van het Landelijk meetnet gewasbeschermingsmiddelen. De waterschappen maken zich zorgen over het aantal normoverschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater.
Waterschappen zijn verantwoordelijk voor de waterkwaliteit in Nederland en monitoren de waterkwaliteit, signaleren knelpunten en brengen daarover jaarlijks een rapportage uit. Waterschappen werken natuurlijk ook aan droge voeten en zuivering van afvalwater.
Waterkwaliteit ligt de waterschappen na aan het hart. Onze zorg en aandacht gaat uit naar alle stoffen die niet in het water thuishoren. Een goede kwaliteit van het oppervlakte-, grond- en drinkwater is van levensbelang voor de gezondheid van mens en natuur. Waterschappen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. We werken hard om de doelen van de Kaderrichtlijn Water voor oppervlaktewater te halen. En niet om die simpelweg af te kunnen vinken, maar omdat de waterkwaliteit echt fors beter moet voor mens en natuur. Waterschappen investeren de komende jaren flink, maar ook landbouw, industrie, inwoners en het rijk zijn aan zet.
Stagnatie of lichte verbetering?
De evaluatie van de resultaten van het Landelijk meetnet gewasbeschermingsmiddelen verschijnt jaarlijks. Van het aantal gemeten stoffen in het oppervlaktewater overschrijdt ongeveer 20% van die stoffen de norm. Een stof is normoverschrijdend wanneer deze op in ieder geval één van de meetlocaties de geldende milieukwaliteitsnorm overschrijdt. Sinds 2014 schommelt het percentage rond de 20% en in de afgelopen drie jaar is een lichte daling te zien. We moeten toe naar geen normoverschrijdingen in het oppervlaktewater.
Complicerende factor: biociden
Sommige stoffen zijn als gewasbeschermingsmiddel niet meer toegestaan, maar zijn wel toegelaten als biocide (middelen om schadelijke organismen te bestrijden). Dit is het geval bij imidacloprid en fipronil, dat in vlooienmiddel zit.
Waterschappen meten actieve stoffen in het oppervlaktewater. Een gewasbeschermingsmiddel en biocide kunnen dezelfde actieve stoffen bevatten. Biociden worden voor een andere toepassing gebruikt (bijvoorbeeld dierengeneesmiddelen of een schimmelwerend middel op een kunstgrasveld), maar kunnen wel dezelfde actieve stoffen bevatten.
Waterschappen verwachten dat de minister ook naar de werkzame stoffen in biociden kijkt. Die worden gevonden in het oppervlaktewater en gezuiverd rioolwater.
Andere zorgen
Daarnaast sluiten de normen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) hanteert niet goed aan bij de normen van de Kaderrichtlijn Water (KRW).
> Lees de volledige inbreng voor het commissiedebat gewasbeschermingsmiddelen