Rli adviseert kabinet: meer actie nodig voor gezonder water

11 mei 2023

Op 11 mei heeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) het advies ‘Goed water goed geregeld’ aangeboden aan het kabinet. In dit advies doet de raad aanbevelingen voor een aanscherping van het Nederlandse beleid gericht op de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). De Unie van Waterschappen herkent de problemen die de Rli aankaart en benadrukt dat actie geboden is.

Paarden in het weiland langs een brede beek
Paarden in het weiland langs een brede beek

De KRW heeft als doel dat uiterlijk in 2027 al het water in de Europese Unie wordt beschermd. Hoewel er al veel is bereikt, staan de kwaliteit en kwantiteit van het oppervlakte- en grondwater in Nederland onder druk en zijn de KRW-doelen nog buiten bereik, zo waarschuwt de Rli.

In het advies signaleert de Rli uiteenlopende problemen die moeten worden aangepakt. Zo stelt de raad dat er extra moet worden ingezet op het terugdringen van nutriënten (voedingsstoffen zoals stikstof en fosfaat) en chemische stoffen in het grond- en oppervlaktewater. Ook wijst de adviesraad op de noodzaak voor toezicht en handhaving op deze stoffen. Daarnaast ziet de Rli ook dat watertekorten in droge perioden voor een steeds grotere dreiging vormen.

De raad waarschuwt dat het niet op tijd bereiken van de KRW-doelen kan betekenen dat tal van activiteiten in Nederland – zowel in de landbouw als in de rest van de economie – noodgedwongen stil komen te liggen, net zoals is gebeurd in het stikstofdossier. Ook wijst het advies op het risico dat Nederland, wanneer het de KRW-doelen niet haalt, te maken krijgt met boetes vanuit de Europese Unie. Er is dus alle reden om vaart te maken, aldus het rapport.

Reactie Unie van Waterschappen: haast geboden

De Unie van Waterschappen herkent de problemen die de Rli aankaart. “De uitdaging is duidelijk, dit rapport onderstreept de urgentie”, zegt Sander Mager, bestuurslid bij de Unie van Waterschappen. “We zien hierin ook een hernieuwde oproep om gezamenlijk alle zeilen bij te zetten om de KRW-doelen te halen. En niet om die simpelweg af te kunnen vinken, maar omdat de waterkwaliteit echt fors beter moet voor mens en natuur.”

De waterschappen hebben samen met andere partijen de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Na decennia van verbetering is het tij gekeerd en is het zeer de vraag of Nederland de doelen gaat halen voor 2027. “Duidelijk is dat de grenzen van het water- en bodemsysteem zijn bereikt. We moeten ons aanpassen aan die grenzen, in plaats van deze op te blijven rekken naar onze wensen”, zegt Mager.

Hij vervolgt, “Dat het systeem zo onder druk staat, is des te meer reden om alles op alles te zetten om die doelen zo dicht mogelijk te benaderen. En om in ieder geval de maatregelen uit te voeren die nodig zijn om de waterkwaliteit significant te verbeteren. De waterschappen is er alles aan gelegen om te voorkomen dat dit een tweede stikstofcrisis wordt. Het voorkómen daarvan kunnen waterschappen niet alleen, het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dat betekent harde keuzes die ook pijn kunnen doen, niet alles kan overal. Maar met de nodige wil en gezamenlijkheid kunnen we dan enorme stappen zetten in Nederland.”

Waterschappen investeren flink

Waterschappen werken aan het steeds duurzamer en efficiënter zuiveren van rioolwater. Nutriënten zoals stikstof en fosfaat zijn op rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) steeds beter te verwijderen. Maar er zijn steeds meer schadelijke stoffen terug te zien in het water: pfas, plastics, maar ook veel medicijnresten en cosmetica. Een zorgwekkende trend en een bedreiging voor goede kwaliteit van het oppervlakte-, grond- en drinkwater. De waterschappen blijven de prestaties van de rwzi’s daarom verbeteren. En werken nu al op vrijwillige basis aan projecten om medicijnresten verder te verwijderen. Tegelijkertijd vraagt dit om steviger bronbeleid van het Rijk, zodat dat stoffen niet de kans krijgen te verspreiden.

Mager: “Maar er kan en moet nog meer gebeuren, ook van onze kant. Waterschappen hebben, via stimuleringsregelingen en in aanloop naar de herziening van de richtlijn stedelijk afvalwater, de handschoen opgepakt om de kwaliteit van de waterzuivering te verhogen.” De komende jaren verwachten de waterschappen daarom meerdere miljarden te investeren voor schoner en gezonder water. Deze nieuwe Europese richtlijn is een ontwikkeling met verstrekkende gevolgen voor de waterschappen. Met nieuwe grootschalige toepassing van nieuwe zuiveringstechnieken en krappe deadlines, waarvan nog onduidelijk is hoe haalbaar ze zijn. Duidelijk is wel dat een flinke impuls voor de waterkwaliteit hard nodig is en de waterschappen zich daarvoor blijven inzetten.

Gezamenlijke inspanning is voorwaarde om KRW-doelen te halen

Waterschappen hebben de handschoen opgepakt, maar gezamenlijke inspanning is een voorwaarde om de KRW-doelen te halen. Ook het Rijk, landbouw, industrie, terreinbeheerders en inwoners zijn daarvoor aan zet. Veel beleidsvoorstellen uit het Rli-advies zijn afhankelijk van initiatieven van of een grote bijdrage door derden.

Zo herkennen de waterschappen zich in de oproep van Rli om meer werk te maken van bronbeleid bij risicovolle stoffen. Om zo ook te voorkomen dat rwzi’s worden opgezadeld met de groeiende stroom aan chemische stoffen – waarvan we de gevaren kennen of soms pas jaren later ontdekken. De vervuiler is verantwoordelijk: bedrijven moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat deze stoffen niet in het milieu terecht komen.

Het Rli-advies wijst ook op het belang van striktere wetgeving. Ook de waterschappen zien dat daar flinke winst is te behalen. Ze pleiten er daarom voor om KRW-doelen door te laten werken in de wetgeving rondom gevaarlijke stoffen, zoals de wetgeving rondom gewasbeschermingsmiddelen. Het verdient ook aanbeveling om de water- en bodemregelgeving op dit vlak beter op elkaar af te stemmen.

Gezamenlijke actie is verder nodig om het stelsel voor vergunningverlening, toezicht en handhaving te verstevigen. De voortdurende toestroom van stoffen in en om het water vraagt veel van de controlerende instanties. Zij moeten dus voldoende middelen krijgen om hun taak goed uit te kunnen voeren. Goede samenwerking tussen bevoegde gezagen is van belang om grip te krijgen op emissies van gevaarlijke stoffen. Door waterbeheerders aan de voorkant altijd te betrekken bij vergunningverlening, is te voorkomen dat voor waterschappen alleen het vuile opruimwerk op de rwzi resteert.

Waterkwaliteit topprioriteit in landelijk gebied

In zijn advies benadrukt de Rli terecht dat een integrale aanpak van het landelijk gebied ook voor de waterkwaliteit topprioriteit is. Cruciaal dus dat de voorgenomen maatregelen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied snel uitvoering krijgen. Daarnaast zien de waterschappen zich door het advies gesterkt in hun oproep dat alle grondwateronttrekkingen in beeld moeten komen en dat daaraan binnen gebieden grenzen kunnen worden gesteld. Snel ingrijpen is ook nodig voor de Amerikaanse rivierkreeft en andere uitheemse kreeftensoorten die voor steeds grotere waterkwaliteitsproblemen zorgen. Daarover voeren we intensief overleg met het ministerie van Landbouw Natuur en Visserij, dat daarin het voortouw moet nemen.

De optelsom van de adviezen onderschrijft het uitgangspunt dat water en bodem leidend moeten zijn bij ruimtelijke keuzes. Keuzes die bepalen hoe we veilig kunnen wonen en werken in een laaggelegen delta, maar ook hoe succesvol we omgaan met waterkwaliteit, droogte en klimaatverandering.

> het advies ‘Goed water goed geregeld’ van de Raad voor de leefomgeving

Deel dit via:
FacebookTwitterLinkedIn