Kamervragen over schrappen Nationaal Programma Landelijk Gebied

12 september 2024

Op woensdag 4 september werd duidelijk dat het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) wordt geschrapt. Het NPLG zorgde er met een gebiedsgerichte aanpak voor dat de opgaven en maatregelen voor natuur, stikstof, landbouw, water, bodem en klimaat worden gehaald. D66-Kamerleden Ilana Rooderkerk, Mpanzu Bamenga en Anne-Marijke Podt stelden hierover schriftelijke vragen aan de ministers van Klimaat en Groene Groei, Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en Infrastructuur en Waterstaat.

Polderlandschap met klein gemaal

Betrokkenheid waterschappen

De Kamerleden vragen zich onder meer af of het NPLG nog steeds kabinetsbeleid is en wanneer de provincies en waterschappen zijn geïnformeerd over het schrappen van het NPLG: “Op welk moment en welke wijze zijn zij betrokken bij alternatieve maatregelen voor het NPLG?”

Kwantitatieve effecten op Kaderrichtlijn Water

De D66-leden zijn ook benieuwd wat de kwantitatieve effecten zijn van het schrappen van het NPLG op het halen van de gestelde doelen op het gebied van klimaat, natuurherstel en de Kaderrichtlijn Water (KRW). Ook vragen ze of de ministers nog achter de opvatting staan dat toekomstbestendige verduurzaming een integrale benadering vergt, zodat meerdere opgaven, waaronder waterkwaliteit, tegelijk worden aangepakt. Zo ja, dan willen ze weten waarom de ministers het NPLG desondanks schrappen.

Andere vragen waarin watergerelateerde thema’s aan bod komen:

  • Zet het kabinet, in plaats van het NPLG, in op een alternatieve, vergelijkbare integrale benadering voor het realiseren van de doelen in de landbouwsector op het gebied van klimaat, natuur, stikstof en waterkwaliteit?
  • Verwacht u dat de sector landbouw op tijd kan voldoen aan de inspanningen die nodig zijn om de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen? Hoeveel budget acht u hiervoor noodzakelijk?
  • Is de minister van Infrastructuur en Waterstaat geconsulteerd over het schrappen van het NPLG? Zo ja, wat is hierbij besproken? Zo nee, waarom niet?

> Lees hier de ingezonden Kamervragen

Wat vindt de Unie van Waterschappen?

Het afschaffen van het NPLG heeft directe gevolgen voor het werk van de waterschappen. De waterschappen zijn dan ook benieuwd naar de plannen van het nieuwe kabinet en benadrukken dat ze zich blijven inzetten om met een gebiedsgerichte aanpak de doelen voor onder andere de waterkwaliteit te halen. Want met het verdwijnen van het NPLG gaat de opgave voor schoon en voldoende water niet weg. De waterschappen verwachten van het kabinet op korte termijn een concreet alternatief plan dat het tempo erin houdt, het draagvlak vergroot en de doelen aantoonbaar realiseert.

> Lees meer over het NPLG en het standpunt van de waterschappen 

> Bekijk hier de NPLG-zienswijze van de Unie van Waterschappen

Kamervragen over wateroverlast bij boeren en tuinders

23 juli 2024

Kamerlid Eline Vedder (CDA) heeft Kamervragen gesteld aan de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over de gevolgen van de uitzonderlijk natte weersomstandigheden voor boeren en tuinders. Ze vroeg zich onder andere af in hoeverre er verschillen tussen waterschappen zijn in de aanpak van wateroverlast. En of waterschappen en het Rijk overleggen om te komen tot een oplossing.

man loopt door ondergelopen polder

Wat vinden de waterschappen?

De wateroverlast van deze lente en zomer is het gevolg van de extreme neerslaghoeveelheden die sinds oktober in Nederland zijn gevallen. Veel agrariërs ervaren hierdoor wateroverlast, wat erg vervelend is. Door het veranderende klimaat zien de waterschappen weersextremen zoals hevige neerslag, maar ook droogte toenemen. De waterschappen nemen daarom maatregelen om hun watersystemen op orde te houden en de boeren te helpen waar mogelijk. De maatregelen bestaan onder meer uit het vasthouden van meer regenwater op plaatsen waar het valt, meer ruimte geven aan water en de aanleg van nieuwe waterbergingsgebieden. Om zo het land zo goed mogelijk aan te passen aan het veranderende klimaat.

  • Wat zijn de normen voor wateroverlast?
    Provincies hebben normen vastgesteld voor wateroverlast vanuit regionale oppervlaktewateren. De normen verschillen per type grondgebruik en zijn uitgedrukt in een gemiddelde kans op overstroming vanuit oppervlaktewater. Als beheerders van het regionaal watersysteem is het de taak van de waterschappen om aan de normen voor wateroverlast te voldoen. Zo nodig nemen ze maatregelen om de afvoer- en bergingscapaciteit van een regionaal oppervlaktewater te vergroten.

  • Voldoen onze watersystemen?
    Momenteel voldoet 99,5 procent van de regionale watersystemen aan de provinciale normen voor wateroverlast. Voor de resterende gebieden worden er maatregelen getroffen in de vorm van extra waterbergingen en/of afvoercapaciteit van watergangen en gemalen. In veel provinciale verordeningen is 2027 de streefdatum om overal aan de normering wateroverlast te voldoen.

  • Hoe zit het met grondwaterstanden?
    Bij langdurige regen kan de grond verzadigd raken. De bodem kan dan minder water opnemen, waardoor er mogelijk wateroverlast ontstaat. Grondwaterstanden zijn lastig te sturen, maar door het oppervlaktewaterpeil te sturen, proberen de waterschappen de schade door hoge grondwaterstanden te verkleinen. Om zo de wateroverlast voor agrariërs en inwoners zoveel mogelijk te beperken. Momenteel is het oppervlaktewaterpeil overal op peil.

  • Wie is dan verantwoordelijk?
    Waterschappen zijn niet verantwoordelijk voor wateroverlast door regenwater op te land of door te hoge grondwaterstanden. Daar zijn eigenaren en grondbezitters zelf verantwoordelijk voor. Goed hierbij om te weten is dat particulieren en (agrarisch) ondernemers kunnen zich verzekeren tegen schade aan gebouwen of gewassen door extreme weersomstandigheden, zoals de hevige neerslag van afgelopen tijd.

> Bekijk hier de Kamervragen
> Lees meer over wateroverlast
> Lees meer over grondwater

Uniebestuurder Sander Mager namens waterschappen op Europees event Resilient Regions

1 juli 2024

Op donderdag 27 juni sprak Uniebestuurder Sander Mager namens de waterschappen op het Europese evenement ‘Resilient Regions: Healthy Water and Soil for our Citizens' in Brussel. De bijeenkomst was onderdeel van de Europese Green Week, met als centrale thema waterweerbaarheid in Europa. In zijn presentatie ging hij in op de zorgwekkende stoffen in ons water.



Aanpak bij de bron

Onder PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen) vallen meer dan 15.000 chemische stoffen die slecht zijn voor mens en milieu en niet afbreken in de natuur. Voor een goede waterkwaliteit is het van belang dat de vervuiling door deze stoffen bij de bron wordt aangepakt. Dit kan via de Europese wetgeving, echter gaat dat op dit moment niet snel genoeg. Namens de waterschappen pleitte Mager voor een snelle implementatie van het zogenoemde restrictievoorstel (verbod) voor een groep PFAS.

Dit voorstel is ingediend door Nederland, Noorwegen, Zweden, Duitsland en Denemarken bij het Europees Chemicaliën agentschap ECHA. De waterschappen vinden een zo breed mogelijk verbod wenselijk. Hoe eerder de productie van PFAS stopt, hoe beter dit is voor de leefomgeving. Andere sprekers belichtten de problematiek rondom drinkwatervervuiling door PFAS, maar bijvoorbeeld ook een PFAS-vrije productie van zonnepanelen.

Sander Mager.

Bijdrage circulaire doelen

Een verbod op het gebruik van deze stoffen draagt niet alleen bij aan de gezondheid van mens en milieu, maar ook aan de circulaire doelen van de waterschappen. Dit lichtte Mager toe in zijn presentatie. Waterschappen willen in 2050 klimaatneutraal en circulair zijn. Ze zuiveren het rioolwater al steeds duurzamer en efficiënter, maar de druk op het water in Nederland neemt ook steeds meer toe. De waterschappen zien ook steeds meer schadelijke stoffen terug in het water. Naast PFAS zijn dat bijvoorbeeld plastics, rubber, medicijnresten en cosmetica.

Ieder jaar verschijnen bovendien duizenden nieuwe chemische stoffen. Veel van die stoffen eindigen vroeg of laat in het water of de bodem, een zorgwekkende trend die gekeerd moet worden. Een aanpak bij de vervuilingsbron kan hier veel in betekenen. Het water dat op de rioolwaterzuiveringsinstallatie binnenkomt bevat namelijk veel grondstoffen, en minder vervuiling zorgt voor schonere grondstoffen. Zo kunnen waterschappen achttien verschillende grondstoffen uit dit water terugwinnen, zoals cellulose, fosfaat, bioplastics en vetzuren, Kaumera en biomassa, maar bovenal het water zelf. Daarmee werken de waterschappen aan een gezond water- en bodemsysteem en een waterweerbaar Nederland en Europa.

Dutch Water Authorities

De Nederlandse waterschappen werken internationaal samen, onder andere met Europese partners. Daarnaast beïnvloedt Europese wetgeving nationale wetgeving en heeft het directe gevolgen voor de Nederlandse waterschappen. Dutch Water Authorities, Bureau Brussel, vertegenwoordigt de waterschappen in Europa.

> Lees meer over het internationale werk van de waterschappen

Waterschappen leveren inbreng voor commissiedebat Water

3 juni 2024

Op dinsdag 25 juni is het jaarlijkse commissiedebat Water in de Tweede Kamer. De waterschappen stuurden hun aandachtspunten naar de commissieleden, verdeeld over de thema's waterveiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit en de sturende rol van water en bodem in ruimtelijke plannen.



Waterveiligheid

Door zeespiegelstijging zijn er in de toekomst hogere en bredere dijken nodig. Beide investeringen kosten veel ruimte en geld. Tot en met 2028 hebben het Rijk en de waterschappen hiervoor financiële afspraken gemaakt. Het Landelijk Veiligheidsbeeld toont echter aan dat de opgave voor dijkversterkingen tot 2050 nog groter is dan de periode ervoor. Daarom zijn er voor deze periode nieuwe afspraken nodig over de gedeelde financiering. Dat vraagt ook om een jaarlijkse verhoging van de bijdrage van de waterschappen.

Waterkwaliteit

Het is zeer de vraag of Nederland de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) gaat halen, schrijven de waterschappen in hun inbreng. Ze zetten hiervoor alle zeilen bij. Uit de tussenevaluatie blijkt dat in meer dan de helft van de KRW-meetpunten een goede toestand voor nutriënten (stikstof en fosfor) reëel is, maar onvoldoende om alle doelen in 2027 te halen. De waterschappen onderzoeken nu waar en in hoeverre controle op industriële lozingen kan bijdragen aan vermindering van zorgwekkende stoffen in het water. 

Sturende rol van water en bodem

Extreem weer doet zich steeds vaker en heviger voor. Om schade en overlast aan woningen te voorkomen, moeten woningbouwprojecten waterbestendig worden uitgevoerd. De waterschappen pleiten daarom voor het opnemen van toekomstbestendige bouwvoorschriften in het Bouwbesluit, een afdwingbare watertoets en een waterlabel voor huizen. Zelf kunnen de waterschappen alleen regels opstellen die betrekking hebben op het watersysteem, niet op de ruimtelijke inrichting.

Waterkwantiteit

De waterschappen willen beter zicht op grondwateronttrekkingen, met name in gebieden waar de watervoorraad onder druk staat. Een landelijke vergunningsplicht voor alle grondwateronttrekkingen vinden de waterschappen niet doelmatig. Ze zoeken de oplossing daarom in een lokale aanpak. De focus ligt daarbij in eerste instantie op gebieden die gevoelig zijn voor droogte.  

> Lees de volledig inbreng

Tien jaar HWBP: klein feestje voor alle Dijkwerkers

28 maart 2024

De 21 waterschappen werken met Rijkswaterstaat samen aan de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken: Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Ruim 1000 dijkwerkers inspireerden elkaar tijdens de jaarlijkse Dijkwerkersdag op 28 maart. Naast ontmoeten en het delen van kennis, vierden ze samen ook een klein feestje omdat het HWBP tien jaar bestaat.

hwbp-dijk

Applaus voor alle dijkwerkers

Om overstromingen in Nederland te voorkomen wordt er binnen het HWBP tot 2050 in heel Nederland 2.000 kilometer aan dijken en 400 sluizen en gemalen versterkt. Bestuurder Jeroen Haan van de Unie van Waterschappen: “Ook het afgelopen jaar is er veel werk verzet door alle dijkwerkers. Bijvoorbeeld tijdens het werk aan de vele dijkversterkingsprojecten in Nederland. Maar ook tijdens het hoog water in de kerstvakantie van 2023. Zonder mopperen beheerden dijkwerkers en andere waterbeheerders dag en nacht met grote betrokkenheid onze dijken, gemalen en pompen om Nederland veilig te houden. Tijdens de Dijkwerkersdag verdienen ze nogmaals een groot applaus.”  

10 jaar Hoogwaterbeschermingsprogramma

Om overstromingen in Nederland te voorkomen, wordt er tot 2050 in heel Nederland niet 1500 maar 2000 kilometer aan dijken en 400 sluizen en gemalen versterkt en opgeknapt. De opgave groeit snel, onder andere door extremer weer. Daarvoor is menskracht, materieel, geld en ruimte nodig. “Het is belangrijk dat we in de toekomst voldoende ruimte voor onze rivieren en voor dijkversterking en -uitbreiding creëren”, aldus Haan. “Dat geldt ook voor financiële middelen in het Deltafonds voor de financiering van Dijkversterkingen.”

Volgens de nieuwste inzichten door de landelijke beoordelingsronde primaire keringen is er tot het jaar 2050 een grotere investering nodig. Niet € 13 miljard maar een investering van € 24 miljard nodig om de primaire waterkeringen in Nederland op orde te houden. Hierover zijn de waterschappen met het Rijk in gesprek. Haan: “10 jaar HWBP is een prachtige mijlpaal en een mooi natuurlijk moment om samen met alle waterpartners te kijken wat er beter en anders kan. Kunnen we bijvoorbeeld meer van elkaar leren? Kunnen we projecten vergelijkbaarder maken om meer snelheid en kostenbesparing te creëren? Met alle kennis en ervaring die we nu hebben opgedaan, gaan we de komende jaren al die kilometers dijk in Nederland versterken om Nederland veilig te houden.”

Over het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)

De waterschappen beschermen Nederland tegen overstromingen. Zonder goed beheer aan dijken, duinen en andere waterkeringen door onze dijkwerkers zou 60 procent van Nederland regelmatig overstromen. In het kader van het HWBP versterken de waterschappen samen met Rijkswaterstaat in de komende 30 jaar waar nodig de primaire waterkeringen. Samen zijn deze keringen 3.500 kilometer lang. Kijk voor meer informatie op www.hwbp.nl.

> Bekijk ook de themapagina over het Hoogwaterbeschermingsprogramma

Hoogwaterpiek nadert Nederland: waterschappen alert

14 december 2023

Dit weekeinde bereikt een hoogwaterpiek de grote rivieren in Nederland. Het gaat om smeltwater uit de Alpen. De waterschappen houden de situatie nauwlettend in de gaten, maar voorzien geen problemen.

hoogwater

De komende dagen zijn er verhoogde waterstanden in meerdere gebieden in Nederland, zoals in waterschap Drentse Overijsselse Delta, waterschap Rivierenland en hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. De hoogwaterpiek komt volgens de voorspelling hoger uit dan de vorige piek in november. Gemalen draaien om overtollig water af te voeren. Om water tijdelijk op te slaan, zijn bergingsgebieden ingezet. De waterschappen controleren de dijken, stuwen en duikers regelmatig, zodat er snel geschakeld kan worden bij eventuele overlast of schade. Omdat de weersvoorspellingen voor de komende dagen weinig neerslag laten zien, verwachten de waterschappen geen grote problemen.

Verhoogde waterstanden

De hoogwaterpiek wordt veroorzaakt door regen en smeltwater uit de Alpen. Vooral op de grote rivieren die in beheer zijn van Rijkswaterstaat zal dit zichtbaar zijn door ondergelopen uiterwaarden.  Ook in andere rivieren, beken en vaarten die in beheer zijn van de waterschappen stijgt de waterstand door de hoge rivierstanden, maar ook door de vele neerslag die de afgelopen weken bij ons en in de buurlanden om ons heen is gevallen.

Water vasthouden voor droge periodes

De grondwaterstanden zijn overal in het land aangevuld en tot boven normaal gestegen. De waterschappen slaan het water zoveel mogelijk op in het water- en bodemsysteem voor drogere periodes. De grond is echter op veel plekken verzadigd en neemt geen regenwater meer op. Om wateroverlast te voorkomen, voeren veel waterschappen daarom overtollig water af naar zee en de grote rivieren.

> Lees meer over het thema waterkwantiteit

> Lees meer over de verhoogde waterstanden op de website Ons Water

Waterschappen deden mee aan grootschalige cyberoefening ISIDOOR

De Unie van Waterschappen en 6 waterschappen deden begin december mee aan ISIDOOR 2023, de grootste cyberoefening van Nederland. In totaal namen 3000 medewerkers van meer dan 120 publieke en private organisaties deel aan de oefening. Het voornaamste doel voor de waterschappen was het testen en verstevigen van de samenwerking tussen de onderlinge waterschappen, de Unie van Waterschappen, CERT Watermanagement (CERT-WM) en het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing.

isidoor-cyberoefening-vrouw achter computer

Waterschappen fictief gehackt

De ISIDOOR-oefening wordt jaarlijks georganiseerd door het ministerie van Justitie en Veiligheid en duurde 3 dagen. Hierin werden de waterschappen fictief gehackt. “We oefenden welke afwegingen je dan maakt, en hoe je opereert als sector in plaats van als individueel waterschap”, vertelt Aart Los, beleidsadviseur Waterveiligheid en Crisisbeheersing bij de Unie van Waterschappen. “Ons hoofddoel was om beter op elkaar in te spelen, zodat we beter zijn voorbereid op een eventuele cybercrisis. Zo’n crisis kan bijvoorbeeld kantoorsystemen aantasten, maar ook bedieningssystemen van zuiveringen en gemalen. En voor de meeste waterschappen is cyberveiligheid minder bekend terrein dan bijvoorbeeld hoogwater of piekbuien.”

Schakel tussen ministeries en waterschappen

“De Unie van Waterschappen doet jaarlijks mee aan de cyberoefening vanuit onze formele liaisonrol”, vervolgt Los. “Dat betekent dat we in geval van een crisis de informatiemakelaar zijn tussen de ministeries en de waterschappen. Dus ook bij een cybercrisis zijn we de schakel daartussen.” In totaal deden tientallen medewerkers van de waterschappen mee.

Leerpunten en evaluatie ISIDOOR

Het grootste leerpunt uit de oefening? “Dat we de crisiscoördinatoren en cyberexperts van de waterschappen meer moeten samenbrengen”, antwoordt Los. “Het liefst door structurele overleggen in te plannen, zodat we nog meer naar elkaar toe groeien, dezelfde taal spreken en dezelfde procedures volgen. We willen elkaar dus meer gaan zien en opzoeken. Daarnaast heeft CERT-WM de waterschappen goed bijgestaan.” In 2024 gaan de waterschappen verder met de opgedane inzichten.

> Lees meer over crisisoefening ISIDOOR 2023

Co Verdaas nieuwe deltacommissaris

13 oktober 2023

De ministerraad stemde op 13 oktober in met de benoeming van Co Verdaas tot regeringscommissaris voor het Nationaal Deltaprogramma. Verdaas is voorgedragen op voorstel van minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat. Hij start begin december met zijn werkzaamheden als deltacommissaris. Op dit moment is Verdaas dijkgraaf van waterschap Rivierenland. Hij wordt na Wim Kuijken en Peter Glas de derde deltacommissaris.

Co Verdaas nieuwe deltacommissaris

Voorzitter Rogier van der Sande van de Unie van Waterschappen is verheugd over de benoeming: ”Co Verdaas heeft als dijkgraaf van waterschap Rivierenland, hoogleraar gebiedsontwikkeling aan de TU Delft en al zijn andere bestuurlijke rollen ruime ervaring met de wateropgaven in Nederland. Hij kan als geen ander het belang van water verbinden aan de andere grote opgaven die een beslag leggen op onze ruimte. Ik ben ervan overtuigd dat hij als deltacommissaris een grote bijdrage gaat leveren aan een klimaatbestendige toekomst van onze delta”.

Deltacommissaris

Als onafhankelijk regeringscommissaris bewaakt de deltacommissaris de voortgang van het Nationaal Deltaprogramma. In het Deltaprogramma werken overheden en kennisinstellingen met maatschappelijke organisaties en bedrijven samen om Nederland op de lange termijn te beschermen tegen overstromingen en weersextremen en te zorgen voor voldoende zoetwater. De deltacommissaris rapporteert ieder jaar op Prinsjesdag over de uitvoering van het Deltaprogramma en adviseert het kabinet gevraagd en ongevraagd over vraagstukken op het gebied van klimaatadaptatie. Kijk voor meer informatie over het Deltaprogramma op deltaprogramma.nl.

Deltacommissaris: Vaart maken én grenzen stellen voor onze waterveiligheid

20 september 2023

Op Prinsjesdag is het Deltaprogramma voor 2024 gepresenteerd en aangeboden aan de Tweede Kamer. Hierin roept de deltacommissaris op om vaart te maken met de opgaven voor waterveiligheid, zoetwater en ruimtelijke adaptatie. Maak scherpere keuzes over waar we wel en niet bouwen, waar we ruimte creëren om water op te slaan voor droge perioden en waar we ruimte reserveren voor toekomstige dijkversterkingen.

dijkinspectie voor waterveiligheid

Deltacommissaris Peter Glas roept vandaag in zijn advies bij het Deltaprogramma 2024 op om tempo te blijven maken. En ook om op termijn voldoende geld te reserveren voor het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering. ”We moeten ons beter voorbereiden op wateroverlast, droogte en hitte. Want de klimaatverandering zet door en de gevolgen zijn nu al merkbaar. Tegelijkertijd wordt steeds duidelijker dat niet alles kan als we willen dat Nederland veilig en leefbaar blijft en klimaatbestendig wordt. Nederland is één groot mensgemaakt water- en bodemsysteem. Dit op orde krijgen en in balans houden verdraagt geen uitstel.”

‘Nu voor later’

In het Deltaprogramma 2024, getiteld ‘Nu voor later’, wordt gesignaleerd dat de kosten voor de maatregelen om ons land aan te passen aan klimaatverandering toenemen. Onder meer vanwege de krapte op de markt en de beschikbaarheid van grondstoffen. De deltacommissaris maakt zich zorgen of er tot 2050 voldoende geld is gereserveerd in het Deltafonds voor de uitvoering van de maatregelen uit het nationaal Deltaprogramma.

Samenhangende aanpak

De waterschappen zijn actieve partners in het Deltaprogramma. Ze herkennen zich in de oproep van de deltacommissaris voor voldoende financiële middelen in het Deltafonds. Daarnaast onderschrijft de Unie van Waterschappen het belang van een krachtige regie en samenhangende aanpak om Nederland klimaatbestendig in te richten. De opgaven voor energie, woningbouw, landbouw en natuur moeten aangepakt worden binnen de grenzen die water en bodem aan ons stellen, zodat we veilig met water kunnen blijven leven, wonen en werken in Nederland.

> Kijk op de website van het Deltaprogramma voor het volledige bericht

Nederlander banger voor waterramp dan 3 jaar geleden

6 februari 2023

In vergelijking met 2020 zijn Nederlanders nu banger om door rampen, zoals dijkdoorbraken, overstromingen vanuit zee en droogte, getroffen te worden. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Ook maakt men zich een stuk vaker zorgen over mogelijke overstromingen in hun eigen woonomgeving.

primaire waterkering: dijk in polder met blauwe lucht en wolk

Toch blijkt uit het onderzoek ook dat 65 procent van de Nederlanders niet weet welke dijk hun woonomgeving beschermt. Die onbekendheid willen de Nederlandse waterpartners verminderen.

Selfie op een dijk

Daarom vragen alle dijkwerkers van maandag 6 tot en met vrijdag 10 februari aandacht voor waterveiligheid. Dat gebeurt onder andere met een online challenge. Met de vraag ‘welke dijk beschermt jou’ worden alle waterschappers en ook alle inwoners van Nederland opgeroepen om een selfie te maken op een dijk. Deel ‘m op 10 februari via een social mediakanaal naar keuze met de hashtags #WelkeDijkBeschermtJou en #MijnDijkOnsLand.

Waterveiligheid is topprioriteit

Want waterveiligheid is nooit vanzelfsprekend. De aandacht voor de herdenking en de verhalen over de watersnoodramp maakten voor veel mensen weer duidelijk hoe belangrijk het is om ons land goed te beschermen tegen water. Met de lage ligging van ons land en het veranderende klimaat blijft waterveiligheid iedere dag topprioriteit. De waterschappen en Rijkswaterstaat inspecteren en onderhouden de waterkeringen in Nederland permanent. Zonder onze dijken zou ruim 60 procent van Nederland kunnen overstromen.

Bekijk het onderzoek van het Hoogwaterbeschermingsprogramma
Editie van tijdschrift Het Waterschap over waterveiligheid