Tweede Kamer spreekt met waterschappen over funderingsschade

26 mei 2023

Op 25 mei vond in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek plaats over funderingsproblematiek. Door onder andere dalende grondwaterstanden hebben steeds meer huiseigenaren schade door verzakkingen. Het aanpakken van de funderingen van huizen om verzakking tegen te gaan is erg duur. Dirk-Siert Schoonman van de Unie van Waterschappen sloot aan bij het rondetafelgesprek om deze problematiek te bespreken.

Huis aan water

Als het grondwaterpeil langere tijd lager dan normaal is, kan dit leiden tot funderingsschade. In Nederland is de huiseigenaar hiervoor financieel verantwoordelijk. Er zijn verschillende oorzaken voor funderingsschade. Zo kan het grondwater te laag zijn door te veel onttrekkingen, door te weinig regenval of door te weinig aanvoer van water via de rivieren. Ook het kunstmatig laag houden van het peil van het oppervlaktewater kan een oorzaak zijn van funderingsschade.

Verantwoordelijkheid funderingsschade

Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “Op dit moment ligt de verantwoordelijkheid voor funderingsschade bij de huiseigenaar. De praktijk laat zien dat er echt te weinig handelingsperspectief is voor die huiseigenaar om hier zelf iets aan te doen. Daarom hebben de gezamenlijke overheden een verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat mensen niet met de vingers tussen de deur komen.”

Gezamenlijke aanpak vereist

Een landelijke gezamenlijke aanpak is belangrijk omdat het praktische onmogelijk is om per specifiek geval te bekijken waar de mogelijke oorzaak ligt. Het Nationaal Programma Aanpak Funderingsproblematiek voorziet hierin. Er is ook een landelijk loket waar woningeigenaren met funderingsschade zich kunnen melden en waar ze passende hulp krijgen: het landelijk kenniscentrum aanpak funderingsproblematiek. De deelnemers van het rondetafelgesprek noemden dit programma en kenniscentrum vaak.

Beslissen over peil oppervlaktewater

De waterschappen zijn verantwoordelijk voor het peilbeheer. Daarom werd er tijdens het rondetafelgesprek ook, door onder meer Laura Bromet (GroenLinks) en Hans Nijboer (PvdA), gewezen naar de waterschappen. De waterschappen nemen via een democratisch proces besluiten over het gewenste peil van het oppervlaktewater. In dit proces wegen ze verschillende belangen en behoeften in een gebied af. Het peil van het oppervlaktewater heeft invloed op de grondwaterstanden.

Geen kraantje om grondwater te regelen

Schoonman: “Door droogte of onttrekkingen in een gebied kan de grondwaterstand dalen, de waterschappen hebben dan geen kraantje om grondwater aan te vullen. Dat kan alleen indirect via de peilen van het oppervlaktewater. In geval van droogte is daar vaak niet voldoende water beschikbaar om waterstanden te verhogen. Met dalende grondwaterstanden en geen handelingsperspectief voor ons als waterbeheerder als gevolg.”

Voorkomen is beter dan genezen

Daarom vindt de Unie van Waterschappen het belangrijk dat in eerste plaats de oorzaak van de schade wordt aangepakt. Schoonman: “De oorzaak van dit probleem is niet helemaal weg te nemen: bij extreme droogte zullen grondwaterstanden blijven zakken en huizen staan nu eenmaal waar ze staan. We kunnen wel voorkomen dat er teveel water onttrokken wordt en schade in de toekomst beperken door goed naar de bodem te kijken voordat erop gebouwd wordt. Maak het water en -bodemsysteem leidend bij het bepalen waar je gaat bouwen: bouwen op een slappe bodem wordt afgeraden. En door water en bodem sturend te laten zijn voor de ruimte kunnen we meer doen.”

>Standpunt funderingsschade door grondwaterstanden

Waterkwaliteit van de kleine wateren in Nederland blijft zorgelijk: gezamenlijke aanpak nodig

18 november 2021

Het gaat nog steeds niet goed met de kwaliteit van kleine oppervlaktewateren in Nederland. Minder dan 1 op de 5 (17%) van de onderzochte wateren is van goede kwaliteit. Meer dan 80% heeft een matige tot slechte kwaliteit. Dat blijkt uit het landelijk burgeronderzoek ‘Vang de Watermonsters’.



De resultaten zijn vergelijkbaar met vorig jaar. In het onderzoek zijn ook 10 wateren geselecteerd waar het wel goed gaat met de waterkwaliteit en die positief worden beleefd door omwonenden. Deze 10 waterparels kunnen als voorbeeld dienen om meer waterparels in Nederland te realiseren.

Blinde vlekken op de kaart zetten

Het burgeronderzoek ‘Vang de Watermonsters’ is een initiatief van onder meer Natuur & Milieu, de ASN Bank en 10 waterschappen dat dit jaar voor de derde keer is uitgevoerd. Mensen in heel Nederland brachten deze zomer de waterkwaliteit in kaart van bijna 1100 kleine wateren zoals sloten, vennen, vijvers, grachten en kleine plassen. “Zo speelt ‘Vang de watermonsters’ een cruciale rol in het op de kaart zetten van deze blinde vlekken voor waterkwaliteitsbeheer”, zegt Lisette Senerpont Domis, hoofd van het Aquatisch Kenniscentrum Wageningen, een kennisteam binnen het Nederlands Instituut voor Ecologie.

Meer waterparels

Deelnemende waterschappen hebben op basis van het burgeronderzoek 10 waterparels gekozen die het beste scoorden. Het gaat om wateren met een goede waterkwaliteit en een positieve waterbeleving. Deze waterparels liggen verspreid over Nederland in zowel natuur-, bebouwde als agrarische gebieden. De gevonden waterparels laten zien dat het op veel meer plekken mogelijk is om waterparels met een rijke biodiversiteit en een goede waterkwaliteit te realiseren.

Sander Mager, vicevoorzitter Unie van Waterschappen: “Een goede waterkwaliteit is van levensbelang voor alles dat in of bij het water leeft. De waterschappen hebben de afgelopen jaren al veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Dit heeft nog niet overal effect. Tegelijkertijd laat dit onderzoek zien dat er ook wateren zijn waar het wel goed gaat met de biodiversiteit. Het is hard nodig om veel meer van deze zogenaamde ‘waterparels’ te realiseren. Daarom zoeken de waterschappen actief de samenwerking met andere betrokken partners en benadrukken we de noodzaak van een stevige aanpak aan de bron om vervuiling in sloten en plassen tegen te gaan. Dat is ook nodig om de Europese doelstellingen te halen. Eenmaal in het water, zijn deze stoffen er eigenlijk niet uit te halen.” Extra inspanningen zijn dus nodig, zoals maatregelen in het mestbeleid, wetgeving voor gewasbeschermingsmiddelen en strenger toelatingsbeleid voor stoffen.

Mix van maatregelen

De uitkomsten van het onderzoek bevestigen dat er voor het realiseren van meer waterparels een aantal maatregelen nodig is. Allereerst het maken van een goede analyse van het watersysteem. Niet elk water is immers hetzelfde en elk gebied vraagt om een specifieke oplossing. Andere maatregelen die positief bijdragen zijn ecologische inrichting van wateren en ecologisch beheer van oevers en watergangen. En uiteraard goede samenwerking met alle betrokkenen zoals gemeenten, provincies en waterschappen, maar zeker ook omwonenden, boeren, natuurbeherende organisaties en particuliere eigenaren.

Waterkwaliteit onder druk

De waterkwaliteit van de Nederlandse oppervlaktewateren staat onder druk. De belangrijkste bronnen van vervuiling die moeten worden aangepakt zijn mest, bestrijdingsmiddelen uit de landbouw en stoffen die via het rioolwater in het milieu komen zoals medicijnresten en PFAS. Het merendeel van de vervuiling komt uit eigen land. Mest en riooloverstorten hebben direct effect op de concentratie nitraat en fosfaat, het doorzicht en de diversiteit aan waterleven. Vergelijk je de gemeten waterkwaliteit uit dit en andere onderzoeken met andere Europese landen, dan bungelt Nederland onderaan de Europese lijsten.

Europese eisen voor waterkwaliteit

In 2027 moeten alle wateren in Nederland voldoen aan de Europese eisen voor waterkwaliteit (KRW). Uiterlijk in dat jaar moet al het water in Europa voldoende schoon en gezond zijn. Kleine wateren vormen samen een derde van het Nederlandse oppervlaktewater en vormen de haarvaten van het watersysteem. Ze vallen buiten de huidige verplichte metingen van waterkwaliteit. De resultaten van dit burgeronderzoek laten zien dat op basis van de gemeten parameters de waterkwaliteit in slechts 17% van de gemeten wateren goed is. Met nog 5 jaar te gaan is het een enorme opgave om de KRW-doelen te halen.

Burgeronderzoek

‘Vang de Watermonsters’ is een landelijk burgeronderzoek om de waterkwaliteit van de kleine wateren van Nederland in kaart te brengen. Deelnemers meten met een online meetkit of een uitgebreidere superkit de waterkwaliteit in een klein water in hun omgeving.

Editie 2021 is een project van Natuur & Milieu, 10 waterschappen, ASN Bank, NWB Bank, Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), Stichting Vivace, Unie van Waterschappen, FLORON / RAVON, IVN Natuureducatie, Vlinderstichting en Waterdiertjes.nl.

De tien waterschappen zijn: hoogheemraadschap van Delfland, hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, hoogheemraadschap van Rijnland, hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, waterschap Amstel, Gooi en Vecht, waterschap Brabantse Delta, waterschap De Dommel, waterschap Hollandse Delta en waterschap Vechtstromen.

Watersector steunt wetswijziging gewasbeschermingsmiddelen

26 oktober 2021

Door een uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag was het sinds vorig jaar weer mogelijk om buiten de land- en tuinbouw gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken. De Tweede Kamer wil deze uitspraak met een wetswijziging terugdraaien. De waterschappen en drinkwaterbedrijven steunen dit van harte.



Op 1 november kunnen Kamerleden inbreng leveren op de wetswijziging Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Voorstel is om het verbod voor professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de land- en tuinbouw opnieuw in te stellen.

Te hoge concentraties in oppervlaktewater

De waterschappen en de drinkwaterbedrijven roepen de staatssecretaris op om deze wetswijziging zo snel mogelijk in werking te stellen. Op de helft van de meetlocaties worden gewasbeschermingsmiddelen in te hoge concentraties in het oppervlaktewater gevonden. Bovendien staat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw haaks op de afspraak die 10 verschillende partijen uit de land- en tuinbouw, fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen, watersector en natuur- en milieubescherming vorig jaar met de overheid hebben gemaakt.

Gebruik door particulieren

De wijziging in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wil ook een basis bieden voor het gebruik van dergelijke middelen door particulieren. Zij zijn vaak niet goed op de hoogte van de risico’s voor mens, dier en milieu en de voorschriften voor zorgvuldig gebruik. De waterschappen en drinkwaterbedrijven zijn daarom voorstander van een verbod voor particuliere gebruikers.

Lees de inbreng van de waterschappen en de drinkwaterbedrijven

Tweede Kamer wil PFAS bij de bron aanpakken

13 oktober 2021

Op 12 oktober heeft de Tweede Kamer 3 moties aangenomen over PFAS. De Kamer wil dat Nederland in Brussel gaat inzetten op een totaalverbod op PFAS.



De motie van Kamerleden Kauthar Bouchallikht (GroenLinks) en Eva van Esch (PvdD) vroeg om inzet van de Nederlandse regering binnen Europa voor het zo snel mogelijk realiseren van een volledig verbod op PFAS.

Aanpak bestaande lozingen

De tweede aangenomen motie gaat over PFAS-hotspots. Bouchallikht, Hagen (D66) en Beckerman (SP) verzochten de regering om een voortvarende aanpak van bestaande lozingen. De regering gaat met de gemeentes vóór de zomer PFAS-hotspots in kaart brengen, inclusief bijbehorende beheersmaatregelen en tijdspad.

Minimaliseren via vergunningverlening

Ook de motie van Bouchallikht, Van Esch en Beckerman is aangenomen. Zij vroegen de regering zo snel mogelijk alle directe en indirecte lozingen van PFAS op oppervlaktewater te identificeren en te minimaliseren via vergunningverlening.

De Unie van Waterschappen is blij dat deze motie is aangenomen, want zij pleit al langer voor een totaalverbod op PFAS, ook voor de zogenoemde essentiële toepassingen. Volgens de waterschappen is aanpak aan de bron de enige manier om PFAS aan te pakken en uit te faseren.

Waterschappen ondertekenen Convenant ‘Varen doe je Samen!’

15 juli 2021

Op 7 februari is in Leeuwarden het nieuwe convenant ‘Varen doe je Samen!’ ondertekend. Met dit convenant willen verschillende partijen blijvende aandacht geven aan goede voorlichting aan waterrecreanten om onveilige situaties op het water te voorkomen.



Het convenant werd ondertekend door onder meer Waterrecreatie Nederland, het Watersportverbond, de Reddingsbrigade en de waterschappen.

Goed zeemanschap

Op de website van ‘Varen doe je Samen!’ vinden waterrecreanten informatie waarmee zij zich goed kunnen voorbereiden op een veilige en plezierige vaartocht. Zo staan er tips op over goed zeemanschap en een degelijke vaaruitrusting, en adviezen om het water schoon te houden tijdens het varen.

Vergroten bewustzijn

De waterschappen doen mee aan ‘Varen doe je Samen’ omdat waterschappen steeds vaker vaarwegbeheerder zijn. Zij vinden het belangrijk dat de recreatie- en beroepsvaart zich bewust is van gevaren. Bij het vergroten van dat bewustzijn kan ‘Varen doe je samen’ helpen.

Duurzaamheidsaspecten

Waterschappen willen daarnaast voorkomen dat ongezuiverd toiletwater in het oppervlaktewater wordt geloosd en dat oevers en het onderwaterecosysteem beschadigd raken door boten die op hoge snelheid varen. Dit soort duurzaamheidsaspecten van varen krijgen ook aandacht bij ‘Varen doe je Samen’.

Rekening houden met elkaar

“We zien dat er door langere warme periodes steeds meer mensen willen recreëren in en op het water”, zegt Cathelijn Peters, waarnemend algemeen directeur Unie van Waterschappen. “Als het drukker wordt op en in het water is het des te belangrijker dat er rekening wordt gehouden met elkaar en dat de kwaliteit van het water en de werking van het watersysteem geen hinder ondervinden.”

Meer aandacht voor duurzaamheid

In de volgende convenantperiode wil de Unie van Waterschappen meer aandacht vragen voor duurzaamheid en het platform gebruiken om in contact te komen met de waterrecreatiesector, particuliere organisaties en de recreanten zelf.

Varen doe je Samen

Nationaal wateronderzoek naar waterkwaliteit slootjes en plassen van start

10 juni 2021

Vanaf 10 juni kan iedereen weer meedoen met het nationale wateronderzoek ‘Vang de Watermonsters’, naar de waterkwaliteit van slootjes, vennen, beekjes en kleine plassen. Het onderzoek is een initiatief van Natuur & Milieu, ASN Bank en 10 waterschappen en vindt dit jaar voor de derde keer plaats.



De eerste twee edities van het onderzoek wezen uit dat het op een groot aantal plekken nog niet goed gaat met de kwaliteit van kleine oppervlaktewateren in Nederland.

Online meetkit

Dit jaar kunnen nog meer mensen meedoen dan in 2019 en 2020. Dat kan via een online meetkit waarmee ze in hun direct omgeving aan de slag kunnen. Voor amateurwetenschappers is een aparte, uitgebreidere meetkit ontwikkeld. Hierdoor krijgen de organisatoren van het citizen science-onderzoek een nog beter beeld van de waterkwaliteit in Nederland.

Oproep om mee te doen

De Unie van Waterschappen roept jong en oud op om de meetkit te bestellen en wateronderzoek te doen bij een watertje in de buurt. Dat is hard nodig. In Nederland monitort de overheid vooral de waterkwaliteit van grote wateren. Over de waterkwaliteit van vennetjes, slootjes en plasjes in de buurt, de haarvaten van het watersysteem in Nederland, is minder bekend, omdat dit niet wordt onderzocht. Vang de Watermonsters brengt hier verandering in.

Resultaten in het najaar

Net als in de voorgaande jaren publiceert Natuur & Milieu de resultaten in het najaar. Per gebiedstype, natuur, agrarisch of bebouwd gebied, analyseren ze de resultaten. Met het onderzoek willen de organisatoren dit jaar ook een aantal plekken identificeren waar de waterkwaliteit beter is. Vervolgens wordt gekeken waarom de waterkwaliteit hier beter is en wat we hier van kunnen leren voor de andere plekken.

Gezond water van levensbelang voor de biodiversiteit

Dit jaar kunnen de burgeronderzoekers ook kijken naar al het leven in en rond de sloot of plas. Waterdiertjes, insecten en bepaalde planten geven veel informatie over de waterkwaliteit. Roel Nozeman, expert biodiversiteit bij ASN Bank: “Goede waterkwaliteit is ontzettend belangrijk voor de biodiversiteit. In en rond schoon water groeien veel soorten waterplanten en vinden watervogels, kikkers en insecten hun voedsel. Vissen kunnen er schuilen of paaien. Dit onderzoek is een volgende stap om de waterkwaliteit te verbeteren en dat is noodzakelijk voor behoud en verbetering van de biodiversiteit.”

Enorme opgave

De waterkwaliteit van de Nederlandse oppervlaktewateren staat onder druk. De belangrijkste bronnen van vervuiling die moeten worden aangepakt zijn: mest en bestrijdingsmiddelen uit de landbouw en stoffen die via het rioolwater in het milieu komen zoals medicijnresten, frituurvet en verfresten. Mest en riooloverstorten hebben direct effect op de nitraatconcentratie, het doorzicht (de hoeveelheid zwevende deeltjes in het water) en de diversiteit aan waterleven.

Sander Mager, bestuurslid bij de Unie van Waterschappen: “De resultaten van het onderzoek vorig jaar lieten al zien dat we nog een enorme opgave voor de boeg hebben. De waterschappen hebben de afgelopen jaren al veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Dit heeft nog niet overal effect. Heel actief zoeken we de samenwerking met alle partners die nodig zijn om samen de waterkwaliteit verder te verbeteren. Met een stevige aanpak aan de bron om vervuiling te voorkomen, want wat er aan vervuiling niet in gaat, hoeven wij er ook niet uit te halen.”

Doe mee aan het onderzoek

Gevolgen nieuwe gezondheidsgrenswaarden van PFAS

4 juni 2021

Op 4 juni heeft demissionair minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen een brief aan de Tweede Kamer gestuurd. Daarin maakt zij bekend wat de gevolgen zijn van de nieuwe gezondheidsgrenswaarde van PFAS. PFAS zijn chemische stoffen waar zorgen over bestaan. Ze kunnen een risico vormen voor de gezondheid van mensen en het milieu.



Aanleiding voor de brief is dat de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (ESFA) een nieuwe gezondheidskundige grenswaarde voor PFAS heeft afgeleid in voedsel. Uit nieuwe wetenschappelijke studies blijkt dat PFAS-stoffen schadelijker zijn voor de gezondheid dan eerder werd gedacht.

Meer PFAS via voedsel

De nieuwe kennis over de schadelijkheid van PFAS was reden voor het RIVM om eerdere adviezen opnieuw te bekijken. Het RIVM brengt nu studies naar buiten over drinkwater en voedsel, oppervlaktewater in relatie tot visconsumptie, moestuinen in de buurt van Dordrecht, en moestuinen en zwemwaterplas Berkendonk in Helmond. Uit berekeningen van het instituut blijkt dat mensen in Nederland via voedsel en drinkwater waarschijnlijk meer PFAS binnenkrijgen dan de gezondheidskundige grenswaarde. Het RIVM adviseert de overheid daarom om ervoor te zorgen dat mensen minder in contact komen met PFAS.

Vis uit oppervlaktewater

Daarnaast zegt het RIVM dat het oppervlaktewater in Nederland niet geschikt is om dagelijks vis uit te eten. Dit sluit aan bij het bestaande advies van het Voedingscentrum om niet regelmatig zelf gevangen vis te eten.

Kraanwater

Ook onderzocht het RIVM het gezondheidsrisico van PFAS door zwemmen in recreatieplas Berkendonk. De hoeveelheid die zwemmers kunnen binnenkrijgen is in vergelijking tot andere bronnen erg klein. RIVM vindt het verantwoord om kraanwater te blijven drinken omdat de bijdrage in het algemeen beperkt is. Kraanwater is niet de belangrijkste bron van waarvan uit mensen in Nederland PFAS binnen krijgen.

Bodem en grondwater

De adviezen voor bodem, waterbodems, grondwater en oppervlaktewater volgen later dit jaar. Tot hier meer duidelijkheid over is blijven de huidige normen van kracht.

Gebruik PFAS aan banden

De Unie van Waterschappen pleit voor een totaalverbod op PFAS. De enige manier om PFAS aan te pakken en uit te faseren is aanpak aan de bron. Het moet zoveel mogelijk voorkómen worden dat PFAS in het milieu terecht kan komen. Daar is gezamenlijke inzet voor nodig met het Rijk en de EU. De Unie van Waterschappen levert actieve inzet op het onlangs gepresenteerde Zero Pollution Action Plan, onderdeel van de Europese Green Deal en op de aanscherping bij de toelatingseisen van gevaarlijke stoffen zoals PFAS via REACH. Dit is het systeem voor registratie, evaluatie en toelating van chemische stoffen die in de Europese Unie geproduceerd of geïmporteerd worden.

Onderzoek

De Unie van Waterschappen en de waterschappen zelf doen daarnaast onderzoek naar aanwezigheid en herkomst van PFAS in het oppervlaktewater, delen hun kennis en werken actief mee aan onderzoeken van andere organisaties en koepels. Ook adviseren waterschappen kritisch op watervergunningen in relatie tot PFAS.

Afspraken

Verder hebben vertegenwoordigers van waterbeheerders, het Rijk, provincies, gemeenten, omgevingsdiensten, de drinkwatersector en de chemische industrie bestuurlijke afspraken gemaakt om samen meer grip en regie te krijgen op het voorkomen van Zeer Zorgwekkende Stoffen zoals PFAS in het milieu.

Teveel blootstelling aan PFAS in Nederland (RIVM)

Vragen en antwoorden over PFAS (RIVM)

Kamervragen over lozingen op oppervlaktewater

13 april 2021

Tweede Kamerlid Derk Boswijk (CDA) heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat vragen gesteld over lozingen van de chemische industrie op het oppervlaktewater.

tweede kamer inbreng

Hij deed dat naar aanleiding van de tv-uitzending ‘Troebele Wateren’ in de KRO-NCRV-serie ‘De Vuilnisman’. Daarin gaat het over lozingen van de chemische industrie op het oppervlaktewater en de gevolgen die dat heeft voor drinkwaterbedrijven. En dus voor ons drinkwater.

Effecten lange termijn

Boswijk vraagt onder meer op basis van welk beleid de zogenoemde ‘opkomende stoffen’ geloosd kunnen worden, zonder dat bekend is wat de effecten zijn op langere termijn. Ook vraagt hij zich af waarom er niet één actueel landelijk overzicht is van waar fabrieken hun afvalwater lozen. Verder vindt hij het vreemd dat drinkwaterbedrijven zelf moeten constateren wanneer de normen door lozingen van afvalwater worden overschreden.

Aanpak bij de bron

De Unie van Waterschappen steunt de vragen. De Unie vindt dat opkomende stoffen waarvan de schadelijkheid voor het milieu nog nauwelijks bekend is, niet geloosd mogen worden totdat duidelijk is of ze schadelijk zijn. De Unie is voor aanpak bij de bron: bedrijven moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat deze stoffen niet in het milieu terecht komen. Ook is aanscherping van de huidige Europese toelating van stoffen nodig om meer en vroegtijdig inzicht te krijgen dat een stof gevaarlijk is voor milieu en gezondheid.

De vragen liggen nu bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ter beantwoording. De termijn daarvoor is 3 weken.

Zorgen over gebruik gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw niet terecht

9 maart 2021

De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw. In de motie vraagt de Kamer het kabinet om geen nieuw verbod in te stellen, maar bij de toelating van de gewasbeschermingsmiddelen de beoordeling van het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB) te volgen.



Op deze manier blijven er middelen beschikbaar voor de aanpak van plagen in bomen en planten, zoals de eikenprocessierups.

Uitzonderingslijst

De waterschappen vinden de zorgen van de Kamer niet terecht. De motie vraagt iets wat al kan. In de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden staat een lijst van situaties en van ziekten en plagen die met chemische gewasbeschermingsmiddelen bestreden mogen worden. De eikenprocessierups en de Japanse Duizendknoop staan op deze uitzonderingslijst. Deze uitzonderingen konden dus ook worden toegepast toen het verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw nog van kracht was.

In november vorig jaar werd het door een uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag weer mogelijk om professioneel gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken op verharde en onverharde terreinen buiten de land- en tuinbouw.

Oppervlaktewater

Demissionair staatssecretaris Van Veldhoven wil deze fout op korte termijn herstellen. De waterschappen steunen dat plan. Door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de land- en tuinbouw verslechtert de kwaliteit van het oppervlaktewater.

De Raad van State heeft advies uitgebracht over een wetsvoorstel dat de wettelijke grondslag regelt voor dat verbod. Het verbod geldt niet alleen voor het professioneel gebruik buiten de land- en tuinbouw, maar ook voor het gebruik door particulieren. Ook dat laatste heeft de steun van de waterschappen.

Lees de motie