In het Regeerprogramma van het Kabinet Schoof staan weinig concrete plannen over de zorg voor veilige dijken, schoon water en het voorkomen van watertekort en wateroverlast. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Het werk van de waterschappen wordt steeds uitdagender en vraagt veel van ons, in de samenwerking met anderen. Het is goed dat er nu een Regeerprogramma ligt. Maar dit lijkt nog weinig duidelijkheid te geven over concrete plannen. Dat moet ons niet hinderen in de uitvoering. Wat nodig is, zijn maatregelen die het tempo erin houden, het draagvlak vergroten en de doelen aantoonbaar realiseren. Want de waterdoelen dulden geen uitstel.”
Schoon water
Voor de waterschappen is het verbeteren van de waterkwaliteit, zoals onder andere vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water, één van de belangrijkste opgaven. Waterschappen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit, maar kunnen het niet alleen. Rogier van der Sande: “Schoon water in rivieren, sloten en beken is belangrijk voor mens en natuur, de drinkwatervoorziening, de landbouw en de economie. De kwaliteit van het water is nog niet voldoende. In de plannen die nu gepresenteerd zijn, ontbreken concrete maatregelen om dit probleem op te lossen. Ook het mestbeleid heeft invloed op de waterkwaliteit, dus het is belangrijk dat het kabinet daarin keuzes maakt. Cruciaal daarbij is dat maatregelen rondom mest bijdragen aan schoon en gezond water.”
Nederland waterbestendig inrichten
Bij de inrichting van Nederland is aandacht voor water en bodem essentieel. Rogier van der Sande: “Het weer in Nederland wordt steeds extremer; periodes van droogte en wateroverlast wisselen elkaar in rap tempo af. Tegelijkertijd worden we geconfronteerd met zeespiegelstijging, verzilting en bodemdaling. Om het hoofd te bieden aan deze uitdagingen zijn er ruimte, regels en regie nodig bij de ruimtelijke ordening en inrichting van ons land. Zodat we verstandig bouwen, en schade en overlast zoveel mogelijk voorkomen. Waterschappen kunnen hun kennis van het water- en bodemsysteem inzetten in regionale omgevingsprogramma’s zodat deze toekomstbestendig worden uitgewerkt.”
Veilige dijken
Ook de opgave om de dijken veilig te houden wordt groter. Rogier van der Sande: “Het is belangrijk snel een concreet besluit te nemen over extra financiering van dijkversterkingen binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma: de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de 21 waterschappen en het Rijk, die vraagt om solidariteit en doorzettingsvermogen van alle betrokken partijen. We moeten het samen dragen.”
Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening bezocht op woensdag 10 juli de Utrechtse polder Rijnenburg, een beoogde nieuwbouwlocatie. Ze kreeg hier uitleg van Jeroen Haan, dijkgraaf van het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en bestuurslid van de Unie van Waterschappen, over het belang van water en bodem in ruimtelijke beslissingen.
Ruimte voor water en bodem
Het is voor de waterschappen van groot belang dat er in ruimtelijke beslissingen ruimte voor water en bodem wordt aangelegd of gereserveerd. En dat er niet wordt gebouwd op plekken die daarvoor ongeschikt zijn, zoals uiterwaarden en beekdalen, diepe polders en gebieden met een slappe bodem. Keuzes van nu kunnen grote gevolgen hebben voor toekomstige generaties.
Klimaat- en bodemdalingsbestendig bouwen
“Rijnenburg heeft een zakkende veenbodem en delen van de polder liggen laag en zijn gevoelig voor wateroverlast”, aldus Jeroen Haan. “Het volledig volbouwen van de polder staat haaks op het centraal stellen van water en bodem bij de ruimtelijke ordening en inrichting. In het ontwerpend onderzoek wordt nu een goede balans tussen woningbouw en ruimte voor water meegenomen. En dat is goed, want nieuwbouw kan alleen als dit klimaat- en bodemdalingsbestendig gebeurt. Dat geldt niet alleen voor Rijnenburg, maar ook voor andere plekken in Nederland. De waterschappen blijven dat benadrukken en we vragen het Rijk om het stuur in handen te nemen.”
Bouw op de juiste plekken
Waterschappen begrijpen goed dat er een nijpend tekort is aan woningen en dat de aanpak van het woningtekort een urgente opgave is. Ze vragen het kabinet wel om nieuwe woningen klimaatbestendig te bouwen. Naast de woningbouwopgave heeft Nederland te maken met een stijgende zeespiegel en steeds extremer weer. Denk aan langere perioden van droogte en hevige hoosbuien. Haan: “Het bouwen van nieuwe woningen moet volgens de waterschappen dan ook op de juiste plekken en klimaatbestendig gebeuren. Mensen die nu een woning kopen, gaan ervan uit dat die plek over twintig of dertig jaar nog steeds geschikt is om te wonen. En daar moeten inwoners ook van uit kunnen gaan.”
Ruimte, regels en regie
In het regeerakkoord van het vorige kabinet stond dat water en bodem sturend moeten worden voor ruimtelijke plannen. Een hele mooie eerste stap. De waterschappen vragen aan het nieuwe kabinet om dit beleid van ‘water en bodem sturend’ voor zowel het stedelijk als het landelijk gebied voort te zetten en nu ook in landelijke wetgeving te verankeren. Het afwegen van het waterbelang moet minder vrijblijvend worden.
In het hoofdlijnenakkoord schrijft het nieuwe kabinet dat zij de medeoverheden vroegtijdig wil betrekken bij beleidsvorming om vervolgens als Rijk de knopen door te hakken. Water is daarbij geen puzzelstukje; het is de tafel waarop de complexe puzzel van de ruimtelijke ordening moet worden gelegd. Waterschappen nemen graag aan die tafel plaats, samen met de medeoverheden, waarbij ze het Rijk oproepen om het stuur in handen te nemen.
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat publiceerde vorige week het voortgangsrapport water en bodem sturend. Het rapport beschrijft de aanleiding, de structurerende keuzes en acties, de uitrol en de borging van water en bodem sturend (WBS).
In het rapport benadrukt het ministerie dat met de Kamerbrief WBS van 25 november 2022 een transitie is gestart om water en bodem leidend te maken in ruimtelijke keuzes. Dit vereist een langdurige en intensieve samenwerking tussen alle betrokken partijen. Daarvoor zijn de vier overheden gezamenlijk eind 2023 tot een uitvoeringsstrategie en -agenda gekomen. Afgelopen jaar stond vooral in het teken van verkenning en het opstarten van initiatieven om de WBS-principes in de praktijk te brengen. De komende jaren zijn gericht op verdere ontwikkeling en implementatie van WBS.
Waterschappen: borging noodzakelijk
De waterschappen zijn zich al jaren bewust van de risico’s van het veranderende klimaat voor de inrichting van ons land. Er moet meer rekening worden gehouden met het water- en bodemsysteem. Zij zien, ondanks dat de weging van het waterbelang is opgenomen in de Omgevingswet, dat daar te vrijblijvend over wordt gedacht. De waterschappen pleiten dan ook voor een stevigere verankering.
Op dit moment zien we namelijk dat water en bodem sturend te vaak naar de achtergrond verschuift als plannen concreter worden voor de ruimtelijke inrichting. De kortetermijnbelangen worden vaak beter vertegenwoordigd dan de langetermijnbelangen. Om te zorgen dat we toekomstige generaties niet opzadelen met de problemen van nu, is wettelijke borging en beleidsmatige verankering nodig.
Waarom water en bodem sturend?
Nederland is gebouwd op, met en in het water. Eeuwenlang hebben we onze omgeving aangepast met polders, gemalen, dijken en sluizen. Door klimaatverandering wordt het echter steeds moeilijker om het land te beschermen tegen zowel wateroverlast als droogte. Ook staat de waterkwaliteit onder druk. Door water en bodem leidend te maken in de ruimtelijke ordening en inrichting kunnen we onze leefomgeving hierop aanpassen. Zodat we nu en in de toekomst met elkaar kunnen wonen, werken en recreëren in een veilig Nederland.
Minister Hugo de Jonge (Binnenlands Zaken en Koninkrijksrelaties) heeft vrijdag 21 juni namens het hele (demissionaire) kabinet het zogeheten voorontwerp Nota Ruimte naar de Tweede Kamer gestuurd.
Het voorontwerp is een eerste ruimtelijke vertaling van de opgaven voor Nederland richting 2050, met een doorkijk naar 2100. In het ontwerp krijgt water en bodem veel aandacht.
Aandacht voor water en bodem
In het voorontwerp van de Nota Ruimte zijn water en bodem de basis. Zo staat in de Nota dat de kwaliteit van ons water- en bodemsysteem moet doorwerken in alle uitgangspunten van de nota ruimte en invloed moet hebben bij het maken van ruimtelijke keuzes. Dat geldt niet alleen voor landbouw en natuur, maar ook voor de woningbouwopgave of voor de industrie en bedrijven.
Toekomstgerichte locatiekeuzes
De waterschappen ondersteunen het voorontwerp op dit punt. Het is belangrijk dat water en bodem niet alleen wordt meegenomen vanwege klimaatadaptatie, maar dat het gaat om fundamentele keuzes. Zoals locatiekeuzes voor woningbouw en welk grondgebruik waar mogelijk is. De waterschappen vinden dan ook dat het water- en bodemsysteem geen puzzelstukje is maar dat het de tafel moet zijn waarop de complexe puzzel van de ruimtelijke ordening moet worden gelegd. Als we daar nu niet de juiste keuzes in maken, zadelen we toekomstige generaties op met schade en overlast.
Borging noodzakelijk
Vaak zien we dat water en bodem sturend toch wordt vergeten als plannen concreter worden voor de ruimtelijke inrichting. De korter termijn belangen worden vaak beter vertegenwoordigd dan de langer termijn belangen. Om te zorgen dat we toekomstige generaties niet opzadelen met de problemen van nu, is er wettelijke borging en beleidsmatige verankering nodig. Ook in de Nota Ruimte.
Op dit moment is de weging van het waterbelang opgenomen in de Omgevingswet als verplicht bij ruimtelijke planvorming, maar is het ook nog vrijblijvend in de uitvoering. Dit zou steviger verankerd moeten worden.
Op woensdag 11 juni heeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) een rapport gepubliceerd over ruimtelijke ordening in een veranderend klimaat. Het rapport benadrukt dat de komende decennia ingrijpende maatregelen nodig zijn om Nederland voor wateroverlast te behoeden en de beschikbaarheid van voldoende zoetwater te waarborgen. De maatregelen hebben grote ruimtelijke gevolgen. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: "Dit rapport ondersteunt ons pleidooi voor ruimte, regels en regie in de ontwikkeling van een waterrobuuste ruimtelijke inrichting. Het biedt alle betrokkenen concrete hulpmiddelen om samen te werken aan deze grote opgave."
Pleidooi voor waterrobuuste leefomgeving
In het rapport geeft de Rli aan dat het kabinet water en bodem sturend wil laten zijn in het ruimtelijk beleid in Nederland, maar dat dit nog onvoldoende lukt. Op termijn kan dit tot zeer hoge kosten leiden. Als we nu woningen bouwen op de verkeerde plekken, bijvoorbeeld omdat die in de toekomst nodig zijn voor dijkversterking of waterberging, lopen de toekomstige kosten voor het waterbeheer hoog op.
Ook het voortzetten van de huidige landbouw in laaggelegen delen van Nederland is alleen tegen hoge kosten mogelijk. Op deze plekken wordt verzilting een steeds groter probleem. De toenemende droogte zal daarnaast onontkoombaar gevolgen hebben voor de natuur, de landbouw en bedrijvigheid in hoger gelegen delen van Nederland.
Ruimte, regels en regie
Het is de afgelopen drie decennia warmer, droger én natter geworden. Om Nederland veilig en bewoonbaar te houden in dit veranderende klimaat, is het noodzakelijk om de begrenzing van het waterbeheer aan te geven, laat het Rli-rapport zien. Ook moeten water en bodem leidend zijn in ruimtelijke keuzes.
Om het hoofd te bieden aan deze uitdagingen is meer ruimte voor water nodig. Van der Sande: “Door nu slimme keuzes te maken aan de voorkant en niet tegen beter weten in vast te houden aan ‘de oude maakbaarheid’, pakken we de kansen die er liggen en kunnen we ons unieke watersysteem voor de toekomst behouden. Dit vraagt dus om nationale regels voor de ruimte en keuzes in die ruimte.”
Water en bodem als basis voor ruimtelijke puzzel
De waterschappen vragen ook aandacht voor regie en afstemming. “Het water- en bodemsysteem is geen puzzelstukje”, zegt Van der Sande. “Het is de tafel waarop de complexe puzzel van de ruimtelijke ordening moet worden gelegd. Wij nemen daarin graag plaats, samen met medeoverheden, waarbij we het Rijk oproepen om het stuur in handen te nemen.”
Kamerlid Peter de Groot (VVD) heeft schriftelijke Kamervragen gesteld aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aanleiding voor de vragen is het artikel ‘Nieuwe watereisen veroorzaken schok: De bouw van zo’n half miljoen woningen staat op losse schroeven’.
Vragen over waterveiligheid, waterschappen en meer
Een van de vragen gaat over het ‘ruimtelijk afwegingskader klimaatadaptieve gebouwde omgeving’ van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De Groot vraagt zich af wat de status van deze kaart is ten aanzien van waterveiligheid. Ook vraagt hij of de eisen voor waterveiligheid niet in contrast staan met de ambities om sneller tot woningbouw te komen. En in hoeverre het afwegingskader zal leiden tot hogere provinciale, waterschaps- en lokale regeldruk.
Om Nederland veilig en bewoonbaar te houden, is het belangrijk dat water en bodem worden meegenomen in de ruimtelijke keuzes. Het veranderende klimaat zorgt voor toenemende periodes van droogte en wateroverlast, maar ook zeespiegelstijging, verzilting en bodemdaling. Om het hoofd te bieden aan deze uitdagingen, is meer ruimte voor water nodig.
Tegelijkertijd is de druk op de ruimte voor onder meer woningbouw, de energietransitie, natuur en landbouw groot. Er zijn ingrijpende keuzes nodig in de ruimtelijke inrichting van Nederland. De waterschappen willen daarom vanaf het begin betrokken zijn bij die keuzes. Om zo te zorgen dat we hier ook in de toekomst fijn kunnen wonen, werken en recreëren.
Op woensdag 22 mei spreekt de commissie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) over ruimtelijke ordening. Ter voorbereiding op het debat stuurde de Unie van Waterschappen de aandachtspunten van de waterschappen naar de commissieleden.
Water en bodem in Nota Ruimte
De nieuwe Nota Ruimte geeft een langetermijnvisie voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. De waterschappen vinden dat de draagkracht van het water- en bodemsysteem leidend moeten zijn in alle ruimtelijke plannen.
Zorgen over versnippering
De waterschappen willen daarnaast meer nationale regie en zijn bezorgd over de versnippering van ruimtelijk beleid. Op nationaal en regionaal niveau lopen er verschillende trajecten die de inrichting van gebieden de komende jaren gaan bepalen, waaronder het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en de Regionale Energiestrategieën (RES), woningbouwafspraken en verstedelijkingsstrategieën. De planning en het abstractieniveau van deze lopende trajecten verschillen.
Borging noodzakelijk
Water en bodem leidend laten zijn blijkt lastig als het concreet wordt. Daarom is wettelijke borging nodig, ook in de Nota Ruimte. Nu zijn er vaak lastige discussies over verschillende belangen. De weging van het waterbelang is weliswaar in de Omgevingswet opgenomen als verplicht instrument bij ruimtelijke planvorming, maar moet in de dagelijkse werkelijkheid van planvorming en inrichting nog steviger verankerd en ingebed worden.
Op dinsdag 9 april presenteerde demissionair minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat een afwegingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen. Dit helpt gemeenten, waterschappen en provincies om het water- en bodemsysteem mee te nemen in de locatiekeuze voor nieuwbouwprojecten. Volgens de minister zijn er in Nederland voldoende plekken om te bouwen, ook gelet op waterveiligheid, wateroverlast, bodemdaling en drinkwaterbeschikbaarheid. Wel is het zeer belangrijk om tijdens de bouw rekening te houden met water en bodem, zodat huizen, werklocaties en industrieterreinen ook op langere termijn geen problemen ervaren.
“Steeds vaker zien we dat we tegen de grenzen van ons water en onze bodem aan lopen”, aldus Harbers. “Drinkwaterbedrijven luiden de noodklok omdat genoeg drinkwater in 2030 niet vanzelfsprekend is. En bodemdaling leidt tot schade aan wegen of woningen en tot extra beheerkosten bij gemeenten. Klimaatverandering verergert deze problemen. Het kabinet heeft daarom besloten om bij de inrichting van ons land meer rekening te houden met water en bodem. Het nieuwe kaartmateriaal helpt daarbij. Hierdoor kunnen overheden de risico’s van elk gebied in Nederland zien en meenemen bij de locatiekeuze en uitwerking van hun bouwplannen.”
Start van een proces
De Unie van Waterschappen is blij dat het ruimtelijke afwegingskader beschikbaar is en dat het een concreet handvat biedt. Wel benadrukt de Unie dat de kaart die bij het afwegingskader is gepresenteerd vooral aangeeft waar bouwen gepaard gaat met extra opgaven. Hiermee dient de kaart als de start van een proces. Het is dan aan de initiatiefnemers en waterbeheerders om met elkaar in gesprek te gaan over wat er nodig is voor een toekomstbestendige oplossing. Daarnaast kunnen er regionaal aanvullende randvoorwaarden gelden voor de geschiktheid van een bouwlocatie.
Aanscherping regels bouwen in de uiterwaarden
De rode zones op de kaart geven aan waar het in principe niet de bedoeling is om te bouwen. Een deel van die rode zones is echter nog niet geborgd. Wel is per 1 april de nieuwe Beleidslijn Grote Rivieren ingegaan, waarmee bouwen in de uiterwaarden verder is aangescherpt. Dit was in algemene zin al verboden, maar er waren uitzonderingen mogelijk. Die uitzonderingen zijn nu ingeperkt.
Klimaatbestendige maatlat
In algemene zin geldt dat hoe risicovoller de locatie, hoe meer kennis en middelen nodig zijn om klimaatbestendig te bouwen. Het Rijk heeft ook een instrument ontwikkeld dat duidelijk maakt hoe er klimaatbestendig kan worden gebouwd: de Maatlat groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving. Er loopt momenteel een verkenning naar borging van de maatlat via een instructieregel. Gezien de urgentie van de woningbouwopgave onderstreept de Unie van Waterschappen de noodzaak hiervan. De Unie is dan ook betrokken bij het beleid rond de maatlat van het ministerie.
Op dinsdag 19 maart organiseert de Eerste Kamer een deskundigenbijeenkomst over de sturende rol van water en bodem in ruimtelijke plannen. De waterschappen brachten hun standpunten onder de aandacht bij de Commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO).
Water is geen belang maar een gegeven
Water wordt door sommige partijen neergezet als een belang dat moet worden afgewogen tegen andere belangen zoals een ondernemersbelang of woningbouw. Maar water is geen belang in de zin dat het kan worden genegeerd of elders kan worden opgelost, schrijven de waterschappen in hun inbreng. Het is een fysiek gegeven. In welke mate we er hinder of juist profijt van hebben, is grotendeels een ruimtelijk vraagstuk.
Deltacommissaris Co Verdaas: “De watersector heeft eeuwenlang alles kunnen leveren wat de samenleving nodig had. Nu moeten we naast water afvoeren ook water vasthouden. Als je daarvoor het oppervlaktewater uitbreid of het grondwaterpeil verhoogt, dan kun je andere dingen niet meer doen. Dan heb je het dus ook over ruimtelijke ordening en het vestigingsklimaat op de langere termijn.”
Grenzen watersysteem bereikt
Waterschappen stellen dat de grenzen van het watersysteem zijn bereikt. Dat bleek ook weer met de hoogwaterpieken van afgelopen winter. Inmiddels is de bodem zo ver gedaald en zijn de weersvoorspellingen zo veel extremer dan vroeger, dat bewoners er niet meer vanuit kunnen gaan dat pompen en gemalen droge voeten garanderen. Bovendien vragen wisselende periodes van hevige neerslag en langdurige droogte in combinatie met oprukkende verzilting om meer ruimte om water vast te houden. Als die ruimte tevens wordt bestemd voor woningbouw, dan kan dit alleen met extra inrichtingsmaatregelen.
Leefbare en toekomstbestendige woonomgeving
Als water en bodem sturend zijn, werkt de geschiktheid van een bouwlocatie door in de grondexploitatie en daarmee in haalbare verkoopprijzen van woningen. Daarvoor is het noodzakelijk dat er een gelijk speelveld ontstaat. En dat kan alleen maar worden bereikt als inrichtingsmaatregelen niet langer afhangen van de bereidheid van de projectontwikkelaar om ze in te passen. Borging van de sturende rol van water en bodem in ruimtelijke plannen is uiteindelijk in het belang van de leefbaarheid en toekomstbestendigheid van onze woonomgeving.
Op donderdag 21 maart gaat de Commissie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in debat over de woningbouwopgave en de koopsector. Ter voorbereiding op het debat stuurden de waterschappen hun aandachtspunten naar de woordvoerders Wonen van de partijen.
Toekomstbestendige nieuwbouw
De huidige funderingsproblematiek maakt duidelijk hoe belangrijk de juiste inrichtingsmaatregelen bij nieuwbouwprojecten zijn. Honderdduizenden woningen dreigen te worden neergezet op slappe bodems, in gebieden waar de bodem daalt, met grondwaterproblematiek tot gevolg. De waterschappen benadrukken in hun inbreng dat we op die plekken wel kúnnen bouwen, maar dat we dat toekomstbestendig moeten doen.
Water en bodem sturend
Bovendien hebben problemen als losbrekende riolering, wateroverlast en aantasting door schimmel een hoop nadelige gevolgen voor woningeigenaren. Denk aan gezondheidsproblemen en waardevermindering van hun huis. Dit is geen abstract doemscenario, schrijven de waterschappen. Ze zien op verschillende plekken al problemen, ook bij woonwijken uit de jaren 90, waarbij onvoldoende rekening is gehouden met het water- en bodemsysteem.
In hun inbreng lichten de waterschappen dit toe met een voorbeeld en een casus. Ze willen de stap maken van vínden dat water en bodem sturend moeten zijn, naar dat ook daadwerkelijk dóen, en willen hiervoor voldoende aandacht in de woondeals.