Drie moties aangenomen uit Wetgevingsoverleg Water

7 februari 2024

Op dinsdag 6 februari stemde de Tweede Kamer over de ingediende moties tijdens het Wetgevingsoverleg Water van maandag 29 januari. In totaal werden er veertien moties ingediend. Drie daarvan zijn aangenomen. Lees hieronder meer over de aangenomen moties.

zaal met ronde tafel waaraan Tweede Kamerleden debatteren
zaal met ronde tafel waaraan Tweede Kamerleden debatteren

Versterking dijktraject Hoogwaterbeschermingsprogramma

Op het gebied van waterveiligheid dienden de leden Peter de Groot (VVD) en Pieter Grinwis (ChristenUnie) een motie in om versterking van het dijktraject rondom Bergambacht binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) te prioriteren. Met als doel de kans op overstroming van pompstation Bergambacht terug te brengen naar één op drieduizend. Dit zou de continuïteit van de drinkwatervoorziening waarborgen.

Waterschappen: landelijke prioritering

De primaire keringen moeten voldoen aan een wettelijke norm. Deze is gebaseerd op het inwonersaantal en de belangen in het achterland. Het belangrijkste criterium voor prioritering van de versterkingsprojecten binnen het HWBP is de afstand tot de norm: de trajecten met de grootste veiligheidsopgave worden als eerste versterkt. Dat levert het grootste rendement op. De Unie van Waterschappen vindt het belangrijk om de prioritering en programmering gezamenlijk, op landelijk niveau te blijven doen. Om zo de uitvoerbaarheid, het rendement en de betaalbaarheid te combineren voor alle waterschappen.

Nature-based solutions

De tweede aangenomen motie werd ingediend door Ines Kostić (Partij voor de Dieren), Olger van Dijk (NSC), Geert Gabriëls (GL/PvdA) en Grinwis (ChristenUnie). De ondertekenaars verzoeken de regering in de motie ervoor te zorgen dat de kansen van nature-based solutions maximaal worden benut in waterprojecten. Eerder gebruikte nature-based solutions, zoals toegepast in het programma Ruimte voor de Rivier, hebben volgens de leden aantoonbaar bijgedragen aan oplossingen voor bijvoorbeeld waterveiligheid. Daarbij waren er tegelijkertijd positieve effecten op andere doelen, zoals ruimtelijke kwaliteit. Nu worden dergelijke oplossingen nog vaak gezien als een last of een extra opgave, waardoor de meeste waterprojecten de kansen van natuur onvoldoende benutten, aldus de motie.

Waterschappen: kansen benutten

De Unie van Waterschappen herkent de veelzijdigheid van nature-based solutions in waterveiligheid en omarmt de kennisontwikkeling en toepassing ervan. De waterschappen zien programma’s als Integraal Riviermanagement en de innovaties in het HWBP als mogelijkheden om de kansen ervan te benutten. Daarbij blijft doelmatige besteding van de financiële middelen voorop staan. Net als de voortgang om de dijken in 2050 aan de wettelijke norm te laten voldoen.

‘One out, alle out’-principe in KRW

De derde motie heeft betrekking op de Kaderrichtlijn Water (KRW). Met zijn motie verzoekt Hidde Heutink (PVV) de regering om in Brussel te pleiten voor het schrappen van het ‘one out, all out’-principe ten aanzien van de KRW. Dit principe betekent dat de waterkwaliteit onvoldoende is als één onderdeel niet voldoet aan de gestelde norm. Heutink stelt in de motie dat het hieraan blijven vasthouden de kans op rechtszaken aanzienlijk vergroot. De PVV is van mening dat de overschrijding van één stof geen aanleiding mag zijn om het water volledig af te keuren.

Waterschappen steunen reactie minister

De waterschapen steunen de reactie van minister Harbers op de motie van Heutink. Hij liet weten dat Nederland hiervoor geen meerderheid kan krijgen in Brussel. De minister wil inzetten op een monitoringssysteem dat inzichtelijk maakt wat de bereikte voortuitgang van de waterkwaliteit is.

> Lees de terugblik op het Wetgevingsoverleg Water

Deel dit via:
FacebookTwitterLinkedIn