Tijdens de stemmingen op dinsdag 28 mei zijn er in de Tweede Kamer twee moties aangenomen over gewasbeschermingsmiddelen. Beide werden ingediend door Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid van de ChristenUnie. De moties gaan over de toelating van gewasbeschermingsmiddelen volgens de Kaderrichtlijn Water en over de inzet van maatregelen voor de waterkwaliteit.
Toelating en toepassing gewasbeschermingsmiddelen
De eerste motie gaat in op de toelating en toepassing van gewasbeschermingsmiddelen door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Met de motie wil Grinwis dat de toelating en toepassing van de middelen overeenstemmen met de normering van de Kaderrichtlijn Water. Dit is nu nog niet altijd het geval.
Op dit moment worden de normen in de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor onder meer gewasbeschermingsmiddelen nog te vaak overschreden. Met de tweede motie verzoekt Grinwis daarom provincies, gemeenten en waterschappen om de bestaande regelgeving optimaal in te zetten om dit te voorkomen. Hij wil dat hier effectieve en adequate maatregelen worden genomen voor een betere waterkwaliteit.
De waterschappen willen voldoen aan de waterkwaliteitsnormen uit de Kaderrichtlijn Water. Ze willen dat het College voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) hier mee rekening houdt bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Als er geen goede en betaalbare meetmethode beschikbaar is, mogen gewasbeschermingsmiddelen niet toegelaten worden.
Op 14 mei staat het commissiedebat gewasbeschermingsmiddelen op de agenda van de Tweede Kamer. De waterschappen hebben een aantal aandachtspunten ingebracht.
Doel nog niet in zicht
In 2030 mogen er nagenoeg geen emissies van gewasbeschermingsmiddelen naar het water meer zijn. Met het huidige tempo is dat doel helaas nog niet in zicht. Dat blijkt uit de jaarlijkse rapportage van het Landelijk meetnet gewasbeschermingsmiddelen. De waterschappen maken zich zorgen over het aantal normoverschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater.
Waterschappen zijn verantwoordelijk voor de waterkwaliteit in Nederland en monitoren de waterkwaliteit, signaleren knelpunten en brengen daarover jaarlijks een rapportage uit. Waterschappen werken natuurlijk ook aan droge voeten en zuivering van afvalwater.
Waterkwaliteit ligt de waterschappen na aan het hart. Onze zorg en aandacht gaat uit naar alle stoffen die niet in het water thuishoren. Een goede kwaliteit van het oppervlakte-, grond- en drinkwater is van levensbelang voor de gezondheid van mens en natuur. Waterschappen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. We werken hard om de doelen van de Kaderrichtlijn Water voor oppervlaktewater te halen. En niet om die simpelweg af te kunnen vinken, maar omdat de waterkwaliteit echt fors beter moet voor mens en natuur. Waterschappen investeren de komende jaren flink, maar ook landbouw, industrie, inwoners en het rijk zijn aan zet.
Stagnatie of lichte verbetering?
De evaluatie van de resultaten van het Landelijk meetnet gewasbeschermingsmiddelen verschijnt jaarlijks. Van het aantal gemeten stoffen in het oppervlaktewater overschrijdt ongeveer 20% van die stoffen de norm. Een stof is normoverschrijdend wanneer deze op in ieder geval één van de meetlocaties de geldende milieukwaliteitsnorm overschrijdt. Sinds 2014 schommelt het percentage rond de 20% en in de afgelopen drie jaar is een lichte daling te zien. We moeten toe naar geen normoverschrijdingen in het oppervlaktewater.
Complicerende factor: biociden
Sommige stoffen zijn als gewasbeschermingsmiddel niet meer toegestaan, maar zijn wel toegelaten als biocide (middelen om schadelijke organismen te bestrijden). Dit is het geval bij imidacloprid en fipronil, dat in vlooienmiddel zit.
Waterschappen meten actieve stoffen in het oppervlaktewater. Een gewasbeschermingsmiddel en biocide kunnen dezelfde actieve stoffen bevatten. Biociden worden voor een andere toepassing gebruikt (bijvoorbeeld dierengeneesmiddelen of een schimmelwerend middel op een kunstgrasveld), maar kunnen wel dezelfde actieve stoffen bevatten.
Waterschappen verwachten dat de minister ook naar de werkzame stoffen in biociden kijkt. Die worden gevonden in het oppervlaktewater en gezuiverd rioolwater.
Andere zorgen
Daarnaast sluiten de normen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) hanteert niet goed aan bij de normen van de Kaderrichtlijn Water (KRW).
Tot en met 2027 stellen de waterschappen jaarlijks 280.000 euro beschikbaar voor projecten die de waterkwaliteit verbeteren. Het kan gaan om projecten voor kennisdeling, onderzoek en de ontwikkeling en uitrol van innovaties. Een commissie met onder meer vertegenwoordigers van de waterschappen beoordeelt de aanvragen bij het Stimuleringsbudget Emissiebeperking Open Teelten en Veehouderij.
Samenwerking STOWA en LTO Noord
De commissie bekijkt 3 keer per jaar de nieuwe aanvragen en let daarbij onder andere op het doelbereik. De maatregel moet, mits succesvol, gemakkelijk en breed toepasbaar zijn. De uitvoering gebeurt altijd in samenwerking met sectorpartijen en een waterschap. STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer) beheert het stimuleringsbudget voor de waterschappen en belangenbehartiger voor de agrarische sector LTO Noord voert het secretariaat. De financiering uit het Stimuleringsbudget bedraagt maximaal de helft van de totale projectkosten.
Succesvolle eerdere projecten
Tot en met 2023 was eenzelfde budget beschikbaar. Daar is goed gebruik van gemaakt. Sinds de start zijn er 18 aanvragen gehonoreerd, variërend van chemievrije maisteelttechnieken tot emissieloze voeropslagen op melkveebedrijven. Een ander project betrof het biologisch verwijderen van gewasbeschermingsmiddelen uit afvalwaterstromen. Uit het project bleek het nieuwe zuiveringsconcept kansrijk, terwijl nog weinig bedrijven een zuiveringsvoorziening voor gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. De zuiveringsvoorziening is momenteel in ontwikkeling en kan relatief eenvoudig een groot deel van de gewasbeschermingsmiddelen in het waswater verwijderen.
Het Centrum voor Milieuwetenschappen (CML) deed in opdracht van Natuur & Milieu onderzoek naar de aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen in Nederlandse natuur- en recreatiewateren. Het onderzoek keek naar 38 gewasbeschermingsmiddelen die in het onderzoek Hoog Risicostoffen worden genoemd. In 80 procent van de 153 onderzochte gebieden werden deze middelen aangetroffen. Bij 4 op de 10 wateren werd een overschrijding van de milieunormen geconstateerd.
Waterschappen: zorgen over effect gewasbeschermingsmiddelen
De Unie van Waterschappen herkent deze resultaten en deelt de zorgen over gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater. Waterschappen meten ook regelmatig overschrijdingen van de normen in sloten en plassen. De aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater heeft een negatief effect op het de leefomgeving en de waterkwaliteit. De landbouw gebruikt middelen om gewassen te beschermen, maar het is cruciaal om te zorgen dat middelen niet in het water of in de leefomgeving terechtkomen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door uitspoeling of afspoeling, waarbij regen de middelen via de oppervlakte of door de ondergrond in het water terechtkomen. Of door drift, waarbij de wind het middel wordt meevoert en het dan alsnog in het water komt. De Unie van Waterschappen onderschrijft het belang van maatregelen in landelijke wetgeving en beleid ter bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater. De Unie vindt het belangrijk dat de vervuiling bij de bron aangepakt wordt.
De doelen van de KRW komen snel dichterbij. In de laatste jaren zullen flinke extra stappen moeten worden genomen om in 2027 te voldoen aan deze doelen. Waterschappen investeerden de afgelopen jaren veel in het verbeteren van de waterkwaliteit. Er wordt hard gewerkt om de doelen van de Kaderrichtlijn Water voor oppervlaktewater te halen. Waterschappen kunnen het niet alleen. Er zijn ook andere partijen aan zet. Gewasbeschermingsmiddelen zijn een aanhoudende bron van zorg. Vanuit betrokken partijen als de landbouwsector en ministeries blijven daarom ook flinke inspanningen nodig om te zorgen dat deze stoffen niet in water en natuur belanden.
Hoe kan de Japanse duizendknoop zonder chemie worden bestreden? En welk gewasbeschermingsmiddel is toegelaten voor welke gebruiker? Zomaar een greep uit de vragen die beantwoord worden op de nieuwe Vraag en Antwoord-pagina van het portal OnkruidVergaat.nl.
OnkruidVergaat.nl biedt informatie voor groenbeheerders en tuinbezitters om chemievrij onkruid te bestrijden. Dat voorkomt vervuiling van water en bodem en beschermt het milieu.
Wetgeving
Sinds 2016 geldt een verbod voor het professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen en sinds 2017 ook voor overige terreinen buiten de land- en tuinbouw. Uitzonderingen zijn specifieke terreinen (bijvoorbeeld voor sport, recreatie en spoorwegen) en specifieke soorten (bijvoorbeeld de duizendknoop). De Vraag en Antwoord-pagina biedt helderheid over de wetgeving en over wie tot welke groep gebruikers wordt gerekend (professional of particulier).
Onkruidvergaat.nl
Het portal OnkruidVergaat.nl geeft informatie over technische innovaties, actuele wetgeving, tuintips en nog veel meer. De website deelt nieuwsberichten en heeft voor elke groep gebruikers een overzicht met factsheets, handleidingen en rapporten van verschillende kennisinstituten. Daarnaast wordt er 3 tot 5 keer per jaar een digitale nieuwsbrief verzonden om tuiniers en groenbeheerders op de hoogte te houden van de actualiteiten.
Chemische gewasbeschermingsmiddelen, ook wel bestrijdingsmiddelen of pesticiden genoemd, zijn schadelijk voor het oppervlaktewater. De waterschappen meten regelmatig de waterkwaliteit in agrarische gebieden. Op de helft van de meetlocaties worden gewasbeschermingsmiddelen in te hoge concentraties in het oppervlaktewater gevonden. Dit heeft negatieve gevolgen voor de in het water levende planten en dieren. Waterschappen moedigen daarom het gebruik van niet-chemische bestrijdingsmiddelen aan. Niet alleen door agrariërs, maar ook door andere ondernemers en particulieren.
De Tweede Kamer wil dat de regering de digitale registratie van gewasbeschermingsmiddelen verplicht en laat beoordelen door een onafhankelijke autoriteit. Verder wil de Kamer dat de gegevens kunnen worden gebruikt om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te vergelijken. Waterschappen staan positief tegenover deze ontwikkeling.
Op 19 april vond in de Tweede Kamer het Tweeminutendebat landbouw- en visserijraad plaats. Op 9 mei waren de stemmingen over de moties die werden ingediend tijdens het Tweeminutendebat. De motie van Tjeerd de Groot (D66) over het verplichten van monitoring door een onafhankelijke autoriteit, is aangenomen.
Gevolgen waterkwaliteit
De agrarische sector heeft belang bij een juiste en eenduidige manier van het registreren en delen van data. D66 vindt dat de huidige registratie van gewasbeschermingsmiddelengebruik onvoldoende basis is voor het volledig monitoren van schadelijke milieueffecten, daarom diende De Groot een motie in. Op dit moment vindt de registratie van gewasbeschermingsmiddelen op het bedrijf plaats. De gegevens die een ondernemer op dit moment bijhoudt, zeggen niets over de waterkwaliteit. De waterschappen hopen dat met een goede digitale registratie en een mogelijkheid tot vergelijking van de gegevens ook een relatie kan worden gelegd met de kwaliteit van het oppervlaktewater.
Verplichte monitoring
Een eerder aangenomen motie van De Groot (D66) en Boswijk (CDA) verzocht de regering al om samen met de sector tot onafhankelijke registratie te komen. Uit deze registratie kan een vergelijking worden ontwikkeld voor individuele telers en adviseurs. Maar de Tweede Kamer vindt dat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit nog onvoldoende duidelijk maakt of de registratie wel of niet verplicht is.
Wat vinden de waterschappen?
De kwaliteit van het oppervlaktewater in Nederland is nog onvoldoende. Op de helft van de meetlocaties vinden de waterschappen te hoge concentraties gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater. De waterschappen roepen daarom de landelijke overheid op om haast te maken met acties die de verspreiding van schadelijke stoffen zoals gewasbeschermingsmiddelen tegen te gaan. Dit is nodig om in 2027 de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) te halen.
Gebruik in landbouw
Het kabinet wil de normen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw afstemmen op de KRW. Zo wil het kabinet ervoor zorgen dat er in 2027 geen normoverschrijdingen van de KRW-normen meer voorkomen. De waterschappen benadrukken dat snelle uitvoering van deze maatregelen onmisbaar is om de waterkwaliteit tijdig te verbeteren.
Gebruik door particulieren
Ook particulieren gebruiken gewasbeschermingsmiddelen, bijvoorbeeld in hun tuin en moestuin. Zij zijn vaak niet goed op de hoogte van de risico’s voor mens, dier en milieu en de voorschriften voor zorgvuldig gebruik. De waterschappen zijn daarom voorstander van een verbod op particulier gebruik.
Er werden in totaal 3 moties ingediend, waarvan er 1 is aangenomen.
Op 5 oktober is in de Tweede Kamer een Commissiedebat Gewasbeschermingsmiddelen met minister Schouten gepland. De waterschappen zijn bezorgd over de kwaliteit van het oppervlaktewater. Ze vragen de Kamer daarom aandacht voor een aantal punten.
Normoverschrijding
Uit de resultaten van het Landelijk Meetnet Gewasbescherming Land- en Tuinbouw en andere metingen blijkt dat op de helft van de meetlocaties de norm voor gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater overschreden wordt. Er moet dus nog veel gebeuren om de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027 te halen. Ook het doel ‘bijna nul in 2030’ voor wat betreft de emissies van gewasbeschermingsmiddelen vanuit de land- en tuinbouw is zo nog niet in zicht.
Tussendoel: 90 procent minder normoverschrijding
Daarnaast zijn voor het oppervlaktewater tussendoelen afgesproken. Eén daarvan is dat er volgend jaar 90 procent minder normoverschrijdingen zijn ten opzichte van 2013. De waterschappen zijn benieuwd hoe het evaluatietraject voor dit tussendoel eruit gaat zien.
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen afstemmen op KRW
In het coalitieakkoord is afgesproken dat de normen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen worden afgestemd op de Kaderrichtlijn Water. Dat is nodig omdat de normen die het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) nu nog gebruikt bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen vaak minder streng zijn dan de waterkwaliteitsnormen van de Kaderrichtlijn Water. De waterschappen willen dat de minister deze afspraak snel oppakt.
Het gebruiksverbod van gewasbeschermingsmiddelen voor professionals buiten de land- en tuinbouw is met onmiddellijke ingang weer van kracht. Op 8 juli heeft de Hoge Raad een eerder arrest van het Gerechtshof Den Haag vernietigd.
Het dossier bij de rechtbank is daarmee nog niet gesloten. Waarschijnlijk komt er uiterlijk eind 2023 een nieuwe beslissing over de rechtmatigheid van het verbod. Tot die tijd mogen professionals buiten de landbouw gewasbeschermingsmiddelen niet gebruiken in het openbaar groen en op verhardingen.
Uitzonderingen
In zeer specifieke gevallen, als het echt niet anders kan, is het gebruik nog toegestaan. Denk aan gebruik op sportvelden, recreatieterreinen of bij onveilige situaties zoals die bijvoorbeeld kunnen ontstaan op vliegvelden of bij hoogspanningsmasten. Daarvoor gelden strikte voorwaarden.
Definitief verbod
Er ligt ook nog een wetsvoorstel in de Tweede Kamer dat het verbod definitief maakt . De stemming hierover is uitgesteld. Na het zomerreces stemt de Kamer hierover na ontvangst van een toelichtende brief van het kabinet.
Amendementen
Deze brief gaat in op 2 aangenomen amendementen. Het ene amendement wil het verbod op het gebruik van bepaalde bestrijdingsmiddelen in uiterwaarden en buitendijkse gebieden in de wet opnemen. Dat is met name bedoeld om watervervuiling te voorkomen. Het andere amendement regelt dat het gebruik van de gevaarlijkste bestrijdingsmiddelen in 2025 met 50 procent is afgenomen ten opzichte van het gebruik in 2021, en met 95 procent in 2030.
Negatieve effecten waterkwaliteit
De waterschappen zijn blij dat het verbod weer van kracht is. Professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verharde en onverharde terreinen buiten de land- en tuinbouw heeft negatieve effecten op de waterkwaliteit van het oppervlaktewater en op de in het water levende planten en dieren. De waterschappen steunen daarom ook het wetsvoorstel waardoor het verbod definitief in de wetgeving verankerd wordt.
In 2023 gaat het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van start. De Nederlandse invulling van dit nieuwe beleid voor de periode 2023 tot 2027 is beschreven in het onlangs gepresenteerde Nationaal Strategisch Plan (NSP). Vanaf 22 december kunnen belanghebbenden en geïnteresseerden de samenvatting van het NSP en het concept Strategisch Milieueffectrapport (S-MER) inzien.
Het S-MER levert milieu-informatie en geeft inzicht in hoeverre het GLB bijdraagt aan de gestelde beleidsdoelen rondom de diverse milieuthema’s.
Toekomstbestendig boeren sterker belonen
Met dit NSP wil Nederland toekomstgericht boeren sterker belonen. Het nieuwe beleid richt zich op het ondersteunen van boeren die ervoor kiezen hun bedrijf verder te verduurzamen en te vernieuwen. Over de hele periode van 5 jaar is in totaal zo’n 4,7 miljard euro beschikbaar. Veel van dit geld wordt besteed aan het steunen van boeren die innoveren, vernieuwen en bijdragen aan doelen voor biodiversiteit, klimaat, bodem, water en lucht. De meest opvallende verandering is de inzet op de eco-regeling. Boeren kunnen eco-activiteiten kiezen die zij willen toepassen op hun bedrijf, en krijgen daarvoor een vergoeding.
Waterschappen positief
De Unie van Waterschappen is positief over de bereikte resultaten om de landbouw verder te verduurzamen. Zo omvat het NSP maatregelen die bijdragen aan het behalen van doelen op het vlak van waterkwaliteit, klimaatadaptatie, biodiversiteit, bodem en kringlooplandbouw. De waterschappen vinden het belangrijk dat investeringsmaatregelen voor het watersysteem ten goede komen aan zowel de agrarische sector als een robuuste natuur. Dit sluit ook aan bij de kaders die gesteld worden vanuit Europa.
Maatregelen groter bereik
In vergelijking met het huidige GLB, dat in 2022 afloopt, komen de watermaatregelen terug in meer onderdelen van het nieuwe GLB. Dit vergroot tevens het bereik van deze maatregelen. Net als in de vorige beleidsperiode zullen het Rijk, de provincies en de waterschappen maatregelen co-financieren binnen hun eigen taakgebieden. In het geval van de waterschappen gaat het om maatregelen op het vlak van waterkwaliteit en waterkwantiteit. Bijvoorbeeld voor investeringen ten behoeve van het watersysteem zoals de aanleg van natuurvriendelijke oevers en bufferzones. Maar ook voor de uitvoer van waterbeheerdiensten door agrariërs en voor samenwerkingsverbanden zoals het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer.
Op 8 juni staat een Commissiedebat Gewasbescherming met minister Henk Staghouwer en staatssecretaris Vivianne Heijnen gepland. Op de agenda staat het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030. De waterschappen zijn benieuwd hoe het staat met de plannen rond de waterkwaliteitsverbetering in de landbouw.
De kwaliteit van het oppervlaktewater in land- en tuinbouwgebieden is langzaam aan het verbeteren. Helaas voldoet de waterkwaliteit nog niet aan de eisen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW).
Doelstelling voor 2030
Er is een programma waarin onder meer wordt gewerkt aan de verbetering van die waterkwaliteit: het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030. Eén van de doelstellingen uit dat programma is dat gewassen in 2030 worden geteeld nagenoeg zonder emissies naar het milieu.
Deeldoelstellingen
In 2023 moet het aantal normoverschrijdingen van de milieukwaliteitsnormen voor gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater met 90 procent gedaald zijn ten opzichte van 2013. In 2027 mogen er nagenoeg geen emissies van gewasbeschermingsmiddelen vanaf erf en gebouwen meer zijn. Ook moeten er dan geen normoverschrijdingen van de milieukwaliteitsnormen voor gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater meer zijn. In 2030 mogen er nagenoeg geen emissies meer zijn van gewasbeschermingsmiddelen vanuit de open teelten.
Voortgang
De waterschappen zijn benieuwd wat de voortgang is van de acties om deze doelen te realiseren. Ook willen ze graag weten hoe het evaluatietraject eruit gaat zien voor de doelen die in 2023 gerealiseerd moeten zijn.