De waterschappen boeken vooruitgang in de energieproductie, op het gebied van CO2-reductie en in verduurzaming. De ambitie om energieneutraal te worden, wordt wel later bereikt dan verwacht, onder meer door netcongestie. Ook steeg in 2023 het energieverbruik, met name door de noodzaak om te malen bij hevige regenval. Dat blijkt uit de Klimaatmonitor Waterschappen - verslagjaar 2023. Het rapport geeft inzicht in de voortgang van de ambities van de waterschappen op het gebied van energie, klimaat en duurzaamheid.
Ambitie waterschappen: in 2025 energieneutraal
“Als waterschappen wekken we steeds meer eigen duurzame energie op”, reageert Erik den Hertog, bestuurslid Unie van Waterschappen. “Maar we hebben ook meer energie nodig. In 2023 bijvoorbeeld voor het wegpompen van water bij de periodes van extreme regenval. Er zijn steeds meer ontwikkelingen die de realisatie van klimaatambities beïnvloeden. Denk aan netcongestie, striktere waterkwaliteitseisen, stijgende kosten en politieke discussies in de regio over bijvoorbeeld locaties voor zon- en windenergieprojecten. Nieuwe energieprojecten lopen daardoor vertraging op. Waterschappen gaan het doel van energieneutraliteit sowieso halen, maar waarschijnlijk wel iets later dan de huidige ambitie van 2025. Wij blijven als waterschappen actief zoeken naar manieren om onze bedrijfsvoering te verduurzamen en uiteindelijk klimaatneutraal te worden, ondanks deze uitdagingen.”
Circulariteit
Ook de toegenomen inzet van waterschappen op circulariteit komt terug in de Klimaatmonitor. Sander Mager, bestuurslid Unie van Waterschappen: “Als waterschappen streven we ernaar om in 2050 volledig circulair te zijn, met als tussenstap een vermindering van 50 procent in het gebruik van primaire grondstoffen in 2030. We hebben hiervoor een strategie Circulaire Waterschappen en ondersteunen dat met het KCAO-programma, over circulair assetmanagement en duurzaam opdrachtgeverschap. Dit maakt circulariteit bij de waterschappen steeds concreter. In 2023 had 90 procent van de waterschappen circulaire economie-doelstellingen (deels) in hun beleid opgenomen. Driekwart van de waterschappen heeft een nulmeting uitgevoerd om inzicht te krijgen in hun materiaalgebruik en een kwart monitort op circulariteit. De waterschappen verbeteren hun inzicht in de milieu-impact van ingekochte grondstoffen, met meer dan de helft die al concrete stappen heeft gezet.”
> Lees hier de ‘Klimaatmonitor Waterschappen – verslagjaar 2023’
Nog enkele cijfers uit de Klimaatmonitor over 2023
Emissies en energieverbruik
- De waterschappen hebben CO2-emissies weten te verlagen, zowel voor scope 1 (eigen activiteiten) als scope 2 (indirecte emissies voor energie die is ingekocht).
- Scope 2-emissies daalden met 56 procent, met name doordat waterschappen meer Nederlandse groen stroom zijn gaan inkopen in plaats van Europese groene stroom.
- De totale CO2-uitstoot van scope 1 en 2 verminderde met ruim 14 procent tot 684 kton. Hiermee zijn de waterschappen op weg naar klimaatneutraliteit.
- Stijging totale energieverbruik met bijna 8 procent, grotendeels door het intensievere gebruik van gemalen vanwege de vele neerslag.
Opwekking duurzame energie
- Stijging eigen opwekking van duurzame energie met 343 TeraJoule (TJ) (8,2 procent) tot 4.505 TJ (met name door nieuwe windturbines).
- Biogas blijft de grootste bron van duurzame energie, met 66 procent van de eigen opwekking. In totaal is 33 miljoen m³ biogas opgewaardeerd tot 22,5 miljoen m³ groen gas.
Uitstoot lachgas en methaan
- Waterschappen zetten steeds meer in op het verminderen van broeikasgassen zoals lachgas en methaan. Er zijn programma’s gestart voor verder inzicht en uiteindelijk emissiereductie.
- Lachgasemissies rapportages zijn 31 procent lager (na wijziging toepassing IPCC model door CBS in 2023.
Duurzaam opdrachtgeverschap
- Duurzaam opdrachtgeverschap is in 2023 door bijna 60 procent van de waterschappen vertaald naar een implementatieplan.
- De CO2-Prestatieladder is een belangrijke tool geworden om duurzaamheid te structureren, met twaalf gecertificeerde waterschappen en nog vijf in de planning.
- Er is steeds meer aandacht voor biodiversiteit: zes waterschappen nemen biodiversiteit en natuur inclusief bouwen structureel mee.
- Er zijn verdere stappen gezet in CO2-beprijzing, met elf waterschappen die dit intern toepassen en twee die het gebruiken in aanbestedingen.
Vervoer en mobiliteit
- Na de tijdelijke verlaging in de coronapandemie is in 2023 het zakelijk verkeer met personenauto’s weer op het niveau van 2019.
- Woon-werkverkeer met een privéauto is in 2023 terug naar 65 procent van het pre-coronaniveau.
- Het brandstofverbruik van het eigen wagenpark van waterschappen daalde in 2023 met 11% en de daaraan verbonden CO2-uitstoot verminderde met 16 procent, dankzij vergroening van het wagenpark.
- Het aantal elektrische auto’s steeg met 56 procent, met als resultaat een jaarlijkse besparing van 500 tot 1000 ton CO2.
- Het brandstofverbruik voor vrachttransport en onderhoud nam toe met 9 procent, maar door het gebruik van HVO in plaats van diesel steeg de CO2-uitstoot slechts met 3 procent.
Nieuw dit jaar in de Klimaatmonitor zijn de kaartjes in de bijlagen, die laten zien waar aquathermie-projecten en zon-op-waterprojecten zijn gerealiseerd. Ook laten ze zien waar elektriciteit wordt opgewekt en teruggeleverd.
Waterschappen stijgen op het prioriteringskader voor het elektriciteitsnet. Op donderdag 18 april publiceerde de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een ‘codebesluit prioriteringsruimte bij transportverzoeken’. Dit geeft netbeheerders de mogelijkheid bij netcongestie voorrang te verlenen aan projecten die bijdragen aan belangrijke maatschappelijke doelen. De waterschappen vallen nu met al hun assets onder categorie 2, ‘veiligheid’. Dit geldt zowel voor bijvoorbeeld gemalen bij piekbuien (watersysteembeheer) als voor het zuiveren van het afvalwater (rioolwaterzuiveringen).
Transportschaarste
Op veel plaatsen in Nederland is op dit moment sprake van transportschaarste. Dit kan leiden tot toenemende wachtrijen voor toegang tot het net. Transportverzoeken van partijen die een groot algemeen belang dienen kunnen prioriteit krijgen bij de toekenning van transportcapaciteit. Op basis van het definitieve codebesluit van de ACM kunnen partijen in drie categorieën in aanmerking komen voor prioriteit bij hun transportverzoek. Waterschappen staan in categorie 2.
Steeds meer elektriciteit nodig
Het besluit van de ACM geeft waterschappen een goede uitgangspositie om meer transportruimte op het elektriciteitsnet aan te vragen. Deze ruimte is noodzakelijk voor uitvoering van de wettelijke kerntaken van de waterschappen: de zorg voor schoon water en droge voeten. De waterschappen hebben steeds meer elektriciteit nodig. Dit komt enerzijds door de impact van weersextremen op het beheer van het oppervlaktewater, zoals droge perioden, hevige buien en een stijgende zeespiegel. Anderzijds groeit de elektriciteitsvraag van waterschappen door de rioolwaterzuiveringen. Dit is een gevolg van bevolkingsgroei en strengere kwaliteitseisen voor afvalwaterzuivering, onder andere vanuit Europese richtlijnen.
Deel van de oplossing
De waterschappen treffen zelf ook maatregelen om hun energievoorziening te waarborgen. Waterschappen willen samen met de netbeheerders actief zoeken naar innovatieve mogelijkheden om netcongestie te verminderen. Met netbeheerders gaan waterschappen onderzoeken of ze onder normale omstandigheden meer flexibel de gemalen kunnen aan- en uitzetten om zo onderdeel te worden van de oplossing. Dit heet ‘slim malen’.
Balanceren vraag en aanbod
Ook verkennen waterschappen met netbeheerders de mogelijkheden om rioolwaterzuiveringen in te zetten als smart energyhubs. Bijvoorbeeld door de productie en opslag van duurzame energie die waterschappen zelf opwekken uit rioolslib en met windmolens en zonnepanelen, en door het balanceren van vraag en aanbod.
> Lees meer over netcongestie bij de waterschappen
De Tweede Kamer stemde op dinsdag 5 maart over de ingediende moties tijdens het debat ‘Nieuwe maatregelen tegen netcongestie’ van 28 februari jl. Dit debat was een vervolg op het commissiedebat netcongestie van 24 januari, waarvoor de Unie van Waterschappen inbreng leverde.
Tijdens de stemming werd onder meer de motie over de leveringszekerheid van energie aan waterschappen aangenomen. Dat betekent dat minister Jetten met partijen om de tafel moet om dit onderwerp te bespreken.
Toegang elektriciteitsnet
In de inbreng wezen de waterschappen op het belang van betrouwbare toegang tot het elektriciteitsnet. Dit is cruciaal voor de waterschappen om hun wettelijke taken uit te voeren, bijvoorbeeld waterveiligheid. Netcongestie staat deze betrouwbare toegang in de toekomst mogelijk in de weg.
Motie voorzienings- en leverzekerheid
Tijdens het debat van 28 februari diende Kamerlid Grinwis (ChristenUnie) samen met Erkens (VVD) en Vermeer (BBB) een motie in om de leveringszekerheid van energie voor waterschappen veilig te stellen. In de motie verzoeken de indieners de regering om in gesprek te gaan met netbeheerders, waterschappen en eventuele andere uitvoerders van cruciale wettelijke taken om zeker te stellen dat zij bij calamiteiten, zoals hoogwater, uitgesloten worden van de verplichting de aansluit- en transportovereenkomst na te komen. Bij de stemming op 5 maart werd deze motie aangenomen.
In gesprek
De waterschappen zijn blij dat deze motie is aangenomen en gaan graag het gesprek aan. Door hoogwaterpieken -zoals eind 2023- zijn waterschappen namelijk steeds vaker genoodzaakt om het met de netbeheerder overeengekomen vermogen voor de poldergemalen te overschrijden. Daarnaast kunnen netbeheerders niet altijd toestemming geven voor de noodzakelijke uitbreiding van de netaansluiting. Door samen het gesprek aan te gaan hopen de waterschappen tot oplossingen voor de toekomst te komen.
Andere moties
Naast deze motie werden ook de moties van lid Erkens over met de ACM in gesprek gaan over het verlagen van nettarieven voor elektrolyse en batterijopslag en over zorgen dat netbeheerders meer informatie beschikbaar stellen over de beschikbare aansluitcapaciteit werden aangenomen.
> Lees meer over ‘Netcongestie en de waterschappen’.