Zeespiegelstijging: nu al gevolgen voor waterbeheer

4 maart 2024

Een zeespiegelstijging van 5 meter heeft forse consequenties voor de inrichting van Nederland. Het vormt een steeds zwaardere belasting voor dijken aan de kust, maar ook landinwaarts langs rivieren en meren. Dat blijkt uit de tussenrapportage van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging die maandag 4 maart is gepubliceerd tijdens het landelijke congres Zeespiegelstijging. Uit het rapport blijkt ook dat het stijgende zeewater in toenemende mate het binnenland instroomt. Hierdoor is voldoende en kwalitatief zoetwater niet altijd en overal beschikbaar. De waterschappen herkennen de boodschap van de rapportage: het maakt opnieuw duidelijk dat Nederland snel moet zorgen voor meer ruimte voor water en dijkversterkingen, en beter moet leren omgaan met droogte, verzilting en wateroverlast.

De golven van de zee slaan tegen een pier.

Bestuurlijke keuzes nodig

“Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging maakt duidelijk dat zeespiegelstijging niet alleen een probleem van de toekomst is”, reageert Jeroen Haan, portefeuillehouder Waterveiligheid in het bestuur van de Unie van Waterschappen. “Het klimaat verandert snel en de gevolgen van extremer weer zijn nu al merkbaar. We moeten daarom vaart maken met de opgaven voor zoetwater, ruimtelijke adaptatie en waterveiligheid. Het wordt steeds duidelijker dat niet alles kan als we willen dat Nederland veilig en leefbaar blijft. Door storm Pia en het hoogwater op zee sloten onlangs al onze Deltawerken nog. En door langere periodes van droogte is het voor waterschappen steeds moeilijker om alle gebruikers en sectoren te voorzien van zoetwater. Daarom zijn er bestuurlijke keuzes nodig voor meer ruimte en investeringen voor water.”

Verzilting: zoetwater wordt schaarser

Door klimaatverandering en intensiever (grond)watergebruik neemt verzilting toe. Dit is de toename van het zoutgehalte in de bodem, het grondwater en het oppervlaktewater. Tegelijkertijd stijgt de zeespiegel en komen zeer lage waterafvoeren in rivieren vaker voor. En door te weinig druk van zoetwater in onze rivieren trekt zoutwater steeds verder landinwaarts. Hierdoor is voldoende zoetwater van goede kwaliteit niet altijd en overal beschikbaar. Verzilting zal in de toekomst toenemen en hierop moeten we sneller anticiperen door onder andere meer ruimte te reserveren voor het vasthouden van water.

Ruimte voor water noodzakelijk bij bouwplannen

Ook in bouwplannen is aandacht voor de gevolgen van de zeespiegelstijging nodig. In alle ruimtelijke plannen waar nu gesprekken over plaatsvinden, moet ruimte worden gereserveerd voor toekomstige dijkversterkingen en waterbergingen om water op te slaan bij extreme neerslag en om water vast te houden voor droge tijden. Dijken zullen in de toekomst hoger en breder moeten worden, en dat kost veel ruimte en geld.

Het is daarbij van belang om de gevolgen van extreem weer goed op te vangen en schade en overlast te beperken, ook in gebieden met risico op wateroverlast. De waterschappen willen daarom dat we slimmer gaan bouwen, op plekken met ruimte voor water. En niet op ongeschikte plaatsen, zoals uiterwaarden, slappe bodems en beekdalen. Daarnaast moet het afwegen van het waterbelang minder vrijblijvend worden, bijvoorbeeld door toekomstbestendige bouwvoorschriften op te nemen in het Bouwbesluit. Dit om grote schade door extreem weer te voorkomen.

Hogere en bredere dijkversterkingen

Zeespiegelstijging en extreem weer vragen om een langetermijnperspectief en het reserveren van voldoende budget voor waterveiligheid in heel Nederland. Als we niet op tijd investeren in dijkversterking, is veilig wonen en werken in onze laaggelegen delta niet langer vanzelfsprekend. Voor de waterveiligheid na 2028 zijn er nog geen gezamenlijke financiële afspraken gemaakt. De waterschappen investeren zelf fors en pleiten ook voor een tijdige vergroting van het Deltafonds van het Rijk.

Kennisprogramma Zeespiegelstijging

De zeespiegel stijgt en door klimaatverandering versnelt deze stijging de laatste decennia. In het Kennisprogramma Zeespiegelstijging bundelen overheden, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties hun krachten. Ze onderzoeken wat de mogelijke gevolgen van de zeespiegelstijging zijn voor ons land en ze verkennen maatregelen die ons voorbereiden op de gevolgen. Het programma levert kennis waarmee we tijdig keuzes kunnen maken voor de bescherming en inrichting van Nederland. Het programma is een initiatief van de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Deltacommissaris. Het is gestart in 2019 en eindigt in 2026.

> Lees meer over rapport Zeespiegelstijging

> Lees meer over het Kennisprogramma Zeespiegelstijging

> Lees wat de waterschappen nog meer vinden over de zeespiegelstijging

Tussenbalans Kennisprogramma Zeespiegelstijging: Nederland voorlopig veilig

9 november 2023

Nederland is voorlopig veilig voor de stijgende zee, maar moet beter leren omgaan met verzilting en zorgen voor meer ruimte voor water. Dat staat in de tussenbalans van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en de Deltacommissaris presenteren de tussenrapportage tijdens het Deltacongres in Groningen op 9 november.

De golven van de zee slaan tegen een pier.

Langetermijngevolgen en zoetwatervoorziening

De tussenbalans bevat de resultaten van de eerste fase van het kennisprogramma waarin is gekeken naar de langetermijngevolgen voor waterveiligheid en de zoetwatervoorziening in Nederland. En wat we nu al moeten doen om die gevolgen op te vangen.

Beter voorbereiden

Het stijgende zeewater dringt nu al in toenemende mate het binnenland in, wat de beschikbaarheid van zoet water onder druk zet. Daarop moet Nederland zich beter voorbereiden.

> Bekijk de samenvatting van de onderzoeken tot nu toe

Gevolgen voor regionaal waterbeheer

De Unie van Waterschappen wijst erop dat zeespiegelstijging grote consequenties heeft voor het regionale waterbeheer. Zo betekent een hogere zeespiegel een zwaardere belasting voor de waterkeringen zoals dijken, aan de kust maar ook landinwaarts bij rivieren en meren. Daarnaast komt er meer zout water vanuit de zee het land binnen via de ondergrond en rivieren (verzilting).

Nu al urgent

Jeroen Haan, portefeuillehouder Waterveiligheid in het bestuur van de Unie van Waterschappen: “De tussenbalans zeespiegelstijging leert ons dat zeespiegelstijging niet alleen een probleem van de toekomst is, maar nu al urgent is. Klimaatverandering leidt al tot een kleiner aanbod van en een hogere vraag naar zoet water. We moeten blijven investeren in waterveiligheid en waterbeschikbaarheid om Nederland veilig en leefbaar te houden. Waterschappen pleiten bij het Rijk voor een langetermijnvisie voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. In alle ruimtelijke plannen waar nu gesprekken over plaatsvinden, moet ruimte worden gereserveerd voor dijkversterkingen en voor het opvangen van zoet water. Dijken zullen in de toekomst hoger en breder moeten worden. Dat gaat ruimte en geld kosten. Hiervoor moet onder andere voldoende budget in het Deltafonds worden gereserveerd.”

Kennisprogramma Zeespiegelstijging

Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging is een initiatief van het ministerie van I&W en de Deltacommissaris. Het is in 2019 gestart en loopt door tot en met 2025. Het Kennisprogramma is opgebouwd uit twee fasen. De eerste fase wordt nu afgerond met de publicatie van de tussenbalans. In de tweede fase van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging wordt er ingezoomd op de effecten van zeespiegelstijging op sectoren zoals drinkwater, landbouw en wonen en wat nodig is om ons aan te passen aan een versnelde zeespiegelstijging. Ook wordt het onderzoek aangevuld met de effecten op de regionale watersystemen en waterkeringen. De resultaten van fase 1 en fase 2 worden gebruikt bij de herijking van het Deltaprogramma die in 2026 wordt afgerond. Zo wordt stapsgewijs gekeken welke aanpassingen nodig zijn om Nederland veilig te houden voor overstromingen en de zoetwatervoorziening op peil te houden.

Deltacongres

De Deltacommissaris organiseert elk jaar het nationaal Deltacongres voor iedereen die professioneel betrokken is bij (de uitvoering van) het nationaal Deltaprogramma. Het 14e nationaal Deltacongres is op 9 november in Groningen. Diverse waterschappen zijn betrokken bij de organisatie. De waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s organiseren excursies naar diverse waterprojecten. Ook leveren diverse waterschappen een bijdrage aan deelsessies tijdens dit grote evenement.

> Meer over het Deltacongres 2023

Waterschappen roepen op om nu besluiten te nemen voor 2100 en later

9 oktober 2023

Op 9 oktober presenteerde het KNMI de nieuwe klimaatscenario’s voor Nederland. De klimaatscenario’s laten zien dat weersextremen vaker gaan voorkomen. We gaan dus vaker te maken krijgen met extreme neerslag en droogte. Ook zal de zeespiegel harder stijgen dan aanvankelijk gedacht. De Unie van Waterschappen wijst erop dat dit grote consequenties heeft voor het waterbeheer. Dijkversterkingen en andere maatregelen om het extreme weer aan te kunnen vragen veel ruimte en geld.



Uit de presentatie van de KNMI Klimaatscenario’s blijkt dat het in alle seizoenen warmer wordt. En dat we te maken krijgen met drogere zomers en nattere winters. Ook kijken we mogelijk tegen een zeespiegelstijging van 1 meter aan in 2100. Het KNMI signaleert ook dat weersextremen elkaar sneller zullen gaan opvolgen. Het kenniscentrum benadrukt dat het klimaat sowieso gaat veranderen richting de toekomst en we ons daarop moeten gaan aanpassen. Het KNMI schrijft daarover: de mate waarin huidige en toekomstige generaties te maken krijgen met een warmere en andere wereld is afhankelijk van de keuzes die we nu maken.

Nu besluiten nemen met 2100 als uitgangspunt

Voor de waterschappen bieden de klimaatscenario’s van het KNMI belangrijke kaders. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “We gebruiken de scenario’s om onze normen voor waterveiligheid en wateroverlast op te baseren. Om toekomstige schade en ellende te voorkomen, pleiten we ervoor om zowel voor waterbeheer als voor ruimtelijke keuzes, voor bijvoorbeeld woningbouw, uit te gaan van de bovenkant van de klimaatscenario’s en 2100 als zichtjaar aan te houden. We weten nog niet precies hoeveel en hoe snel het klimaat verandert en de zeespiegel stijgt. Door nu te kiezen voor een robuuste aanpak en opties open te houden voor toekomstige maatregelen, voorkomen we dat we verkeerde keuzes maken en achteraf moeten bijsturen en repareren. Alleen zo blijven we een veilige delta.”

Langetermijndenken

De waterschappen vragen naar aanleiding van de nieuwe klimaatscenario’s aandacht voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening bij een nieuw kabinet. Op dit moment vindt de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken plaats in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. In 2050 voldoen alle dijken aan de nieuwe normen voor waterveiligheid. Jeroen Haan, bestuurslid en portefeuillehouder waterveiligheid van de Unie van Waterschappen: “Voor de huidige werkzaamheden aan de dijkveiligheid in Nederland zijn slechts tot 2028 financiële afspraken gemaakt met het Rijk. In de komende kabinetsperiode zijn daarom nieuwe afspraken nodig over de gedeelde financiering van dijkversterking tussen 2028 en 2050.” De Unie van Waterschappen roept ook op om verder te kijken.

Haan: “Het klimaat verandert sowieso en daar moeten we tijdig op anticiperen. Dat betekent dat we nu een langetermijnvisie moeten hebben voor de ruimtelijke inrichting van Nederland en voor de waterveiligheid in Nederland na 2050. Hier moet voldoende budget én ruimte voor worden gereserveerd. In alle ruimtelijke plannen waar nu gesprekken over plaatsvinden, moet ruimte worden gereserveerd voor dijkversterkingen en voor het opvangen van water. Dijken zullen in de toekomst hoger en breder moeten worden. Dat gaat veel ruimte en geld kosten. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de waterschappen en het Rijk.”

Effecten zeespiegelstijging opvangen

Daarom pleiten de waterschappen ervoor om die ruimtelijke reserveringen voor water op te nemen in onder meer de Nota Ruimte waar het ministerie van Binnenlandse Zaken mee bezig is. Ook roepen de waterschappen op om het Deltafonds tijdig te vergroten. “We willen ons land weerbaarder maken tegen de onzekerheden die zeespiegelstijging met zich meebrengt. Op basis van inzichten van het KNMI concluderen we dat het Deltafonds moet worden opgehoogd om de effecten van zeespiegelstijging en op te kunnen vangen”, legt Van der Sande uit.