Waterschappen winnen al jaren zo’n 18 verschillende grondstoffen (en ook energie) uit het rioolwater. Denk aan cellulose, fosfaat, bioplastics, Kaumera en biomassa. Maar om afvalstoffen te kunnen gebruiken, zit wet- en regelgeving vaak in de weg. Die wetten en regels bestempelen de reststromen van de rioolwaterzuiveringen als ‘afval’. De waterschappen willen van dat stempel af.
Tempo ‘einde afvalstatus’ omhoog
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt eraan dat struviet en cellulose niet meer worden aangemerkt als afval, maar deze procedure duurt al bijna 6 jaar. Er zijn nog 16 andere grondstoffen die deze ‘einde afvalstatus’ nodig hebben. Een hoger tempo is dus noodzakelijk om de doelen van het programma ‘Nederland circulair in 2050’ te halen.
Balans tussen ambities
De waterschappen begrijpen dat het aan de ene kant belangrijk is dat mens en milieu worden beschermd tegen vervuiling door afval. Maar aan de andere kant zijn er de doelen om als Nederland meer circulair te worden. Tussen die verschillende ambities is balans nodig. Daarom willen de waterschappen meer regie vanuit het Rijk op de transitie naar een circulaire economie.