Vincent Lokin: “Dit wetsvoorstel is een eerste, belangrijke verbetering van het belastingstelsel van de waterschappen. Het lost de urgente knelpunten op en helpt de waterschappen bij het realiseren van de opgaven waar Nederland voor staat. Bovendien zorgt het ervoor dat waterschappen in hun werk minder mens- en milieubelastende stoffen hoeven te gebruiken. Bijna al onze wensen zijn gerealiseerd. Het is fijn dat meerdere Kamerleden waardering uitspreken voor het werk van de waterschappen. Ook is er brede steun voor het uitgangspunt van het wetsvoorstel: hoe meer profijt je van het werk van het waterschap hebt, hoe meer je betaalt.”
Wensen van de waterschappen
Op twee punten wilden de waterschappen graag aanpassing van het wetsvoorstel. Zij pleitten ervoor dat de voorgestelde tariefdifferentiatie tussen woningen en bedrijfspanden geen verplichting maar een keuzemogelijkheid wordt. De Kamerleden Grinwis (ChristenUnie), Pierik (BBB) en Vedder (CDA) dienden hierover een amendement in. Bij het Kamerdebat op 18 april bleek dat een meerderheid van de Kamer vreest dat bestuurlijke keuzevrijheid leidt tot meer onzekerheid voor belastingbetalers. Het amendement werd verworpen.
Ruimte bij de verdeling
De tweede wens van de waterschappen was voldoende ruimte om de kosten over de betalende categorieën ongebouwd en natuur te verdelen, bij voorkeur met een bandbreedte van 30 procent. Het wetsvoorstel stelt de bandbreedte de eerste twee jaar op 30 procent, en daarna op 25 procent. Door het Kamerlid Sneller (D66) werd een amendement ingediend om deze bandbreedte te beperken tot 10 procent, maar dat kreeg geen meerderheid.
Verdere uitkomsten van het debat
Er zijn 4 moties aangenomen:
– Motie Grinwis (ChristenUnie) c.s. (nr. 19) over het jaarlijks informeren over de belastingopbrengst per waterschap.
– Motie Heutink (PVV) (nr. 20) over scherp toezicht houden op hoe de waterschappen het begrip “gebiedskenmerken” invullen.
– Motie Pierik (BBB) c.s. (nr. 21) over of dienstverlening ten behoeve van het watersysteem door agrariërs verdisconteerd kan worden in de kostentoedeling van de waterschapslasten.
– Motie van Dijk (NSC) en Pierik (BBB) (nr. 23) over het onderzoeken hoe de zuiverings- en verontreinigingsheffing meer op basis van de omvang van huishoudens geheven kan worden.
Er zijn twee amendementen aangenomen over een evaluatie en over de algemene maatregel van bestuur.
Vervolgproces
Het aangepaste wetsvoorstel wordt nu naar de Eerste Kamer gestuurd. Na het meireces wordt het in behandeling genomen. De waterschappen hopen dat zij het nieuwe stelsel met ingang van 1 januari 2026 kunnen toepassen.