Nederlander banger voor waterramp dan 3 jaar geleden

6 februari 2023

In vergelijking met 2020 zijn Nederlanders nu banger om door rampen, zoals dijkdoorbraken, overstromingen vanuit zee en droogte, getroffen te worden. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Ook maakt men zich een stuk vaker zorgen over mogelijke overstromingen in hun eigen woonomgeving.



Toch blijkt uit het onderzoek ook dat 65 procent van de Nederlanders niet weet welke dijk hun woonomgeving beschermt. Die onbekendheid willen de Nederlandse waterpartners verminderen.

Selfie op een dijk

Daarom vragen alle dijkwerkers van maandag 6 tot en met vrijdag 10 februari aandacht voor waterveiligheid. Dat gebeurt onder andere met een online challenge. Met de vraag ‘welke dijk beschermt jou’ worden alle waterschappers en ook alle inwoners van Nederland opgeroepen om een selfie te maken op een dijk. Deel ‘m op 10 februari via een social mediakanaal naar keuze met de hashtags #WelkeDijkBeschermtJou en #MijnDijkOnsLand.

Waterveiligheid is topprioriteit

Want waterveiligheid is nooit vanzelfsprekend. De aandacht voor de herdenking en de verhalen over de watersnoodramp maakten voor veel mensen weer duidelijk hoe belangrijk het is om ons land goed te beschermen tegen water. Met de lage ligging van ons land en het veranderende klimaat blijft waterveiligheid iedere dag topprioriteit. De waterschappen en Rijkswaterstaat inspecteren en onderhouden de waterkeringen in Nederland permanent. Zonder onze dijken zou ruim 60 procent van Nederland kunnen overstromen.

Bekijk het onderzoek van het Hoogwaterbeschermingsprogramma
Editie van tijdschrift Het Waterschap over waterveiligheid

Eerste landelijke beoordelingsronde primaire waterkeringen afgerond

12 januari 2023

Vanaf 2017 hebben waterschappen en Rijkswaterstaat de Nederlandse primaire waterkeringen (dijken, sluizen en gemalen) beoordeeld volgens de nieuwste veiligheidsnormen. Deze eerste Landelijke Beoordelingsronde Overstromingskans van primaire waterkeringen (LBO-1) is nu afgerond. Bijna de helft van alle trajecten voldoet al aan de strengere eisen die in 2050 gelden.

Een graafmachine aan het werk op een dijk.

Vanaf 2017 hebben waterschappen en Rijkswaterstaat de Nederlandse primaire waterkeringen (dijken, sluizen en gemalen) beoordeeld volgens de nieuwste veiligheidsnormen. Deze eerste Landelijke Beoordelingsronde Overstromingskans van primaire waterkeringen (LBO-1) is nu afgerond. Bijna de helft van alle trajecten voldoet nu aan de normen.

Keringen die nog niet voldoen aan de strengere eisen, zijn op dit moment veilig. Ze worden op termijn versterkt in het Hoogwatersbeschermingsprogramma (HWBP). Afgesproken is dat in 2050 alle keringen moeten voldoen aan de strenge eisen die voor de verwachte situatie in 2050 gelden. Er is dus nog genoeg tijd om de keringen te versterken.

Nieuwe veiligheidsnormen zijn strenger

De primaire waterkeringen beschermen Nederland tegen overstromingen van bijvoorbeeld Noordzee, Waddenzee, IJsselmeer, Markermeer en de grote rivieren en meren. Sinds 2017 werken de waterschappen en Rijkswaterstaat met nieuwe, strengere normen voor waterveiligheid. Ze gaan uit van de kans op het bezwijken van een dijk en houden rekening met:

  • de effecten van klimaatverandering;
  • de gevolgen van het overstromen van het achterliggende gebied op de inwoners;
  • de economische waarde.

Zo sterk als de zwakste schakel

Hoe groter de te beschermen waarde, hoe kleiner de kans op overstromen mag zijn. En dus hoe strenger de norm. Als een dijktraject bij de beoordeling niet voldoet aan de norm, betekent dat niet automatisch dat het héle traject versterkt moet worden. De werkwijze gaat uit van de zwakste schakel in een ketting. Op basis van het oordeel wordt onderzocht welke maatregelen nodig zijn om aan de nieuwe veiligheidsnormen te voldoen.

Waterveiligheid blijft topprioriteit

Jeroen Haan, bestuurslid van de Unie van Waterschappen met waterveiligheid in zijn portefeuille: “Met de lage ligging van ons land en het veranderende klimaat blijft waterveiligheid topprioriteit. De waterschappen en Rijkswaterstaat inspecteren en onderhouden de waterkeringen in Nederland permanent. En als er een vermoeden is van een acute onveilige situatie grijpen ze direct in.”

Landelijk veiligheidsbeeld

De beoordelingsresultaten van LBO-1 zijn ingediend bij de toezichthouder: de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT). Op basis hiervan presenteert de minister van Infrastructuur en Waterstaat eind 2023 het Landelijke Veiligheidsbeeld aan de Tweede Kamer. Hierin zijn de resultaten van alle waterschappen en Rijkswaterstaat gebundeld. Ook staat er een verwachte kosteninschatting van de mogelijke versterkingsopgave in. Vooruitlopend hierop bespreken de waterschappen en Rijkswaterstaat de resultaten met de (algemeen) besturen en achterban.

Het werk is nooit af

In de wet staat dat primaire keringen iedere 12 jaar worden beoordeeld op basis van de meest actuele kennis, zoals nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI. Waterschappen en Rijkswaterstaat starten in 2023 met de voorbereidingen voor een nieuwe beoordelingsronde tot 2035 (LBO-2). Ze doorlopen het hele proces opnieuw. Daarbij maken ze gebruik van de resultaten en ervaringen uit de eerste beoordelingsronde.

Het Hoogwaterbeschermingprogramma

Tot en met 2050 versterken en vernieuwen de waterschappen en Rijkswaterstaat de primaire waterkeringen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Het gaat om ongeveer 1.500 kilometer aan dijken en 400 sluizen en gemalen in heel Nederland. Dit is de grootste waterveiligheidsoperatie sinds de Deltawerken. Het versterkingsprogramma is al goed op stoom. De resultaten uit de beoordelingsronde zijn belangrijke input voor de opgave en prioritering van het HWBP. Alle primaire keringen moeten uiterlijk in 2050 aan de strengere normen voldoen.

> Folder: Beoordelingen van primaire keringen

> Speciale editie van tijdschrift Het Waterschap over waterveiligheid

> Projectenboek met alle huidige projecten van het HWBP per waterschap

Minister Harbers op bezoek bij dijkversterkingsproject

8 december 2022

Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat bezocht op 7 december het dijkversterkingsproject Gorinchem-Waardenburg. Hier versterkt waterschap Rivierenland 23 kilometer dijk.



De minister ging daarna in gesprek met de Commissie Waterkeringen (CWK) van de 21 waterschappen over de uitdagingen van de gezamenlijke dijkversterkingsopgave: het verbeteren van 1.500 kilometer aan dijken en 400 sluizen en gemalen.

Ontzettend knap

“Als je op de dijk staat, zie je pas echt hoe ontzettend knap het is wat onze waterschappen doen”, zei Harbers. “Een lang stuk dijk wordt hier klaargemaakt voor de toekomst. Ik vind dat heel Nederland beschermd moet blijven tegen het stijgende zeewater en het stijgende rivierpeil bij extreme buien. Daarom voeren we nu samen de grootste dijkversterkingsoperatie uit sinds de Deltawerken.”

Verantwoordelijkheid pakken

Tijdens het gesprek stond ook de voortgang van het HWBP op de agenda. Jeroen Haan, als bestuurder bij Unie van Waterschappen verantwoordelijk voor waterveiligheid: “Het was een goed gesprek met de minister met veel en diverse bijdragen. Het is goed om te zien hoe de bestuurders van de waterschappen zich (mede)eigenaar voelen van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Waterschappen pakken de verantwoordelijkheid om dijkversterking in hun projecten te realiseren waardoor de waterveiligheid in Nederland toeneemt”.

1.500 kilometer dijk versterken

Met het Hoogwaterbeschermingsprogramma worden 1.500 kilometer aan dijk en 400 sluizen en gemalen versterkt. In 2050 moet deze grote klus zijn afgerond. Mark Harbers ging in ieder geval tevreden naar huis. “Vandaag heb ik de bezieling en bevlogenheid achter de saaie voortgangsrapportages gezien”, zei hij voordat hij in de auto stapte.

Lees het uitgebreide verslag op de website van het Hoogwaterbeschermingsprogramma

Extra bijeenkomst Commissie Waterkeringen over stabiliteit HWBP

13 december 2021

De Uniecommissie Waterkeringen (CWK) is op 3 december een keer extra bij elkaar gekomen. Er is gesproken over 2 adviezen over de stabiliteit van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).



De bestuurlijke werkgroep Stabiliteit en de Adviesraad werkten dit jaar aan deze adviezen om de aanhoudende instabiliteit en onvoorspelbaarheid in de uitvoering van het HWBP aan te pakken.

Adviezen

Het advies van de bestuurlijke werkgroep Stabiliteit gaat in op onder meer flexibeler programmeren, bestuurlijk meer sturen op tijd en geld, risico’s meer zelf dragen bij vertragingen, vergroten voorspelbaarheid van de solidariteitsbijdragen, en meer investeren aan de voorkant van een project.
Het advies van de Adviesraad gaat in op onder andere doorgroeien naar een gezamenlijke gedragen programmasturing, een meer gemeenschappelijke toon in communicatie en meer kennisuitwisseling.

Goede kwaliteit

De CWK is blij met de kwaliteit van de adviezen. De problematiek en de gegeven adviezen zijn duidelijk doorleefd. De commissie heeft beide adviezen omarmd, ondanks enkele kanttekeningen.

Eén ontwikkelagenda

De commissie adviseert om één ontwikkelagenda te maken voor beide adviezen. Daarin moet een deel gericht zijn op de korte termijn (optimalisatie) en een deel op de lange termijn (transformatie). De ontwikkelagenda bevat dan ook een verdiepingsslag en concretisering, waaronder het in beeld brengen van de impact. In de ontwikkelagenda staat ook het vervolgproces: wie doet wat? De vorm volgt daarbij de inhoud van de agenda.

Bestuurlijk en ambtelijk

Het is noodzakelijk om onderscheid te maken tussen de bestuurlijke tafel en de ambtelijke tafel, en tussen wat de waterschappen zelf moeten doen en wat de alliantie samen moeten doen. De CWK roept op om bij de uitwerking zoveel mogelijk gebruik te maken van de reguliere overlegvormen.

Terugblik op de commissie Waterkeringen van 26 mei

22 juni 2021

26 mei kwam de commissie Waterkeringen (CWK) weer bij elkaar. Er werd onder meer gesproken over de subsidieregeling van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en de beoordeling van primaire keringen. Een samenvatting.



Vervolg evaluatie subsidieregeling HWBP: kleine kans, groot gevolg

In 2019 is de subsidieregeling HWBP geëvalueerd. In 2020 en 2021 hebben de betrokken partijen, waaronder de Unie van Waterschappen, gewerkt om de aanbevelingen en vebeterpunten van de evaluatie uit te werken.

De CWK heeft de voorkeur om variant 1 van de subsidieregeling van het HWBP uit te proberen. Variant 1 houdt in dat er wordt uitgekeerd op het moment dat zich een risico met een kleine kans voordoet maar met een groot gevolg. Het gaat om risico’s die vooraf gekwantificeerd kunnen worden en om risico’s die alleen kwalitatief benoemd kunnen worden.

De CWK wil afspraken maken over de proef. Als variant 1 in de proef toch niet de juiste oplossing is voor subsidies die beter passen bij de werkelijke kosten, kan variant 3 een alternatief zijn. Variant 3 houdt in dat er wordt uitgekeerd op het moment dat de raming in een bepaalde mate wordt overschreden. Daarbij is het ook belangrijk wat de resultaten van de evaluatie Waterwet zijn. Variant 3 past momenteel namelijk niet binnen de wet.

Vervolg evaluatie subsidieregeling HWBP: grondverwerving

De CWK besluit alle beslispunten over grondverwerving in september in zijn geheel te behandelen wanneer er ook een voorstel ligt als alternatief op het subsidiëren van het grondverwervingsbeleid van waterschappen.

Vervolg Evaluatie subsidieregeling HWBP: algemeen

De CWK stemt in met het delen van werkelijke kosten om van elkaar te leren en het referentiekader te blijven ontwikkelen. Bij het toepassen van het referentiekader moet oog blijven voor de diversiteit van de projecten. De afronding van de evaluatie wordt ter kennisname aangenomen.

Voortgang beoordelingen primaire keringen

De CWK bevestigt dat de bestuurlijke wil en ambitie er is om de beoordelingen van primaire keringen volgens planning af te ronden. Bestuurders houden vinger aan de pols. Het ‘directeuren aanjaagteam’ helpt waar nodig.

Financiering strategische samenwerking netbeheerders en waterschappen

Op 6 november 2020 heeft de CWK ingestemd met de oprichting van de strategische samenwerking netbeheerders en waterschappen (SSWN) en financiële bijdrage daaraan. De SSWN is, in navolging van de POV Kabels en Leidingen, opgericht om te zorgen voor betere samenwerking tussen waterbeheerders en netbeheerders. De CWK stemt nu in met het voorstel om de bijdrage evenredig te verdelen over de waterschappen.

Financiering boeggolf in de programmering HWBP in de jaren 2024 – 2025

De CWK stemt unaniem in met het voorstel dat de waterschappen 50 procent van de boeggolf voorfinancieren met projecten in 2024 en 2025. Ook stemt de CWK in met het vrijwaren van waterschap Amstel, Gooi en Vecht van voorfinanciering. Dit besluit is nog onder voorbehoud van afstemming met het dagelijks bestuur van enkele waterschappen.

Het besluit over de verdeling van de rentekosten wordt in september genomen. Er ligt dan een nieuw voorstel met varianten voor verdeling rentelasten en mogelijkheden om als waterschappen op vrijwillige basis gezamenlijk een lening aan te trekken.

Kadernota

De kadernota beschrijft de kaders voor het opstellen van de HWBP-programmering 2023 – 2034. De CWK geeft een positief advies aan de vertegenwoordiging in het programmabestuur HWBP.

College van Rijksadviseurs brengt advies uit over HWBP

24 juli 2020

De aanpak van waterveiligheidsopgaven kan volgens het College van Rijksadviseurs (CRa) meer kwaliteit opleveren als de verantwoordelijke overheden slimmer samenwerken. Dit is de kern van het advies “Van ‘sober en doelmatig’ naar ‘slim en doelmatig'” dat het CRa op 20 juli heeft aangeboden aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de programmadirectie van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).



Het HWBP is het programma waarin het Rijk met waterschappen en andere regionale overheden samenwerkt om in 2050 alle primaire waterkeringen te laten voldoen aan de wettelijke normen. Het HWBP heeft volgens het CRa door de veelheid en spreiding van de projecten minder dan haar voorganger Ruimte voor de Rivier het imago van een Groot Project, maar is dat nadrukkelijk wel. Het HWBP versterkt meer dan 1.000 kilometer waterkeringen.

Maatschappelijke meerwaarde

Het HWBP biedt volgens het CRa, naast het doel van verbeterde veiligheid, ook veel kansen om maatschappelijke meerwaarde te realiseren. Denk daarbij aan de zorg voor de kwaliteit van landschappen, dorpen en steden en daarbij behorende maatschappelijke en economische belangen. Het College ziet in haar advies voor alle betrokken overheden kansen om met de miljoeneninvesteringen een zo groot mogelijk rendement voor het publieke belang te realiseren.

Aandacht ruimtelijke kwaliteit

De Unie van Waterschappen is één van de alliantiepartners binnen het HWBP en onderschrijft het belang om de waterveiligheidsopgave aan te grijpen als kans om de ruimtelijke kwaliteit te vergroten. Dit thema krijgt binnen het HWBP dan ook veel aandacht. Dat wordt ook duidelijk door de vele voorbeelden hiervan die in het rapport worden aangehaald.

Vergelijken is lastig

Het College van Rijksadviseurs verwijst in het rapport vaak naar Ruimte voor de Rivier. De Unie van Waterschappen benadrukt dat het vergelijken van het HWBP met Ruimte voor de Rivier op dit punt lastig is. Dit project had ruim een miljard euro meer beschikbaar voor ruimtelijke ontwikkeling vanuit de algemene middelen. Ruimtelijk beleid is daarna gedecentraliseerd.

> Hoogwaterbeschermingsprogramma: van ‘sober en doelmatig’ naar ‘slim en doelmatig’