Kamervragen over schadelijke stoffen en waterkwaliteit

29 september 2023

Kamerlid Van Haga (Groep Van Haga) stelde een reeks vragen aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Infrastructuur en Waterstaat, en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de mogelijke gevolgen van schadelijke stoffen voor de volksgezondheid en de waterkwaliteit in oppervlakte- en drinkwater.

De stoelen en banken in de Tweede Kamer

In zijn vragen wijst Van Haga op recent onderzoek van het European Environment Agency (EEA). Uit het onderzoek blijkt dat Europeanen teveel Bisfenol A (BPA) in hun lichaam hebben. Hij vraagt of de ministers bekend zijn met dit onderzoek en met recente mediaberichtgeving hierover.

Schadelijke stoffen in oppervlaktewater

Daarnaast benadrukt Van Haga dat BPA en andere potentieel schadelijke stoffen, zoals medicijnresten, hormoonverstorende stoffen en micro- en nanoplastics, op grote schaal in onze samenleving aanwezig zijn. De bevolking krijgt deze stoffen stelselmatig binnen. Hij wil weten of de ministers op de hoogte zijn van deze aanwezigheid en wat de mogelijke gevolgen zijn voor de volksgezondheid, met name voor jonge kinderen en dieren.

Van Haga vraagt ook naar de mate waarin deze schadelijke stoffen in het Nederlandse oppervlakte- en drinkwater aanwezig zijn. En hoe de waterkwaliteit in Nederland wordt getoetst op de aanwezigheid van dergelijke stoffen. Hij vraagt naar lokaal inzicht in lozingen in oppervlaktewater en stelt de mogelijkheid van rapportageverplichtingen op gemeentelijk niveau voor.

Wat vindt de Unie van Waterschappen?

Een goede kwaliteit van het water in sloten en plassen is van levensbelang. Schadelijke stoffen, zoals medicijnresten en microplastics zijn een bedreiging voor de waterkwaliteit. Waterschappen pleiten voor aanpak bij de bron: bedrijven moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat deze stoffen niet in het milieu terecht komen. Ook is aanscherping van de huidige Europese toelating van stoffen nodig om meer en vroegtijdig inzicht te krijgen dat een stof gevaarlijk is voor milieu en gezondheid.

> Bekijk de schriftelijke vragen van Van Haga over waterkwaliteit

Vewin en Unie van Waterschappen roepen Eurocommissaris Timmermans op PFAS te verbieden

14 september 2021

Vewin en de Unie van Waterschappen hebben Frans Timmermans opgeroepen in de hele EU alle PFAS- stoffen te verbieden. Dat deden zij in een gesprek met het kabinet van de uitvoerend vicevoorzitter van de Europese Commissie op 14 september.



De enige manier om PFAS aan te pakken en uit te faseren, is aanpak aan de bron. Eenmaal in het water of in de bodem, zijn de stoffen lastig om te verwijderen. Het moet daarom zoveel mogelijk voorkomen worden dat PFAS in het milieu terecht kan komen, vinden Vewin en de Unie. Daarom pleitten ze in het gesprek met Lukas Visek van het kabinet van Timmermans voor een totaalverbod op PFAS-stoffen.

Verbod op niet-noodzakelijke toepassingen

Nederland heeft met een aantal landen recentelijk een verbod voor niet-noodzakelijke toepassingen voorgesteld, en werkt nu aan het uiteindelijke voorstel hiervoor. Sinds 2020 werkt Nederland daarin samen met Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen. Doel is om het gebruik van PFAS aan banden te leggen en het milieu en de gezondheid te beschermen. Alle niet-noodzakelijk schadelijke PFAS-stoffen, zo’n 6.000 in totaal, gaan voor het eerst in één keer verboden worden. Dat maakt dit voorstel het meest uitgebreide en complexe verbod tot nu toe. Wel biedt het voorstel ruimte voor uitzondering van toepassingen die als onmisbaar worden gezien.

Niet ver genoeg

Vewin en de Unie zijn blij met deze actie van deze lidstaten, maar vinden het niet ver genoeg gaan. Ze pleiten nadrukkelijk voor een totaalverbod op PFAS.

3 belangrijke principes

De Europese Commissie publiceerde in mei van dit jaar het zero pollution action plan. Daarin geeft de Commissie aan dat het milieuvervuiling wil voorkomen, die aan de bron gaat aanpakken en ervoor gaat zorgen dat de vervuiler ervoor betaalt. De VEWIN en de Unie willen deze 3 belangrijke principes van het EU-milieubeleid ook strikt toegepast zien op het reguleren van PFAS-stoffen.

Europese aanpak belangrijk

Het is belangrijk een verbod op PFAS-stoffen Europees te regelen. Chemische stoffen zoals PFAS worden op EU-niveau gereguleerd via de REACH-wetgeving . Deze wetgeving gaat over toelating en restricties. Nederland ligt bovendien aan het eindpunt van onder meer de Maas en de Rijn, waarin deze stoffen ook aangetroffen worden.

PFAS schadelijker dan gedacht

Een advies van het Europese Agentschap voor Voedselveiligheid (EFSA) van september 2020 stelt dat de PFAS-stoffen nog schadelijker zijn dan eerder gedacht. Dat onderbouwt de noodzaak van extra maatregelen bovenop het eerdere voorstel. Het RIVM adviseert om de totale hoeveelheid PFAS die mensen gedurende hun leven binnenkrijgen via voedsel en drinkwater verder omlaag te brengen.

Dweilen met de kraan open

Internationale bronaanpak is hiervoor de beste aanpak. Anders is het dweilen met de kraan open. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, zijn aan de slag met het advies van EFSA. Vewin en de Unie roepen de Commissie op om dit in Europees verband te behandelen. De relevante wetgeving is immers Europees. Het is ongewenst dat ieder land voor zich de nieuwe inzichten vertaalt in eigen beleid.

Officiële start voor Europees PFAS-verbod

19 juli 2021

Nederland heeft samen met 4 andere landen het Europese PFAS-verbod officieel aangemeld bij het Europees chemicaliën agentschap (ECHA). De waterschappen zijn blij met deze officiële start van het proces om te komen tot een Europees verbod.



Nederland werkt sinds 2020 samen met Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen aan dit Europese verbod. Doel is om het gebruik van PFAS aan banden te leggen en ons milieu en onze gezondheid te beschermen. Bijzonder aan dit voorstel is dat alle schadelijke PFAS stoffen, zo’n 6000 in totaal, voor het eerst in één keer verboden gaan worden. Dat maakt dit de meest uitgebreide en complexe restrictie tot nu toe.

Verbod op alle toepassingen

Hoe het Europese verbod eruit komt te zien en voor welke producten dit gaat gelden, is nu nog niet te zeggen. Het verbod zal zich richten op alle toepassingen van PFAS, met uitzondering van enkele toepassingen die als onmisbaar worden gezien. Het aanmelden bij ECHA is de eerste officiële stap om tot een verbod te komen.

Aanpak aan de bron

De Unie van Waterschappen pleitte al eerder voor een totaalverbod op PFAS, ook voor de zogenoemde essentiële toepassingen. De enige manier om PFAS aan te pakken en uit te faseren, is aanpak aan de bron, vinden de waterschappen. Het moet zoveel mogelijk voorkomen worden dat PFAS in het milieu terecht komt.

Vóór 2025 in werking

Komend jaar wordt de informatie over het gebruik van PFAS verder geanalyseerd en wordt het restrictievoorstel onderbouwd. Ook wordt gekeken voor welke toepassingen eventueel een uitzondering op het verbod nodig is. Het restrictievoorstel wordt in juli 2022 ingediend. Het streven is dat de restrictie nog vóór 2025 in werking treedt.

Strengere eisen

Totdat er een verbod in werking treedt, beperken andere maatregelen de uitstoot. Zo zijn de afgelopen jaren steeds strengere eisen gesteld aan het gebruik van sommige PFAS. Ook geldt er al een verbod op PFOA en PFOS, 2 stoffen die behoren tot de PFAS groep. Door nu die hele grote groep PFAS in één keer te verbieden, wordt voorkomen dat de ene schadelijke PFAS wordt vervangen door een andere die later ook weer schadelijk blijkt.

Zie ook de informatie van de Rijksoverheid

Waterschappen pleiten voor totaalverbod PFAS

21 juni 2021

De Unie van Waterschappen pleit voor een totaalverbod op PFAS. Dat schrijft de Unie in een schriftelijke inbreng aan de commissie IenW van de Tweede Kamer.



Deze commissie kan op 30 juni schriftelijke vragen stellen over de EFSA-opinie over PFAS. De EFSA, de Europese voedselveiligheidsautoriteit, bracht een advies uit over de gezondheidsrisico’s door de aanwezigheid van PFAS in voedsel. De waterschappen hebben de Kamerleden enkele suggesties gegeven voor vragen over deze EFSA-opinie.

Aanpak aan de bron

De Unie van Waterschappen pleit nadrukkelijk voor een totaalverbod op PFAS. De enige manier om PFAS aan te pakken en uit te faseren, is aanpak aan de bron. Het moet zoveel mogelijk voorkomen worden dat PFAS in het milieu terecht kan komen.

Daar is gezamenlijke inzet voor nodig met het Rijk en de EU. De Unie van Waterschappen levert actieve inzet op het onlangs gepresenteerde Zero Pollution Action Plan, onderdeel van de Europese Green Deal, en op de aanscherping bij de toelatingseisen van gevaarlijke stoffen zoals PFAS via REACH. Dit is het systeem voor registratie, evaluatie en toelating van chemische stoffen die in de EU geproduceerd of geïmporteerd worden.

Eigen onderzoek

De Unie van Waterschappen en de waterschappen doen zelf onderzoek naar de aanwezigheid en herkomst van PFAS in oppervlaktewater. Ook delen zij hun kennis en werken actief mee aan onderzoeken van andere organisaties en koepels. Daarnaast adviseren waterschappen kritisch op watervergunningen in relatie tot PFAS. Verder hebben vertegenwoordigers van waterbeheerders, het Rijk, provincies, gemeenten, Omgevingsdiensten, de drinkwatersector en de chemische industrie bestuurlijke afspraken gemaakt om samen meer grip en regie te krijgen op het voorkomen van Zeer Zorgwekkende Stoffen zoals PFAS in het milieu.

Bekijk de inbreng

Gevolgen nieuwe gezondheidsgrenswaarden van PFAS

4 juni 2021

Op 4 juni heeft demissionair minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen een brief aan de Tweede Kamer gestuurd. Daarin maakt zij bekend wat de gevolgen zijn van de nieuwe gezondheidsgrenswaarde van PFAS. PFAS zijn chemische stoffen waar zorgen over bestaan. Ze kunnen een risico vormen voor de gezondheid van mensen en het milieu.



Aanleiding voor de brief is dat de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (ESFA) een nieuwe gezondheidskundige grenswaarde voor PFAS heeft afgeleid in voedsel. Uit nieuwe wetenschappelijke studies blijkt dat PFAS-stoffen schadelijker zijn voor de gezondheid dan eerder werd gedacht.

Meer PFAS via voedsel

De nieuwe kennis over de schadelijkheid van PFAS was reden voor het RIVM om eerdere adviezen opnieuw te bekijken. Het RIVM brengt nu studies naar buiten over drinkwater en voedsel, oppervlaktewater in relatie tot visconsumptie, moestuinen in de buurt van Dordrecht, en moestuinen en zwemwaterplas Berkendonk in Helmond. Uit berekeningen van het instituut blijkt dat mensen in Nederland via voedsel en drinkwater waarschijnlijk meer PFAS binnenkrijgen dan de gezondheidskundige grenswaarde. Het RIVM adviseert de overheid daarom om ervoor te zorgen dat mensen minder in contact komen met PFAS.

Vis uit oppervlaktewater

Daarnaast zegt het RIVM dat het oppervlaktewater in Nederland niet geschikt is om dagelijks vis uit te eten. Dit sluit aan bij het bestaande advies van het Voedingscentrum om niet regelmatig zelf gevangen vis te eten.

Kraanwater

Ook onderzocht het RIVM het gezondheidsrisico van PFAS door zwemmen in recreatieplas Berkendonk. De hoeveelheid die zwemmers kunnen binnenkrijgen is in vergelijking tot andere bronnen erg klein. RIVM vindt het verantwoord om kraanwater te blijven drinken omdat de bijdrage in het algemeen beperkt is. Kraanwater is niet de belangrijkste bron van waarvan uit mensen in Nederland PFAS binnen krijgen.

Bodem en grondwater

De adviezen voor bodem, waterbodems, grondwater en oppervlaktewater volgen later dit jaar. Tot hier meer duidelijkheid over is blijven de huidige normen van kracht.

Gebruik PFAS aan banden

De Unie van Waterschappen pleit voor een totaalverbod op PFAS. De enige manier om PFAS aan te pakken en uit te faseren is aanpak aan de bron. Het moet zoveel mogelijk voorkómen worden dat PFAS in het milieu terecht kan komen. Daar is gezamenlijke inzet voor nodig met het Rijk en de EU. De Unie van Waterschappen levert actieve inzet op het onlangs gepresenteerde Zero Pollution Action Plan, onderdeel van de Europese Green Deal en op de aanscherping bij de toelatingseisen van gevaarlijke stoffen zoals PFAS via REACH. Dit is het systeem voor registratie, evaluatie en toelating van chemische stoffen die in de Europese Unie geproduceerd of geïmporteerd worden.

Onderzoek

De Unie van Waterschappen en de waterschappen zelf doen daarnaast onderzoek naar aanwezigheid en herkomst van PFAS in het oppervlaktewater, delen hun kennis en werken actief mee aan onderzoeken van andere organisaties en koepels. Ook adviseren waterschappen kritisch op watervergunningen in relatie tot PFAS.

Afspraken

Verder hebben vertegenwoordigers van waterbeheerders, het Rijk, provincies, gemeenten, omgevingsdiensten, de drinkwatersector en de chemische industrie bestuurlijke afspraken gemaakt om samen meer grip en regie te krijgen op het voorkomen van Zeer Zorgwekkende Stoffen zoals PFAS in het milieu.

Teveel blootstelling aan PFAS in Nederland (RIVM)

Vragen en antwoorden over PFAS (RIVM)

Kamervragen over lozingen op oppervlaktewater

13 april 2021

Tweede Kamerlid Derk Boswijk (CDA) heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat vragen gesteld over lozingen van de chemische industrie op het oppervlaktewater.

tweede kamer inbreng

Hij deed dat naar aanleiding van de tv-uitzending ‘Troebele Wateren’ in de KRO-NCRV-serie ‘De Vuilnisman’. Daarin gaat het over lozingen van de chemische industrie op het oppervlaktewater en de gevolgen die dat heeft voor drinkwaterbedrijven. En dus voor ons drinkwater.

Effecten lange termijn

Boswijk vraagt onder meer op basis van welk beleid de zogenoemde ‘opkomende stoffen’ geloosd kunnen worden, zonder dat bekend is wat de effecten zijn op langere termijn. Ook vraagt hij zich af waarom er niet één actueel landelijk overzicht is van waar fabrieken hun afvalwater lozen. Verder vindt hij het vreemd dat drinkwaterbedrijven zelf moeten constateren wanneer de normen door lozingen van afvalwater worden overschreden.

Aanpak bij de bron

De Unie van Waterschappen steunt de vragen. De Unie vindt dat opkomende stoffen waarvan de schadelijkheid voor het milieu nog nauwelijks bekend is, niet geloosd mogen worden totdat duidelijk is of ze schadelijk zijn. De Unie is voor aanpak bij de bron: bedrijven moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat deze stoffen niet in het milieu terecht komen. Ook is aanscherping van de huidige Europese toelating van stoffen nodig om meer en vroegtijdig inzicht te krijgen dat een stof gevaarlijk is voor milieu en gezondheid.

De vragen liggen nu bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ter beantwoording. De termijn daarvoor is 3 weken.