Waterschappen reageren op Quick Scan stikstofaanpak PBL

11 november 2021

Op 9 november heeft het Planbureau van de Leefomgeving (PBL) een Quick Scan van de voorgestelde beleidspakketten van het demissionaire kabinet om de stikstofproblematiek aan te pakken gepresenteerd. Het PBL geeft hierin onder meer aan dat het systeemherstel groter is wanneer tegelijkertijd wordt ingezet op extensivering van de landbouw.



De Unie van Waterschappen benadrukt in een reactie het belang van een robuust landelijk gebied, dat de stikstofaanpak regionaal maatwerk is, en dat een snelle en integrale aanpak inderdaad hard nodig is.

Beleidspakketten

Het PBL is door het kabinet verzocht om het effect van 2 beleidspakketten te analyseren om de stikstofuitstoot uit de landbouw terug te dringen en de natuur te verbeteren. Beide pakketten leiden tot vermindering van het neerslaan van stikstof op de bodem en in het water, de zogenaamde stikstofdepositie.

Afname broeikasgassen

De potentiële natuurverbetering en systeemherstel zijn groter in het pakket dat gericht is op stikstofreductie én extensivering van de landbouw (pakket A). Pakket A gaat ook verdroging tegen én heeft een betere uitwerking op de afname van broeikasgassen, ondanks dat het smallere pakket een grotere vermindering van de veestapel voorstelt. In beide pakketten is de verbetering afhankelijk van het slagen van een aanzienlijke uitvoeringsopgave in korte tijd.

Robuust landelijk gebied

Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “Het is goed dat het nadenken over bronmaatregelen zich in deze richting ontwikkelt. Een meer natuurinclusieve veehouderij is belangrijk voor een robuust landelijk gebied, waarmee niet alleen de stikstofuitstoot wordt gereduceerd, maar die ook ten goede komt aan een weerbaar systeem dat weersextremen beter kan opvangen. Hierbij is het belangrijk dat er een lange termijn perspectief is voor de agrariërs om mee te doen aan deze transitie, zoals in pakket A wordt voorgesteld.”

Slim combineren

Het herstel van de natuurlijke systemen vraagt volgens de Unie van Waterschappen om regionaal maatwerk. De waterschappen hebben veel kennis over specifieke gebieden. Ze zijn daarmee sterke partners in de gebiedsgerichte aanpakken die regionaal worden uitgerold om de staat van de natuur te verbeteren. Daarbij zetten de waterschappen in op maatregelen die bijdragen aan natuurherstel en het verminderen van stikstofuitstoot. Die maatregelen zijn slim te combineren zijn met maatregelen die worden genomen in het kader van de waterkwaliteit, het klimaatakkoord, het aanpassen aan weersextremen en verhogen van de ruimtelijke kwaliteit .

Meer over de Quick Scan

Deltacongres in Limburg in teken van aanpassen aan klimaat

8 november 2021

Op 11 november vindt het nationaal Deltacongres plaats voor iedereen die professioneel betrokken is bij de uitvoering van het Deltaprogramma. Het hoofdthema van het congres is: ‘Water als sturend principe’. Als partner van het Deltaprogramma is de Unie van Waterschappen betrokken bij verschillende onderdelen van het congres.



Nederland gaat de komende decennia op de schop. Wat betekent het als water het uitgangspunt vormt? Hoe kunnen we de nieuwe woningen op een veilige en klimaatbestendige manier bouwen? Hoe zorgen we voor voldoende beschikbaar zoetwater en voor welke uitdagingen staan we daarbij? Hoe richten we ons land zo in dat we de weersextremen beter kunnen opvangen? Al deze aspecten komen tijdens het Deltacongres aan bod.

Belang zoetwaterbeschikbaarheid

Tijdens de plenaire opening vertellen inwoners uit Limburg over hun ervaringen met het water. Demissionair minister van Infrastructuur en Waterstaat, Barbara Visser, is aanwezig en geeft een speech. In de Deltafilm belichten de bestuurders van de koepelorganisaties innovaties op het gebied van waterveiligheid, zoetwater en ruimtelijke adaptatie. Rogier van der Sande doet dit namens de Unie van Waterschappen over zoetwaterbeschikbaarheid.

Waterschappen in deelsessies

In de parallelsessies werken verschillende waterschappers mee. Zo werken Els Otterman (hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden) en Cor Beekmans (waterschap Drents Overijsselse Delta) mee aan de sessie ‘Klimaatneutraal en circulair versterken’.

Pappen en nathouden

Verschillende waterschapsprojecten komen voorbij in de sessie ‘Pappen en nathouden: Transities in het waterbeheer’. Jeroen Haan en Bert de Groot (dijkgraaf en dagelijks bestuurslid bij het hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden) praten erover mee.

Leren uit het buitenland

Hein Pieper (dijkgraaf van waterschap Rijn en IJssel) maakt zich in de sessie ‘Leren uit het buitenland’ sterk voor internationale kennisuitwisseling. Hij wordt bijgestaan door Mariska van Rijswijk van waterschap Brabantse Delta en Ellen te Boekhorst van waterschap Limburg.

Watercrisis Limburg

In het plenaire deel en in de parallelsessie ‘Watercrisis Limburg 2021’ wordt met onder meer vertegenwoordigers van waterschap Limburg teruggeblikt op de overstromingen van afgelopen zomer. Besproken wordt welke lessen uit deze watercrisis getrokken kunnen worden.

Het congres vindt dit jaar in hybride vorm (live én online) plaats vanuit het MECC in Maastricht. Aanmelden is niet meer mogelijk.

Meer over het Nationaal Deltacongres 2021

Waterschappen: ‘Watersnood Limburg geen incident, nationale regie nodig’

3 november 2021

Op 2 november hebben waterschap Limburg, de provincie Limburg en verschillende Limburgse gemeenten de Limburgse Propositie Water aangeboden aan demissionair minister Barbara Visser (Infrastructuur en Water) en aan de Tweede Kamer. Hiermee vragen zij aandacht en concrete stappen in het klimaatbestendig maken van Limburg. Dit is een boodschap die de Unie van Waterschappen van harte onderschrijft, voor heel Nederland. De Unie roept het nieuwe kabinet dan ook op met nationale plannen te komen voor het aanpassen aan weersextremen.



In de Limburgse Propositie Water wordt het Rijk uitgenodigd om samen met de regio te werken aan een structurele aanpak en financiering voor klimaatadaptatie om de watersystemen in Limburg klimaatrobuust te maken. De Limburgse overheden vragen het Rijk om samen met de regio een fonds van 1,2 miljard euro te realiseren voor een meerjarig adaptief programma. Hierbij wordt aangestuurd op een versnelling van de huidige geplande maatregelen, waarbij de klimaatbestendige doelen niet pas in 2050 worden gehaald, maar al in 2035.

Klimaatbestendig Nederland

Omdat heel Nederland zich extra moet voorbereiden op de effecten van klimaatverandering, doet de Unie van Waterschappen een dringende oproep richting een nieuw kabinet. Rogier van der Sande, voorzitter Unie van Waterschappen: “De Limburgse propositie is een duidelijke roep om versnelling. Laat de Limburgse watersnood van deze zomer een katalysator zijn voor heel Nederland. De Unie benadrukt dat de weersextremen zich overal in Nederland kunnen voordoen, met verschillende gebiedsafhankelijke gevolgen. Een versnelling van maatregelen moet daarom in heel Nederland plaatsvinden. Structurele financiering is hiervoor nodig.”

Geen ver-van-je-bed-show

Voor de waterschappen is opvangen van de gevolgen van klimaatverandering dagelijkse praktijk. “Met drie ex-treem droge zomers en een zomer vol wateroverlast in het achterhoofd, zien we dat klimaatverandering geen ver-van-je-bed-show is, maar de dagelijkse realiteit. De waterschappen werken hard aan het aanpassen aan het nieuwe klimaat door bijvoorbeeld dijken te versterken, waterbuffers aan te leggen en water beter en langer vast te houden voor droge tijden,” legt Van der Sande uit. “Maar we raken de grenzen aan van wat we binnen het watersysteem kunnen opvangen. We geven dan ook al geruime tijd bij de medeoverheden aan dat er ingrijpende keuzes nodig zijn in de ruimtelijke inrichting om Nederland leefbaar en toekomstbestendig te houden.”

Ruimte voor water

Van der Sande: “Als de overstromingen in Limburg iets laten zien is het wel dat wanneer je water geen ruimte geeft, water ruimte neemt. In de praktijk betekent dit dat klimaatbestendig bouwen de norm moet worden, de waterbeheerder vanaf het allereerste idee voor ruimtelijke plannen wordt betrokken en een bepalende stem heeft over bijvoorbeeld de locatiekeuze. Om dit voor elkaar te krijgen is nu meer Rijksregie nodig en daarom hoort aanpassen aan het nieuwe klimaat hoog op de agenda bij de kabinetsformatie.”

Staat van Ons Water 2021: Weerbaar blijven tegen overstromingen en zeespiegelstijging

20 mei 2022

In 2021 kwamen de gevolgen van klimaatverandering heel duidelijk naar voren. Na 3 jaren met extreem hete zomers en langdurige droogte waren de temperaturen vrij normaal, maar kregen we te maken met extreme neerslag. Dat leidde in juni en juli 2021 tot grote wateroverlast in Friesland en Noord-Holland, en tot overstromingen in Limburg, Duitsland, België en Luxemburg. Dat staat in de Staat van Ons Water 2021.



De Staat van Ons Water is de rapportage waarmee de minister van Infrastructuur en Waterstaat elk jaar in mei de Tweede Kamer informeert over de ontwikkelingen in het waterbeleid. Het rapport over 2021 is deze week gepubliceerd.

Water en klimaat

In 2021 hebben de waterschappen en de Deltacommissaris zich hard gemaakt voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland. Ze adviseerden het nieuwe kabinet onder meer water en bodem leidend te laten zijn voor ruimtelijke plannen. Het kabinet nam dit advies over in het coalitieakkoord. De noodzaak hiervoor werd in de zomermaanden van 2021 met overstromingen en hoogwater door extreme regenval goed zichtbaar.

Impulsregeling Klimaatadaptatie

Om ons aan te passen aan het steeds vaker voorkomende extreme weer is de impulsregeling Klimaatadaptatie ook in 2021 van kracht geworden. Het Rijk financierde 49 miljoen euro mee aan projecten die Nederland weerbaarder moeten maken tegen de klimaatverandering. Daarnaast doet het kennisprogramma Zeespiegelstijging onderzoek naar wat de gevolgen van zeespiegelstijging voor Nederland zijn.

Wat doen de waterschappen?

De waterschappen vinden dat er genoeg geld moet zijn om Nederland tegen zeespiegelstijging te beschermen, zodat ze Nederland daar weerbaarder tegen kunnen maken. De waterschappen willen voldoende middelen voor waterveiligheid via het Hoogwaterbeschermingsprogramma en het Deltafonds. Daarbij moet de financiële bijdrage vanuit het Rijk minimaal constant blijven. Mogelijk moet er in de toekomst meer geld in het Deltafonds worden gestort om ons te wapenen tegen de effecten van zeespiegelstijging en hogere rivierafvoeren.

Klik op het beeld voor een vergroting

Waterdebat

Op 7 juni vindt het Commissiedebat Water in de Tweede Kamer plaats. De Kamer praat dan onder meer over waterkwaliteit en wateroverlast. De Unie van Waterschappen pleit in aanloop naar het Commissiedebat voor landelijke normen voor klimaatbestendigheid. Daarmee is er een stok achter de deur om Nederland weerbaarder te maken in de strijd tegen klimaatverandering.

De Staat van Ons Water 2021

De Staat van Ons Water is een gezamenlijke rapportage van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Unie van Waterschappen, de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

> Lees de Staat van ons Water 2021

Symposium over ‘De Waterwolf’ vraagt aandacht voor klimaatverandering

29 oktober 2021

Op 28 oktober vierden het Schilthuisfonds en de Vereniging voor Waterstaatsgeschiedenis gezamenlijk hun lustrum: respectievelijk 35 en 30 jaar. Dat deden ze met een symposium met als thema ‘De Waterwolf’.



Deze term werd in de 17e eeuw gebruikt om de ‘vreter van het land’ te beschrijven. De waterwolf stond voor de zee en de grote meren die het land opvraten.

Klimaatverandering

Met de huidige klimaatverandering en de daarmee gepaard gaande zeespiegelstijging, wordt land opnieuw bedreigd door water. Is de waterwolf terug? Dat was de vraag waar de aanwezigen zich tijdens de lustrumviering over bogen.

Apocalyptisch

Eén van de sprekers was Gerard van der Steenhoven, hoofddirecteur van het KNMI. Hij stelde dat het veranderende klimaat en de stijgende zeespiegel apocalyptische vormen kunnen aannemen als we er niet in slagen de uitstoot van broeikasgassen flink te reduceren. De KNMI klimaatscenario’s en het recent verschenen IPCC-rapport tonen dit aan. Als we de afspraken van Parijs halen, dan hebben we zo’n 100 jaar om slimme waterstaatskundige maatregelen te treffen.

Rigoureuze keuzes

Maarten Kleinhans, hoogleraar Geowetenschappen aan de Universiteit Utrecht, liet zien dat ons land voor een groot deel een kustmoeras is met een slappe bodem. Klimaatverandering vergt rigoureuze keuzes als we duurzaam veilig in Nederland willen blijven wonen. Volgens hem gaan we het met alleen klimaatadaptatie niet redden, ook mitigatie is noodzakelijk.

Geschiedenis én actualiteit

Ook Jeroen Haan, dijkgraaf van waterschap De Stichtse Rijnlanden, sprak over waterveiligheid toen en nu. Hij ging in op meerlaagse veiligheid: het bestrijden van overstromingsrisico’s door een combinatie van waterkeringen, ruimtelijke ordening en crisisbeheersing . Maar ook stond hij stil bij het Klimaatsignaal ’21 dat deze week door het KNMI is gepresenteerd. Zo kwamen geschiedenis en actualiteit bij elkaar.

Verleden en heden

Fred van Lieburg, hoogleraar religiegeschiedenis aan de VU te Amsterdam, onderstreepte dat door in zijn bijdrage in te gaan op het apocalyptisch denken in het verleden te koppelen aan het denken over klimaatverandering in het heden.

Website Schilthuisfonds

Tijdens de bijeenkomst werd ook de website van het Schilthuisfonds gelanceerd. Met de nieuwe website vraagt de stichting aandacht voor waterstaats- en waterschapsrecht.

De stichting Schilthuisfonds waarborgt de wetenschappelijke en praktische beoefening van het waterrecht en de watergeschiedenis. De Vereniging voor Waterstaatsgeschiedenis bevordert de studie naar de waterstaatsgeschiedenis laat een breed publiek zich bewust worden van het belang van deze studies.

Website Schilthuisfonds
Website Vereniging voor Waterstaatsgeschiedenis

Klimaatdag: waterschappen willen ‘dweilen met de kraan dicht’

28 oktober 2021

Uit de Klimaatnota 2021 blijkt dat het klimaatbeleid leidt tot meer CO2-reductie, maar extra stappen nodig blijven. Waterschappen onderstrepen die noodzaak, omdat zij de gevolgen van klimaatverandering merken in het dagelijks werk. “Wij dweilen graag met de kraan dicht en nemen onze verantwoordelijkheid met hoge ambities op het gebied van duurzaamheid,” zegt Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen.



”Niet alleen de recente wateroverlast in Limburg laat zien dat extreem weer ons nu al op de proef stelt,” aldus Schoonman. “We kampen ook al jaren met droogte. En worden geconfronteerd met zeespiegelstijging, verzilting en bodemdaling. Klimaatverandering moet meer en meer leiden tot bewust ruimtegebruik. Als we Nederland op termijn veilig en bewoonbaar willen houden, moeten water en bodem leidend zijn in ruimtelijke keuzes. Niet alles kan overal. De bestemming moet het klimaat volgen. Daarom zijn wij als waterschappen uiterst ambitieus om verdere klimaatverandering te beperken. We lopen voorop om energieneutraal te worden, door energiebesparing, vermindering van broeikasgassen, duurzaam inkopen en opwek van duurzame energie.”

Energieneutraal

De waterschappen dragen volop bij aan het nationale Klimaatakkoord. Zo zetten ze zich in voor energieneutraliteit in 2025. Door de opwek van duurzame energie bij de rioolwaterzuiveringen, het inzetten van terreinen voor wind- en zonne-energie en door aquathermie: thermische energie uit oppervlaktewater en afvalwater. Waterschappen zijn één van de grootste producenten van biogas en overwegen om het biogas maatschappelijk in te zetten als groen gas. Op dit moment zijn de waterschappen al voor meer dan 40% zelfvoorzienend door eigen duurzame energieproductie.

Circulaire economie

Ook hebben waterschappen de doelstelling van een 100% circulaire economie in 2050. Waterschappen vergroten het aanbod aan hernieuwbare alternatieven door waardevolle grondstoffen terug te winnen, zoals nutriënten, cellulose, bioplastic en schoon water uit rioolwater. Tegelijk werken ze aan een strategie richting klimaatneutrale en circulaire waterschappen. Met circulaire inkoop en aanbesteding van grote projecten kan de uitstoot van C02 fors worden teruggebracht, bijvoorbeeld bij dijkversterkingen. Dat geldt ook voor verduurzaming van het rijdend materieel van de waterschappen.

Klimaatbestendig

De klimaatverandering beperken is één kant. De andere kant zijn de gevolgen die de waterschappen nu al opvangen met de toenemende weersextremen als droogte en hoosbuien. Ze investeren de komende jaren 1,8 miljard euro per jaar in onder meer het klimaatbestendiger maken van Nederland door bijvoorbeeld dijken te versterken, waterbergingen aan te leggen en voorzieningen om zoetwater vast te houden, zoals regenwaterbuffers.

Lees hier meer over de duurzame activiteiten van de waterschappen.

Waterschappen reageren op Klimaatsignaal ’21

25 oktober 2021

Uit het Klimaatsignaal van het KNMI blijkt dat klimaatverandering in Nederland sneller gaat dan eerder verwacht en grote effecten gaat hebben. Zo zullen extreme droogte en hoosbuien vaker voorkomen en zal de zeespiegelstijging sneller stijgen. De waterschappen roepen het nieuwe kabinet daarom op om te anticiperen op de zeespiegelstijging en van aanpassen aan extreem weer een topprioriteit te maken.

hoogwater

Rogier van de Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “We zien dat het Rijk doorpakt op verduurzaming, maar de gevolgen van klimaatverandering zijn nu al aan de orde. We moeten ons dan ook versneld aanpassen. Dat moet hoger op de agenda.” Het Klimaatsignaal ’21 van het KNMI laat namelijk zien dat de temperatuurstijging harder oploopt dan gedacht.

Signalen in Nederland

In Nederland merken we dit aan een snellere zeespiegelstijging. Het KNMI schat in dat de zeespiegel tot 1,20 meter stijgt in 2100. Dat is 20 centimeter meer dan waarop de plannen uit het Deltaprogramma zijn berekend. Ook is er voor het eerst een scenario waarin een stijging tot 2 meter niet wordt uitgesloten. Het KNMI geeft daarbij aan te verwachten dat langdurige droogte en extreme hoosbuien vaker gaan voorkomen.

Investeren

Het Klimaatsignaal ’21 bevestigt wat de waterschappen al in de dagelijkse praktijk merken: Nederland heeft in toenemende mate te maken met extreem weer. “De wateroverlast in Limburg, Noord-Holland en Friesland van afgelopen zomer laat zien dat extreem weer vandaag de dag al voor problemen zorgt,“ licht Van der Sande toe. “Als regionale waterbeheerders ervaren de waterschappen deze problemen het eerst. Daarom investeren we jaarlijks 1,8 miljard euro in het klimaatbestendig maken van Nederland.”

Versneld aanpassen

Maar toenemende hoosbuien en droogte betekenen niet alleen meer werk voor de waterschappen. Ook het Rijk, de provincies en gemeenten moeten vol aan de bak. “Zo kunnen we ons versneld aanpassen aan de verandering. De tijd dat we water, land en bodem naar onze hand konden zetten is voorbij,” zegt Van der Sande.

Water de ruimte geven

Daarom pleit de Unie van Waterschappen ook voor het stimuleren van de aanleg van klimaatbuffers, de oprichting van een nationaal programma voor bodemdaling en een Deltafonds dat meegroeit met de opgaven van de waterbeheerders. “Daarnaast zijn er ingrijpende keuzes nodig in de ruimtelijke inrichting van Nederland om schade en overlast binnen de perken te houden. Zo vinden wij dat water sturend moet zijn bij die ruimtelijke inrichting,” stelt Van der Sande. “Als de overstromingen in Limburg iets laten zien, is het wel dat water ruimte neemt wanneer je het geen ruimte geeft.”

Klimaat hoog op de agenda

In de praktijk betekent dit dat klimaatbestendig bouwen de norm moet worden. De waterbeheerder moet vanaf het allereerste idee voor ruimtelijke plannen worden betrokken en een bepalende stem hebben over bijvoorbeeld de locatiekeuze. Om dit voor elkaar te krijgen, is nu meer Rijksregie nodig. Daarom hoort aanpassen aan het nieuwe klimaat volgens de waterschappen hoog op de agenda bij de kabinetsformatie.

Snellere zeespiegelstijging

Ook de verwachtingen voor de oplopende zeespiegelstijging hebben drastische gevolgen voor de leefbaarheid in ons land. Hoewel de effecten van versnelde zeespiegelstijging pas in de tweede helft van deze eeuw merkbaar zullen zijn, wordt met het nationale Deltaprogramma ver vooruitgekeken. “Hierbij baseren wij ons op deze KNMI-scenario’s. Projecten en maatregelen zullen worden bijgesteld als daar aanleiding toe is,” legt Van der Sande uit.

Kennisprogramma

In het Deltaprogramma wordt sinds 2019 ook gewerkt aan een kennisprogramma zeespiegelstijging. Doel daarvan is om meer inzicht krijgen in de effecten van zeespiegelstijging op het waterbeheer en het ruimtegebruik in Nederland.

Zoetwatervoorraad onder druk

Met temperatuurstijging en zeespiegelstijging staat ook de beschikbaarheid van zoet water onder druk. Bij lage rivierstanden kan het zoute water van de zee verder Nederland indringen. Dit heeft schadelijke gevolgen voor onder andere natuur en landbouw. Van der Sande: “Op de momenten dat de beschikbaarheid van water het laagst is, is de vraag naar water het hoogst. We moeten zorgen dat dit weer in balans komt. De beschikbaarheid van water moet leidend worden voor het gebruik en niet andersom.”

Wat is het Klimaatsignaal?

Het KNMI ontwikkelt klimaatscenario’s in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De KNMI-klimaatscenario’s zijn een eerste vertaling van de mondiale klimaatprojecties van het klimaatpanel van de Verenigde Naties IPCC naar Nederland.

> Berichtgeving KNMI

Waterschappen inventariseren mogelijkheden voor bos in beekdalen

4 mei 2022

De waterschappen gaan inventariseren op welke plekken waterbeheer samen kan gaan met extra bosaanleg in beekdalen. Daarvoor is een hulpmiddel ontwikkeld dat werd gepresenteerd tijdens de aftrap van het project ‘Bos in Beekdalen’ op 21 april.

beekje

Dit project komt voort uit het Klimaatakkoord. Eén van de afspraken in dat akkoord is de vastlegging van extra CO₂ in bos, natuur en landschap. Deze afspraak is uitgewerkt in de bossenstrategie. In die strategie staat dat er mogelijkheden zijn om in beekdalen extra bos aan te leggen, in combinatie met waterbeheer en biodiversiteit.

Mogelijkheden inventariseren

In het kader van het Klimaatakkoord is in de commissie Watersystemen (CWS) van de Unie van Waterschappen afgesproken dat de waterschappen voor het einde van dit jaar laten weten hoeveel mogelijkheden ze zien voor de aanleg van bos in beekdalen. Royal HaskoningDHV maakte hiervoor een hulpmiddel.

De Unie faciliteert

De Unie van Waterschappen faciliteert het inventarisatietraject, onder meer door het organiseren van een leerbijeenkomst begin juli.

> Hulpmiddel voor uitbreiding bos
> Kansenkaart Nieuw bos in beekdalen

Meer informatie is op te vragen bij Anke van Houten

Nieuwe editie van magazine Het Waterschap over water en ruimte

14 oktober 2021

Magazine Het Waterschap is op 14 oktober weer verschenen. Het thema van dit nummer is ‘Water en Ruimte’. Het blad is ook online te lezen.



Van ruimte wordt vandaag de dag veel gevraagd: er is ruimte nodig voor zonnepanelen en windmolens om de klimaatdoelen te halen. Er is ruimte voor de natuur nodig om de stikstofproblematiek het hoofd te bieden. Er is ruimte nodig voor een miljoen nieuwe woningen om de woningnood op te lossen.

Ruimte voor water

Allemaal belangrijk. Maar wanneer je ruimte voor water vergeet en de hele boel overstroomt of droog komt te staan, valt al het andere figuurlijk in het water. De ruimte voor water staat daarom in dit nummer van Het Waterschap centraal.

Veel interviews

Maak even ruimte in je agenda om de interviews te lezen met Hans Mommaas (Planbureau voor de Leefomgeving), Edwin Lokkerbol (kwartiermaker Emissieloos bouwen), Stefan Kuks (waterschap Vechtstromen), journalist Menno Bentveld en vele anderen!

Lees magazine Het Waterschap online

Deltacommissaris: waterbeheerder vroeg aan tafel bij ruimtelijke planvorming

8 oktober 2021

Op 7 oktober lichtte deltacommissaris Peter Glas het Deltaprogramma 2022 toe aan de Tweede Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat. Glas pleitte er hierbij voor om iedere schop in de grond klimaatbestendig te laten zijn.

rivier met riet en bootjes en erachter nieuwbouwhuizen

Nederland gaat op de schop. Er moeten een miljoen nieuwe woningen worden gebouwd. De landbouw en de natuur staan voor een grote transitie. En ook de energietransitie legt een claim op de ruimte. Tot 2050 gaat het om investeringen van circa 900 miljard euro. Het grootste deel van deze investeringen vindt plaats in de overstroombare delen van Nederland. De deltacommissaris roept daarom op om klimaatbestendig en waterrobuust te bouwen.

Water sturend bij ruimtelijke plannen

Dat betekent in de praktijk dat water sturend moet zijn voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. Dit kan door te zorgen dat waterbeheerders vroeg aan tafel zitten bij ruimtelijke processen. Met hun specifieke gebiedskennis kunnen ze dan bijvoorbeeld meedenken over geschikte locatiekeuze. De deltacommissaris vindt bovendien dat de watertoets in dit soort processen dwingender moet zijn.

Extreem weer

De Unie van Waterschappen vindt ook dat water sturend moet zijn voor de ruimtelijke inrichting. Alleen zo kunnen we schade door extreem weer zoveel mogelijk beperken. De Unie vraagt het nieuwe kabinet dit ordeningsprincipe nadrukkelijk te hanteren bij ruimtelijke plannen, concreet te maken en structureel financieel bij te dragen aan de uitvoering ervan.

Klimaatbestendig: het nieuwe normaal

In lijn met de oproep van de Deltacommissaris vinden de waterschappen het belangrijk dat het Rijk in afspraken met de regio’s borgt dat in de gebouwde omgeving en op grootschalige woningbouwlocaties overal klimaatbestendig wordt gebouwd, als het ‘nieuwe normaal’.