Decentrale overheden informeren Kamerleden over Regionale Energiestrategie

2 juli 2021

30 regio’s in Nederland werken intensief samen aan een aanpak voor het opwekken van duurzame energie in 2030: de Regionale Energiestrategie (RES). Tijdens een briefing in de Tweede Kamer op 1 juli hebben de decentrale overheden Kamerleden bijgepraat over de stand van zaken.



De plannen van de regio’s zoals die er nu liggen, tellen gezamenlijk op tot zo’n 55 Terawattuur (TWh). Dat is een goed uitgangspunt voor het werken aan het doel van 35 TWh hernieuwbaar opgewerkte energie in 2030.

Aquathermie en groen gas

Namens de Unie van Waterschappen onderstreepte bestuurslid Dirk-Siert Schoonman ook voor het waterbeheer het belang van de bestrijding van de klimaatcrisis. Hij benadrukte de mogelijkheden van warmtebronnen als aquathermie en groen gas. Groot voordeel van deze warmtebronnen is dat ze geen beslag leggen op de kostbare ruimte zoals windmolens. Bovendien is het potentieel groot.

Duidelijker keuzes

In het buitenland worden deze warmtebronnen al lang en breed toegepast. Het is dan wel nodig dat het rijk duidelijker keuzes maakt voor de aanleg van warmtenetwerken en voor stimulering van deze warmtebronnen. Bijvoorbeeld door een bijmengverplichting voor groen gas voor woonwijken.

Bescherming natuur

De decentrale overheden zijn trots op wat zij tot nu toe hebben bereikt. Er zijn nog wel knelpunten. Denk aan zorgen rond de netwerkcapaciteit en bescherming van natuur en landschap. De aanwezige Tweede Kamerleden bekritiseerden vooral het gebrek aan betrokkenheid van inwoners dat op veel plaatsen wordt gevoeld.

Zorgvuldigheid

Schoonman vindt zorgvuldigheid in de uitvoering en betrokkenheid van inwoners belangrijk. Hij zei dat de structuur van de RES het beste instrument is dat we hiervoor hebben, al zal zo’n proces nooit zonder weerstand verlopen.

Financiering

Tot slot maakte Schoonman een punt over de continuïteit van de RES’en. Om de klimaatdoelen te realiseren zijn de RES’en hard nodig. Financiering tot 2022 moet daarom gegarandeerd worden.

Wat is een Regionale Energiestrategie?

De decentrale overheden hebben 30 regio’s gevormd die een Regionale Energiestrategie (RES) maken. Gemeentes, provincies en waterschappen werken in de RES’en samen met inwoners, maatschappelijke partijen, energiecoöperaties, netbeheerders en het rijk. Doel is het realiseren van hernieuwbare energie op land (35 TWh in 2030) en het zoeken naar duurzame warmtebronnen als alternatief voor het aardgas waarmee huizen en gebouwen verwarmd worden. Het werken aan de RES is één van de maatregelen die voortvloeien uit het Klimaatakkoord. De gehele opgave reikt tot 2030 en uiteindelijk tot volledige klimaatneutraliteit in 2050.

Zie ook: Website Regionale Energiestrategie

Op de foto: Het lossen van een tankwagen met reststoffen bij een biogasinstallatie op het terrein van de rioolwaterzuivering (RWZI) in Apeldoorn.

6 gemeentes krijgen rijksbijdrage voor ‘proeftuin aardgasvrij’ met aquathermie

27 oktober 2020

Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kent 19 gemeentes een rijksbijdrage toe voor het aardgasvrij of aardgasvrij-ready maken van een dorp, wijk of buurt. Van deze 19 gemeentes zijn er 6 geselecteerd voor een proeftuin met aquathermie.



Het gaat om thermische energie uit oppervlaktewater (TEO) in Amsterdam, Doesburg en Venlo. De gemeentes Apeldoorn, Arnhem en Deventer gaan aan de slag met thermische energie uit afvalwater (TEA).

Meer kennis en ervaring

Meindert Smallenbroek, stuurgroepvoorzitter van het Netwerk Aquathermie en algemeen directeur van de Unie van Waterschappen: “Wij zijn blij met deze ontwikkeling. De proeftuinen aquathermie leveren gemeentes, waterschappen en hun partners nog meer kennis en ervaring op. Die kunnen we goed toepassen bij de opschaling van aquathermieprojecten. Het helpt om de Green Deal Aquathermie nog meer tot een succes te maken.”

Meer belangstelling voor aquathermie

Deze grotere rijksbijdrage aan aquathermieprojecten weerspiegelt ook de toenemende belangstelling voor en ontwikkeling van aquathermie de afgelopen 2 jaar, aldus Erik Kraaij, programmamanager van het Netwerk Aquathermie.

Haalbaar en betaalbaar

In het Programma aardgasvrije wijken (PAW) doen gemeenten en hun partners kennis en ervaring op om bestaande wijken haalbaar en betaalbaar te verduurzamen. In oktober 2018 zijn de eerste 27 gemeenten gestart.

Meer volume, meer variatie

Met deze tweede ronde komt het aantal proeftuinen in totaal op 46. Die omvatten in totaal circa 35.000 woningen en ander gebouwen. Met de toevoeging van 19 nieuwe proeftuinen ontstaat naast meer volume ook meer variatie. Onder meer in de beoogde warmtetechnieken, de manier waarop bewoners meedoen en in het type wijken en woningen.

‘Rode draden’ in kaart

Daarnaast zijn proeftuinen geselecteerd vanwege de verbinding met andere opgaven, inclusief klimaatadaptatie en circulair bouwen. De toename van het aantal proeftuinen maakt het mogelijk om ‘rode draden’ in kaart te brengen. Waar kan het beste worden begonnen en welke aanpak werkt in welke situatie?

Programma aardgasvrije wijken

In het interbestuurlijke Programma aardgasvrije wijken (PAW) werken het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten samen om gemeenten en betrokken partijen zo goed mogelijk te ondersteunen in de aardgasvrije opgave.

Dit draagt bij aan de doelstelling uit het Klimaatakkoord om 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen te verduurzamen in de periode tot en met 2030. Het doel van het programma is om te leren op welke manier het aardgasvrij maken van wijken kan worden ingericht en opgeschaald. Binnen het PAW worden uiteindelijk naar verwachting circa 50.000 woningen en andere gebouwen verduurzaamd.

Meer informatie over tweede ronde proeftuinen aardgasvrij