Het eindadvies van de landelijke studiegroep Grondwater is verschenen. Het advies en de daarin opgenomen aanbevelingen worden besproken in de commissie Watersystemen van de Unie van Waterschappen. Het advies van de studiegroep wordt ook gebruikt als input voor de op te stellen Grondwatervisie van de waterschappen. Doel is dat deze visie klaar is voor de start van het nieuwe droogteseizoen, 1 april 2023.
De waterschappen herkennen zich in de hoofdlijnen van het advies van de Studiegroep Grondwater. Ze sluiten aan bij de ambities van de waterschappen voor de aanpak van de grondwaterproblematiek. Het is belangrijk om de waterbalans in het (grond)watersysteem te herstellen, grondwater en onttrekkingen beter in beeld te krijgen en het waterbewustzijn van Nederlanders te vergroten.
Water en bodem sturend
Het advies over grondwater vraagt niet alleen wat van waterbeheer. Het vraagt ook om aanpassingen in land- en watergebruik en ruimtelijke functies. Grondwater moet als onderdeel van ‘water en bodem sturend’ en het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) een plek te krijgen in de afweging van ruimtelijke ontwikkelingen in het stedelijke én landelijke gebied.
Uitvoeringsparagraaf
Het advies bevat nog geen uitvoeringsparagraaf. En die is wel heel belangrijk om de inhoudelijke aanbevelingen tot uitvoering te brengen. Die paragraaf wordt de komende maanden met de partijen uit de studiegroep uitgewerkt. De Unie van Waterschappen werkt daar graag aan mee.
Het (grond)watersysteem is uit balans
Het grondwaterbeleid van de waterschappen is gericht op het in stand houden van de grondwatervoorraad, het beschermen van de grondwaterkwaliteit en het tegengaan van nadelige effecten door grondwater(onttrekkingen). De droogte van de afgelopen jaren zijn aanleiding om het grondwaterbeleid te herijken en waar nodig aan te passen. Door de toename van de onttrekkingen en de stijgende watervraag in combinatie met de afnemende waterbeschikbaarheid staat het watersysteem en de watervoorraad onder druk. In deze video zie je wat de problematiek inhoudt.
Eva van Esch, waterwoordvoerder voor de Partij voor de Dieren in de Tweede Kamer, bracht op 15 juli een werkbezoek aan Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Ze bezocht de pilot bodemdaling bij het Veenweiden Innovatiecentrum in Zegveld. Ook ging het Kamerlid in gesprek over klimaatbestendig bouwen in de Utrechtse polder Rijnenburg.
Van Esch werd ontvangen door dijkgraaf Jeroen Haan en hoogheemraad Bert de Groot.
Bijzondere aandacht voor bodemdaling
De Partij voor de Dieren heeft bijzondere aandacht voor het dossier bodemdaling. Het veldbezoek toonde een systeem van onderwaterdrainage waarmee bodemdaling zoveel mogelijk wordt voorkomen. Ook is er overgeschakeld naar een lichter ras vee, dat beter geschikt is op veenweide.
Van Esch: “Het lijkt belangrijk om te kijken naar ouderwets boeren, meer samenwerken met de natuur en het weer. Er zijn nieuwe kwetsbaarheden gekomen die polderen naar een nieuw evenwicht noodzakelijk maken.”
Haan bracht naar voren dat er in tijden van waterschaarste een groot verdelingsvraagstuk speelt. Je kunt niet alle partijen bedienen als er schaarste is. “Ook bij bodemdaling geldt: lees het landschap. Kijk wat er al is, dan neem je de juiste besluiten.”
Bouwen in laaggelegen gebied
In de discussie over Rijnenburg stelde Van Esch de vraag of je wel moet bouwen in een laaggelegen gebied. Haan bracht naar voren dat bijvoorbeeld drijvende huizen of huizen op palen hier uitkomst kunnen bieden. Haan: “Waarom maken we van Rijnenburg niet een rolmodel van een klimaatbestendige wijk?”
Van Esch zou het kritische geluid van de waterschappen vaker willen horen: “Als men zo wil bouwen, dan gaan de waterschappen het niet oplossen.” Waterschappen hebben volgens het Kamerlid wel een belangrijke positie en veel kennis en kunde.
Kennismaken met nieuwe waterwoordvoerders
De waterschappen hebben verschillende werkbezoeken met de nieuwe waterwoordvoerders gepland om hen kennis te laten maken met de waterschappen. Om het bezoek goed aan te laten sluiten, is gekozen voor een werkbezoek aan het waterschap waar hun woonplaats onder valt. De waterschappen ontvangen de waterwoordvoerders graag om hen mee te nemen in de grote opgaven van de waterschappen, zoals toenemende weersextremen, het verbeteren van de waterkwaliteit en de uitvoering van de grootste dijkversterkingsopgave sinds de Deltawerken.
Tijdens het Commissiedebat Water op 9 juni in de Tweede Kamer staat klimaatadaptatie: het omgaan met weersextremen, op de agenda. De waterschappen hebben geleerd van de afgelopen 3 droge zomers. Ze zien dat ze tegen de grenzen van het huidige watersysteem aan lopen. De waterschappen vragen een nieuw kabinet dan ook versneld maatregelen door te voeren en structureel voor voldoende geld te zorgen voor de decentrale overheden.
Door het natte voorjaar lijkt het alsof de droogte dit jaar meevalt. De waterbeheerders zijn inderdaad blij met de regen die op veel plekken achterstanden in de grondwaterpeilen heeft aangevuld. Maar ze juichen niet te vroeg. De waterschappen zien lokaal nog altijd lage grondwaterstanden, bijvoorbeeld op de Veluwe, de Peel en in sommige delen van Brabant. Daarnaast leert de ervaring van de 3 afgelopen droge zomers dat waterstanden snel kunnen wegzakken bij langere periode van droogte en hitte.
Water vasthouden
Door de regen in het voorjaar en de gunstige wateraanvoer van de rivieren is de situatie wel positiever dan afgelopen jaren. Dat komt niet alleen door het weer. De waterbeheerders hebben ook hard gewerkt aan het beter en langer vasthouden van water. Zo hebben veel waterschappen de stuwen zo hoog mogelijk gehouden om zo een grondwaterbuffer aan te leggen. Door de waterstanden hoger te houden ‘duwen’ de waterschappen het water vanuit de watergang in de bodem naar het grondwater. Ook geeft een hogere waterstand ’tegendruk’ aan het grondwater. Zo kan regenwater dat in de bodem is doorgedrongen niet zo makkelijk naar de sloot wegstromen.
Zicht op grondwateronttrekkingen
Daarnaast hebben de waterschappen en provincies naar aanleiding van de afgelopen droge zomers aanvullend onderzoek gedaan naar de grondwateronttrekkingen. Daardoor is er nu een beter beeld van waar de knelpunten zitten en waar mogelijkheden zijn voor het verbeteren van bijvoorbeeld de handhaving op deze onttrekkingen.
Versneld aanpassen aan droogte en andere weersextremen
Om sneller en op grotere schaal schade door droogte en andere weersextremen tegen te gaan, moet een nieuw kabinet voor voldoende financiële middelen voor decentrale overheden zorgen. Dit kan het Rijk doen door:
de huidige Impulsregeling Klimaatadaptatie te verlengen,
de aanleg van klimaatbuffers te stimuleren,
een nationaal programma voor bodemdaling op te zetten en
het Deltafonds te laten meegroeien met opgaven waar de waterbeheerders voor staan.
Van het nieuwe kabinet vraagt de Unie van Waterschappen aandacht voor het beter vasthouden van water, tegengaan van verspilling en stimuleren van het hergebruik van water.
Het Platform Slappe Bodem heeft in een brief aan informateur Mariëtte Hamer gepleit voor een nationaal programma om de bodemdaling te beteugelen. De Unie van Waterschappen ondersteunt deze oproep.
De Unie van Waterschappen gaf eerder samen met de drinkwaterbedrijven en decentrale overheden al aan de informateur mee dat water en bodem een ordenende positie moeten hebben bij ruimtelijke keuzes om de problemen van de toekomst te voorkomen.
Schade door weersextremen beperken
Om schade door weersextremen te beperken is het nodig dat overheden water sturend laten zijn voor de ruimtelijke inrichting. Ook is structureel voldoende geld nodig om sneller en op grotere schaal schade tegen te gaan. De Unie van Waterschappen heeft in dit kader al eerder gevraagd voor een verlenging van de impulsregeling klimaatadaptatie, het stimuleren van de aanleg van klimaatbuffers en het opzetten van een nationaal programma voor bodemdaling.
Platform Slappe Bodem
Het Platform Slappe Bodem is de netwerksamenwerking van 22 gemeenten, 6 waterschappen en 2 provincies met als doel het onder controle krijgen van de bodemdalingsproblematiek als gevolg van slappe bodems. In de brief aan de informateur vraagt Hilde Niezen, wethouder in Gouda en voorzitter van het Platform Slappe Bodem, aan een nieuw kabinet om met randvoorwaarden te komen, zodat de decentrale overheden hun doelen op het gebied van bodemdaling kunnen halen. Zo pleit ook zij voor een nationaal plan met langetermijndoelen als aanvulling op de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en de verankering van bodemdaling in onder meer bouwnormen.
Bodem daalt sneller dan zeespiegel stijgt
In veel gebieden in Nederland zakt de bodem. In sommige gebieden daalt de bodem zelfs sneller dan de zeespiegel stijgt: gemiddeld 0,5 centimeter tot 2 centimeter per jaar. Een proces dat al vele honderden jaren plaatsvindt en daarmee meters daling heeft veroorzaakt. Maar de bodemdaling is nu echt urgent: de uitstoot van broeikasgassen in het landelijk gebied en oplopende schade aan gebouwen en infrastructuur in de dorpen en steden maken een nationale aanpak noodzakelijk.
Miljardenschade
De daling gaat langzaam, maar is onomkeerbaar. Lokaal zijn er al forse problemen. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) kunnen deze problemen de komende 30 à 40 jaar zo’n 22 miljard euro kosten. De waterschappen hebben belang bij het tegengaan van bodemdaling, omdat het gevaren voor de waterveiligheid, de waterkwaliteit en het watersysteem met zich meebrengt. De waterschappen zijn gebaat bij een gezamenlijke aanpak met provincies, gemeenten en inwoners en roepen daarom op het probleem serieus op de agenda te zetten.
Hoe zien de waterschappen hun rol in de grondwaterdossiers? Wat zijn de wensen voor voorraadbeheer en hoe zit het met de samenwerking met andere overheden? Deze vragen stonden centraal in de Blauwe Meet-up Grondwater op 10 mei, georganiseerd door de Unie van Waterschappen.
Zo’n 140 deelnemers deden mee aan het online evenement. Dirk Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie, opende de bijeenkomst door te stellen dat de waterschappen over het grondwater gaan, maar zich daar niet altijd bewust van zijn. “De waterschappen moeten dus goed nadenken over hoe ze met grondwater omgaan. Maar we hopen dat ook de buitenwereld zich met het thema verbindt.”
Buitenwereld
Die ‘buitenwereld’ zit dan ook aan de debattafel: Liz van Duin, directeur bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat; Hans Kuipers, gedeputeerde van de provincie Drenthe; Jelle Hannema, directievoorzitter van waterbedrijf Vitens; Nelleke Hijmans van Natuurmonumenten en Peter van Dijck van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB). Zij voeren het gesprek onder leiding van Maarten Bouwhuis, bekend van o.a. BNR.
Spaartegoed
Van Duin noemt grondwater ‘ons spaartegoed’. “Het is een integraal probleem. En daarbij moeten we kijken naar de kwantiteit maar ook naar de kwaliteit ervan.” Zij ziet dat er al een verandering in Nederland gaande is: “Peil volgt functie kan niet meer. In de Nationale Omgevingsvisie NOVI hebben we afgesproken dat water en bodem leidend moeten zijn.”
Niet alles kan
Hans Kuipers wil geen discussie over wie nu over welk deel van het grondwater gaat. “We kunnen het alleen samen doen. En we moeten accepteren dat niet alles meer kan.” Ook het herstellen van de balans is daarbij belangrijk, vult Van Dijck aan: “Door meer water vast te houden, leggen de onttrekkingen minder druk op het beschikbare grondwater. Met technische systemen kom je daarbij een heel eind.” Waarop Hijmans waarschuwt: “Er is wel een keer een einde aan technische maatregelen.”
Bewustwording
Na dit gesprek vertellen bestuurders van 3 waterschappen hoe ze naar het gesprek hebben geluisterd. Schoonman, naast Uniebestuurder ook dijkgraaf van waterschap Drents Overijsselse Delta, vindt dat de kern van de problematiek bij bewustwording ligt. “Het is een bestuurlijke vraag, maar iedereen kan een steentje bijdragen.”
Ander sturingsmodel
Jeroen Haan, dijkgraaf van hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden ziet als probleem dat er veel handen aan het stuur zitten. “We hebben nu te weinig sturing wanneer het te droog is. Daarom moeten we naar een ander sturingsmodel. En we moeten meer kijken naar de lange termijn: hoe richten we Nederland in?”
Vooruitkijken
De waterschappen kunnen dat: verder vooruitkijken. “Wij hebben de kennis van het watersysteem”, zegt Mado Ruys van waterschap De Dommel. Veel kan ook al gewoon nu. “Ons beleid is nu al om zoveel mogelijk water vast te houden en het te infiltreren in de bodem. Ook in bebouwde gebieden. En ook al zijn niet alle oplossingen nu al haalbaar, we moeten het wel agenderen.”
Breakoutsessies
In levendige ‘breakoutsessies’ praten de aanwezigen door over het thema aan de hand van een aantal vragen. Zo zegt iemand dat de waterschappen wel hun rol willen pakken, maar dat er nationale kaders van het Rijk nodig zijn en dat conflicterende regelgeving moet worden aangepast. Ook wordt genoemd dat de Omgevingswet hier wellicht kansen voor biedt.
Grondwatervisie
Schoonman is blij met al deze inbreng. “De Unie gebruikt die voor het opstellen van een visie op grondwater. Die is in het najaar klaar, en hopelijk kan de ledenvergadering er in december een akkoord op geven.”
Na drie droge zomers breekt er weer een nieuw droogteseizoen aan. Na een natte winter, waarin gemiddeld genomen de grondwaterstanden eind februari weer op peil waren gekomen, is het momenteel alweer een aantal weken droog. Daardoor zien we in het oosten en zuiden van het land grondwaterstanden lokaal wegzakken. Diverse waterschappen hebben de waterpeilen opgezet en nemen maatregelen om water vast te houden.
Op dit moment zijn de grondwaterstanden op de meeste plekken gemiddeld voor de tijd van het jaar. Op enkele locaties zijn ze echter laag tot zeer laag voor de tijd van het jaar, zoals bijvoorbeeld op de hoge zandgronden in Noord-Brabant. De komende twee weken wordt weinig neerslag verwacht, terwijl de verdamping toeneemt. Hierdoor zullen de grondwaterstanden naar verwachting verder dalen.
Uitgangspositie normaal Door de natte winter is de aanvoer van de rivieren op niveau. Voor de landbouw is de uitgangssituatie normaal. Voor de natuur is de ontwikkeling van de grondwaterstanden de komende periode belangrijk, onder andere voor de weidevogels.
Dagelijks monitoren Op 1 april start het officiële droogteseizoen. Dit betekent dat Rijkswaterstaat en de waterschappen dagelijks de droogtesituatie monitoren op eventuele problemen. Denk hierbij aan watertekorten en verslechtering van de waterkwaliteit. Van april tot oktober gebeurt dit intensiever omdat door het groeiseizoen en stijgende temperaturen een grotere kans op watertekorten aanwezig is.
2020 was het derde droge jaar op rij. Het aantal onttrekkingen uit grondwater steeg dat jaar zichtbaar. Op verzoek van de Tweede Kamer hebben het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen ‘Overzicht Grondwateronttrekkingen’ geschreven. Daarin wordt meer inzicht gegeven in het beheer van de grondwatervoorraad en de grondwateronttrekkingen.
Dit is één van de stappen die waterschappen en provincies nemen naar een klimaatrobuust watersysteem en als bijdrage aan de watertransitie ‘Water verbindt‘. De droogte van de afgelopen jaren hebben geleid tot meer grondwateronttrekkingen. Vooral voor beregening in de landbouw. De toename van de watervraag en droogte zetten het grondwatersysteem onder druk.
Handhaving en registratie
Grondwateronttrekkingen worden gereguleerd door provincies en waterschappen. Afhankelijk van het type onttrekking is de provincie of waterschap verantwoordelijk voor toezicht en handhaving. Provincies zien toe op grotere onttrekkingen. Denk hierbij aan grote industrie. Waterschappen zijn verantwoordelijk voor kleine onttrekkingen door agrariërs en particulieren. Voor veel kleine onttrekkingen is geen vergunnings- of meldingsplicht. Hierdoor zijn niet alle onttrekkingen geregistreerd.
Herijken grondwaterbeleid
Daarom verbeteren provincies en waterschappen komend jaar de registratie en metingen van grondwateronttrekkingen. Met de Basisregistratie ondergrond (BRO) worden waterschappen en provincies verplicht alle vergunde en meldingsplichtige onttrekkingen te registreren. Dit biedt de mogelijkheid de cumulatieve effecten van onttrekkingen te onderzoeken en waar nodig gebiedsgericht de watervraag te beperken of gerichter te accommoderen. Dit alles om ervoor te zorgen dat het grondwatersysteem duurzaam in balans blijft, zowel in tijd als ruimte.
Evenwicht
“Het grondwaterbeleid van de waterschappen is gericht op het in stand houden van de grondwatervoorraad, het beschermen van de grondwaterkwaliteit en het tegengaan van nadelige effecten door grondwateronttrekkingen”, zegt Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen. “Omdat we steeds vaker met langdurige droogte te maken hebben, loopt ons systeem tegen de grenzen aan. Daarom moeten we naar een situatie toe waarin grondwateronttrekkingen- en aanvullingen met elkaar in evenwicht zijn.”
Maatwerk
Bert Boerman, gedeputeerde in Overijssel, vult aan: “Altijd en overal voldoende water voor alle functies is niet meer vanzelfsprekend. Dit vraagt om een ruimtelijke inrichting die beter past bij het aanwezige watersysteem. Ruimtelijke keuzes zoals ontginning en het gebruik van beekdalen voor andere functies hebben een groot effect op het watersysteem. Droogte is naast een watervraagstuk ook een ruimtelijk en economisch vraagstuk. De oplossing ligt daarom bij ons allemaal: overheden, ondernemers en inwoners. Dat vraagt om gebiedsgericht maatwerk.”
Gebiedsgerichte aanpak
Waterschappen en provincies werken de komende jaren aan een gebiedsgerichte aanpak om watertekorten te voorkomen en de waterbeschikbaarheid te verbeteren. Provincies maken als gebiedsregisseur de keuzes die een klimaatrobuust watersysteem vraagt in het waterbeheer en de ruimtelijke inrichting. Gebiedsgericht worden ook combinaties gezocht met andere transities als kringlooplandbouw, stikstofaanpak, energietransitie en klimaatadaptief bouwen. Concrete voorbeelden zijn de aanleg van natuurlijke ‘klimaatbuffers’ en de opvang van regenwater. Meer hierover is te lezen in de samenwerkingsagenda ‘Water verbindt’ van drinkwaterbedrijven en waterschappen.
De aandacht voor grondwater neemt toe, maar waterschappen benutten de mogelijkheden die ze hebben om het grondwaterbeheer te gebruiken bij het oplossen van watervraagstukken nog niet optimaal. Dat constateert Sterk Consulting in opdracht van Het Uitvoeringsprogramma van het Convenant Bodem en Ondergrond in samenspraak met de Unie van Waterschappen.
Grondwater speelt een belangrijke rol in grote maatschappelijke vraagstukken, zoals bodemdaling, droogte en verontreiniging. Sterk Consulting onderzocht hoe de waterschappen opereren op het terrein van het grondwaterbeheer. Speciale aandacht ging daarbij uit naar de Omgevingswet en het grondwaterkwaliteitsbeheer.
Grondwaterkwaliteitsbeheer
Sterk Consulting constateert dat de focus rond grondwater nu voornamelijk op kwantiteitsvraagstukken ligt, zoals droogte en bodemdaling. Maar ook in het grondwaterkwaliteitsbeheer liggen voor de waterschappen kansen.
Omgevingswet
Verder concludeert Sterk dat de Omgevingswet de samenwerking en afstemming op het terrein van grondwaterkwaliteit gaat beïnvloeden. Er is alleen nog veel onduidelijkheid over de manier waarop. De behoefte bestaat om enkele kennisvraagstukken rond grondwaterkwaliteit op te pakken. Over de vraag of de waterschappen hier meer regie op moeten pakken, zijn de meningen van de ondervraagde waterschappen echter verdeeld.
Nieuwe Grondwatervisie
De waterschappen zeggen graag een nieuwe nationale (basis)visie over grondwaterbeheer te willen. De Unie van Waterschappen is daarmee aan de slag gegaan en werkt aan een gezamenlijke waterschapsvisie op grondwaterbeheer. Dat gebeurt parallel aan de Interbestuurlijke Studiegroep Grondwater.
Vergroten van kennis
Sterk Consulting beveelt de Unie van Waterschappen en STOWA aan om meer bewustzijn te creëren voor het belang van grondwater in het algemeen en grondwaterkwaliteit in het bijzonder. Andere aanbevelingen zijn het ontwikkelen van kaders, investeren in kennisontwikkeling en meer samenwerken met provincies, gemeenten en drinkwaterbedrijven.
Het kabinet moet zorgen voor bindende afspraken voor grondwaterbeschermingsgebieden zodat alle doelstellingen gehaald worden. Dat blijkt uit een motie die de SP heeft ingediend bij het Algemeen Overleg (AO) Landbouw, Klimaat en Voedsel. De motie werd door de Kamer aangenomen.
Ook moet het kabinet de ‘Van boer tot bord-strategie’ kritisch beoordelen op potentiële gevolgen voor de sector. De SGP had hierover een motie ingediend die ook werd aangenomen. De waterschappen steunen de ‘Van boer tot bord-strategie’ omdat die tot doel heeft en een aanpak bevat om de voedselproductie en voedselconsumptie in Europa te verduurzamen.
Onlangs pleitte de Unie van Waterschappen er nog voor de strategie te verbreden naar de hele land- en tuinbouwsector, omdat in andere agrarische sectoren ook gewasbeschermingsmiddelen, mest en kunstmest gebruikt worden die in het oppervlaktewater komen.
Algemeen Overleg Visserij
De uitkomst uit het Algemeen Overleg Visserij was dat er geen algemene visserijvrije zones voor sportvissers komen rondom vismigratievoorzieningen. Een VVD-motie daarover kreeg een Kamermeerderheid. Eerder wilde minister Carola Schouten een zone aanwijzen van 250 meter rondom elke vismigratievoorziening waar niet gevist mocht worden.
Nu is de algemene zone van de baan en maakt plaats voor maatwerk per migratievoorziening. De 250 meter is volgens de VVD namelijk soms niet nodig of soms juist onvoldoende om trekvissoorten te beschermen.
Op 25 november vond het Follow UP Festival plaats. Met het festival werd feestelijk stilgestaan bij het einde van 10 jaar samenwerking onder verschillende bodemconvenanten. De waterschappen waren ook van de partij en benadrukten het belang van een gezond watersysteem en een integrale aanpak.
Verschillende overheden, natuur- en milieuorganisaties en vertegenwoordigers uit de landbouw presenteerden hun praktijkervaringen en producten rond bodemverbetering met elkaar. Er werd teruggeblikt op 10 jaar samenwerking en de overgang van saneren van verontreinigingen naar het beheren van de robuuste bodem.
Bestuurlijke afspraken
Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, ging in gesprek met Jaap Slootmaker en Adrie Blom. Slootmaker is directeur-generaal Water en Bodem bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Blom is gedeputeerde bij de provincie Zuid-Holland. Ze bespraken de noodzakelijke samenwerking om tot een gezonde bodem te komen. Ook blikten zij vooruit op bestuurlijke afspraken over bodem en grondwater na 2020 en over de hoeveelheid middelen die beschikbaar komt voor het uitvoeren van de daarbij behorende taken.
Circulair baggeren
Fred de Haan van Waternet presenteerde daarnaast het onderzoek dat hij heeft laten uitvoeren naar circulair baggeren. Wanneer sloten en kanalen niet gebaggerd worden, slibt Nederland dicht en overstromen de watergangen. Om droge voeten te houden is het dus nodig om te baggeren. Het (soms vervuilde) bagger moet wel ergens heen. De Haan is namens de waterschappen onder andere op zoek hoe de waterschappen via baggeren kunnen bijdragen om in 2050 circulair te zijn.
Initiatief Bewust Bodemgebruik
Tijdens het festival werd de nieuwe TerrAgenda gepresenteerd voor 2020-2030 door het Initiatief Bewust Bodemgebruik, waarin de gezamenlijke ambities voor de Nederlandse bodem staan. Dit document werd aangeboden aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Aanwezigen kunnen nog 2 weken producten en presentaties terugkijken in de netwerkapp. Andere geïnteresseerden kunnen nog via Bodemplus producten terugvinden.