Waterschappen tevreden over conceptwetsvoorstel aanpassing belastingstelsel

28 september 2022

In een brief hebben de waterschappen minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat gecomplimenteerd met het conceptwetsvoorstel voor wijziging van de waterschapsbelastingen. De waterschappen waarderen het dat de voorstellen die ze in december 2020 unaniem hebben vastgesteld vrijwel zonder uitzondering in het wetsvoorstel zijn verankerd.

Grafische tekeningen wan het watersysteem in Nederland met sloten, gemalen, dijken, RWZI, boeren, recreatie en de stad

Op 11 december 2020 hebben de waterschappen na een intensief traject unaniem ingestemd met een pakket voorstellen tot aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen en dat aan de toenmalige minister aangeboden. De voorstellen lossen een aantal urgente knelpunten op. Ook leveren ze een bijdrage aan een aantal belangrijke opgaven waar Nederland voor staat als het gaat om klimaat, circulaire economie en energie. Verder wordt het profijtbeginsel (wie belang heeft betaalt) beter toegepast.

Wetgevingstraject

De voorganger van minister Harbers heeft de voorstellen in februari 2021 aan de Tweede Kamer aangeboden. Daarna is het wetgevingstraject gestart. Dat heeft geresulteerd in conceptwetgeving die ter consultatie voorligt. De waterschappen hebben die conceptwetgeving ambtelijk en bestuurlijk besproken. In de brief geven de waterschappen hun reactie op de verschillende deelvoorstellen.

Definitief wetsvoorstel

Voor het overgrote deel zijn de voorstellen van de waterschappen overgenomen. Ze vragen de minister dan ook om deze voorstellen ongewijzigd in het definitieve wetsvoorstel op te nemen. Bij enkele nieuwe onderdelen van het wetsvoorstel plaatsen de waterschappen een opmerking.

Inperken ruimte watersysteemheffing

De belangrijkste gaat over het inperken van de ruimte die de waterschappen krijgen om één van hun belastingen, de watersysteemheffing, te kunnen afstemmen op de specifieke kenmerken van het gebied en de taakuitoefening. Inperking van deze ruimte (in vergelijking met het eerdere voorstel) kan ertoe leiden dat enkele waterschappen ongewenste lastenverschuivingen moeten doorvoeren. De waterschappen vragen de minister af te zien van deze inperking.

Ambities ondersteunen

In hun brief zeggen de waterschappen dat er belangrijke stappen voor het belastingstelsel worden gezet als het wetsvoorstel richting de parlementaire eindstreep niet meer ingrijpend wordt aangepast. Het lost de knelpunten op die zich nu voordoen en ondersteunt de ambities van de waterschappen en hun bijdragen aan de opgaven waar Nederland voor staat. De waterschappen rekenen er dan ook op dat het nieuwe stelsel in 2025 in werking treedt.

> Lees de brief aan de minister

Volgende fase aanpassing belastingstelsel waterschappen

30 augustus 2022

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bereidt een wetswijziging voor die gaat over de belastingen van de waterschappen. Deze wijziging vindt plaats op verzoek van de waterschappen en ligt nu voor ter consultatie.

Bootje gevouwen van een 100 euro biljet

Met de wetswijziging wordt een aantal urgente knelpunten in het huidige stelsel opgelost. Verder zorgt de wijziging ervoor dat de waterschapsbelasting een aantal belangrijke opgaven waar Nederland voor staat beter kan ondersteunen. Denk aan het klimaat, de circulaire economie en de energietransitie.

Profijtbeginsel

De wijziging van de watersysteemheffing biedt waterschappen onder andere mogelijkheden om het profijtbeginsel beter toe te passen. Dat is het uitgangspunt dat inwoners en bedrijven bijdragen in de kosten van de waterschappen op basis van het profijt dat zij van de voorzieningen van de waterschappen hebben. De gevolgen van de wijziging voor specifieke groepen belastingbetalers verschillen per waterschap. Dat komt omdat gebieden en voorzieningen van waterschap tot waterschap verschillen en de besturen van de waterschappen een zekere ruimte hebben om de kosten te verdelen.

Klimaatneutraal werken

Daarnaast helpt de wetswijziging de waterschappen bij het toewerken naar het klimaatneutraal uitvoeren van al hun werkzaamheden. De wetswijziging biedt de zekerheid die waterschappen nodig hebben dat ze de investeringen die ze hiervoor moeten en willen doen via hun belastingen kunnen bekostigen.

Meten van vervuiling in afvalwater

Tot slot regelt de wetswijziging voor de zuiverings- en verontreinigingsheffing dat de waterschappen geen mens- en milieubelastende stoffen meer hoeven te gebruiken bij laboratoriumanalyses waarmee de vervuiling in het afvalwater wordt gemeten. Deze analyses zijn nodig om de hoogte van de aanslag te bepalen.

Consultatie

Het is tot en met 30 september 2022 mogelijk om te reageren op de wetswijziging. De Unie van Waterschappen reageert namens de 21 waterschappen.

Internetconsultatie waterschapsbelastingen

Waterschappen: meer geld en aandacht voor klimaatadaptatie

17 november 2021

Voor het wetgevingsoverleg Water van de Tweede Kamercommissie Infrastructuur en Waterstaat van 22 november vragen de waterschappen meer aandacht voor klimaatadaptatie. Ook delen ze hun zorgen over de huidige waterkwaliteitsaanpak. Daarnaast vragen de waterschappen de Kamerleden om de minister aan te sporen een besluit te nemen over het belastingstelsel van de waterschappen.



Op 22 november komt de commissie voor Infrastructuur en Waterstaat samen om de wateronderwerpen van de begroting IenW te bespreken.

Meer aandacht en geld nodig voor klimaatadaptatie

De waterschappen vragen allereerst meer aandacht voor klimaatadaptatie. Zij roepen op tot een versnelde aanpak voor klimaatadaptatie en structurele financiering voor het opvangen van de gevolgen van de klimaatverandering. Als die versnelling uitblijft, kan de potentiële schade door wateroverlast, hitte en droogte oplopen tot 174 miljoen euro in 2050.

Zorgen over waterkwaliteitsaanpak

De waterschappen vragen ook aandacht voor de waterkwaliteit. In landbouwgebieden is de kwaliteit van het oppervlaktewater nog onvoldoende om in 2027 de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water te halen. Ook voldoet Nederland niet aan de voorschriften van de Europese Nitraatrichtlijn. De waterschappen zijn daar bezorgd over. Om in 2027 de doelen van de Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn te halen, is een aanvullend maatregelenpakket nodig.

Meer inzicht in PFAS-lozingen

Ook PFAS heeft invloed op de waterkwaliteit. Uit onderzoek naar PFAS op de rioolwaterzuiveringen blijkt dat er via indirecte lozingen PFAS op de zuiveringen terecht komt. De inzet van de Omgevingsdiensten is nodig om inzicht te krijgen in waar die PFAS vandaag komt. Ook moeten de diensten voorkomen dat PFAS via lozingen op de zuiveringen terecht komt. Ze moeten dus voldoende middelen krijgen om hun taak goed uit te kunnen voeren.

Keuzes nodig over belastingstelsel

Tot slot vragen de waterschappen aandacht voor de aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen. In december 2020 hebben de waterschappen een voorstel voor de aanpassing van dat stelsel aangeboden aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Dit voorstel zorgt er onder meer voor dat er voor alle belastingbetalers een gelijkmatige tariefontwikkeling ontstaat. Op één onderdeel van de voorstellen heeft een stakeholder, VNO-NCW, kritiek. Hierdoor loopt het hele proces vertraging op. De waterschappen vragen de minister daarom om keuzes te maken over het vervolgtraject.

Lees hier de hele inbreng

Wetgevingsoverleg Water

Voorstel aanpassing belastingstelsel waterschappen naar Tweede Kamer

25 februari 2021

Demissionair minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat heeft het voorstel voor aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen op 25 februari naar de Tweede Kamer gestuurd, met een korte aanbiedingsbrief.



In de aanbiedingsbrief spreekt de minister waardering uit voor het vele werk dat de Unie van Waterschappen de afgelopen periode, samen met alle betrokken partijen, heeft verzet. Het voorstel is in december door de waterschappen aan de minister aangeboden met de vraag om een voortvarend wetgevingstraject en om vervolgstappen om de bekostiging van het waterbeheer nog toekomstbestendiger te maken. De minister geeft in de brief aan dat voor het grootste deel van deze voorstellen breed draagvlak bestaat, en over een enkel punt nog gesprekken plaatsvinden.

Knelpunten

De waterschappen zorgen voor veilige dijken, niet te veel en niet te weinig water, schoon oppervlaktewater en het zuiveren van rioolwater. Om deze taken te bekostigen, heffen zij belasting. Het huidige belastingstelsel bevat enkele knelpunten. Het voorstel van de waterschappen tot aanpassing van het belastingstelsel lost de meest urgente knelpunten op. Daarnaast zijn enkele mogelijkheden opgenomen die leiden tot een eerlijker en duurzamer belastingstelsel.

Lees de brief van de minister

Bekijk het voorstel van de waterschappen voor de aanpassing van het belastingstelsel

Waterschappen unaniem voor aanpassing belastingstelsel

11 december 2020

De waterschappen hebben op 11 december een definitief voorstel voor de aanpassing van hun belastingstelsel vastgesteld. Het voorstel lost een aantal urgente knelpunten op en is aangeboden aan minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat. De waterschappen vragen haar om een voortvarend wetgevingstraject en om vervolgstappen om de bekostiging van het waterbeheer nog toekomstbestendiger te maken.



De waterschappen zorgen voor veilige dijken, niet te veel en niet te weinig water, schoon oppervlaktewater en het zuiveren van rioolwater. Om deze taken te bekostigen, heffen zij belasting. Het huidige belastingstelsel bevat enkele urgente knelpunten. Begin 2020 zijn de waterschappen een gezamenlijk traject gestart om deze op te lossen. Een stuurgroep onder leiding van voormalig staatssecretaris Menno Snel, bestaande uit bestuurders van alle 21 waterschappen, heeft het voortouw genomen. Er is veel aandacht besteed aan het betrekken van de waterschapsbesturen en stakeholders. Het voorstel van de stuurgroep kon op 11 december in de Ledenvergadering van de Unie van Waterschappen op unanieme steun rekenen.

Garantie voor goed waterbeheer

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Dat waterschappen eigen belasting heffen om hun taken uit te kunnen voeren is de beste garantie voor waterveiligheid en voldoende en schoon zoet oppervlaktewater in ons land. Een belastingstelsel waarmee alle waterschappen uit de voeten kunnen is dan ook essentieel. Het voorstel van de waterschappen lost een aantal urgente knelpunten op. Wij vragen minister Cora van Nieuwenhuizen om het wetgevingsproces dat nodig is om het voorstel te kunnen implementeren voortvarend ter hand te nemen. Dat zorgt ervoor dat de waterschappen zo snel mogelijk weer beschikken over een belastingstelsel met draagvlak voor de heffingswijze en goed uitlegbare tarieven.”

Voorstellen watersysteemheffing

De watersysteemheffing zorgt voor de middelen voor waterveiligheid, voldoende en schoon oppervlaktewater. Volgens de huidige systematiek moeten de waterschappen de kosten voor een belangrijk deel verdelen op basis van de waarde van gebouwen, grond en natuurterreinen. Het belangrijkste knelpunt van deze heffing is de onredelijke invloed die de hoge waarde van wegen en spoorwegen op de tarieven van de eigenaren van onbebouwde grond heeft. Hierdoor stijgen de kosten voor deze groep zonder dat er extra voorzieningen tegenover staan.

Het voorstel van de waterschappen gaat uit van een model waarin de kosten op basis van gebiedskenmerken worden verdeeld. Het model geeft de algemeen besturen daarbij meer mogelijkheden dan nu om bij het verdelen van de kosten rekening te houden met specifieke omstandigheden in het gebied en met de taakuitoefening. Toepassing leidt tot een gelijkmatiger ontwikkeling van de tarieven voor alle betalende categorieën.

Tariefdifferentiatie gebouwd

De waterschappen introduceren met deze voorstellen de mogelijkheid om te differentiëren in de tarieven voor de watersysteemheffing gebouwd. Die kent op dit moment één tarief voor eigenaren van woningen en eigenaren van niet-woningen. De WOZ-waarden van woningen is echter de afgelopen jaren veel harder gestegen dan de WOZ-waarden van niet-woningen. Met de mogelijkheid van tariefdifferentiatie kunnen de waterschappen binnen de categorie gebouwd tot een gelijkmatige lastenontwikkeling komen. Het is daarbij nadrukkelijk de bedoeling dat deze tariefdifferentiatie enkel voor deze toepassing wordt gebruikt.

Voorstel zuiverings- en verontreinigingsheffing

De zuiveringsheffing dekt de kosten van het zuiveren van rioolwater. De verontreinigingsheffing wordt in rekening gebracht als afvalwater rechtstreeks in oppervlaktewater wordt geloosd. Op basis van de huidige wetgeving moeten waterschappen mens- en milieubelastende stoffen gebruiken bij de laboratoriumanalyses voor het vaststellen van de vervuilingswaarde van het afvalwater van bedrijven. Dat willen de waterschappen niet meer. Daarom komen zij met een alternatief voor deze methode dat geen gebruik maakt van mens- en milieubelastende stoffen.

Vervolg

In de brief aan de minister komt ook naar voren dat de waterschappen en de stakeholders die betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling van de voorstellen nog meer wensen hebben.

Rogier van der Sande: “Met het voorstel dat de waterschappen nu doen wordt een eerste, noodzakelijke stap gezet. Maar er is meer nodig. De snelle veranderingen die zich in het takenpakket en de omgeving van de waterschappen voordoen vragen om een flexibeler belastingstelsel. In het licht van de opgaven waarvoor het waterbeheer momenteel staat is het daarnaast nodig om breder te kijken dan alleen het belastingstelsel van de waterschappen. Wij vragen de minister om samen met ons een traject vorm te geven waarin we gezamenlijk de volgende stappen kunnen zetten in het nog toekomstbestendiger maken van de bekostiging van het Nederlandse waterbeheer.”

Bekijk hier de brief aan de minister en de toelichting op het voorstel.

Definitief voorstel aanpassing belastingstelsel waterschappen

8 oktober 2020

Op 6 oktober is de Stuurgroep Aanpassing Belastingstelsel onder leiding van voorzitter Menno Snel gekomen tot een definitief voorstel voor aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen.



Het definitieve voorstel gaat nu in beraad bij de waterschapsbesturen. Op 11 december wordt erover besloten in de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen.

De waterschappen zorgen voor veilige dijken, niet te veel en niet te weinig water, schoon oppervlaktewater en het zuiveren van rioolwater. Om deze taken uit te kunnen voeren, heffen zij belasting. In het huidige belastingstelsel zitten knelpunten die om een oplossing vragen.

De stuurgroep, bestaande uit bestuurders van alle 21 waterschappen, heeft nagedacht over hoe deze knelpunten kunnen worden opgelost en doet hier voorstellen voor. De leden van de stuurgroepleden hebben tijdens het proces collectief eigenaarschap getoond om samen tot een oplossing te komen. Er is gedurende het traject veel aandacht besteed aan het betrekken van de waterschapsbesturen en stakeholders.

Solidariteit

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Het financiële fundament van een eigen belastingstelsel van de waterschappen is de beste garantie voor waterveiligheid en voldoende en schoon zoet oppervlaktewater. Als sommige waterschappen niet meer uit de voeten kunnen met dit belastingstelsel dan is dat een probleem van alle waterschappen.”

“Dat de stuurgroep nu gekomen is tot een definitief voorstel vanuit de collectieve solidariteit stemt mij hoopvol. Alle betrokkenen hebben een enorme inzet getoond en het gedeelde belang om te komen tot gezamenlijke en gedragen voorstellen heeft steeds voorop gestaan. Menno Snel heeft hier als onafhankelijk voorzitter een belangrijke en goede rol in gespeeld.”

Voorstellen watersysteemheffing

De watersysteemheffing zorgt voor de middelen voor waterveiligheid, voldoende en schoon oppervlaktewater. Het belangrijkste knelpunt bij deze heffing is de onredelijke invloed die de hoge waarde van wegen en spoorwegen op de tarieven van de eigenaren van onbebouwde grond heeft. Bij het huidige model van het belastingstelsel worden de kosten voor een belangrijk deel verdeeld op basis van waarde: de waarde van grond, gebouwen, et cetera.

De stuurgroep komt nu met een model waarin de kosten op basis van de inrichting van het gebied worden verdeeld. Het model geeft de algemeen besturen daarbij, veel meer dan nu het geval is, de ruimte om bij het verdelen van de kosten rekening te houden met andere, specifieke omstandigheden in het gebied en met de taakuitoefening. Ook komt de stuurgroep met een voorstel dat het voor waterschappen mogelijk maakt om tot een gelijkmatige lastenontwikkeling te komen voor woningen en andere gebouwen. Het voorstel heeft tot gevolg dat de waterschappen een vergelijkbare mogelijkheid krijgen als de gemeenten nu al hebben binnen de Onroerende Zaak Belasting.

Voorstel zuiverings- en verontreinigingsheffing

De zuiveringsheffing dekt de kosten van de rioolwaterzuivering. Waterschappen moeten bij het bepalen van de hoogte van de belasting op het lozen van afvalwater door grote bedrijven nu gebruik maken van een analysemethode met mens- en milieubelastende stoffen. Dat willen de waterschappen niet meer en daarom heeft de stuurgroep een andere meetmethode ontwikkeld zonder gebruik van mens- en milieubelastende stoffen.

Vervolg

De waterschapsbesturen zullen het voorstel van de stuurgroep bespreken om hierover in de ledenvergadering op 11 december definitief te besluiten. Het resultaat wordt aangeboden aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Het belastingstelsel van de waterschappen kan namelijk alleen worden aangepast door middel van een wetswijzigingstraject onder leiding van de minister.

Parallel traject

Parallel aan de opdracht van de stuurgroep onderzoekt het bestuur van de Unie van Waterschappen de mogelijkheden om belastingwijzigingen in de toekomst eenvoudiger te maken. Doel is om sneller aan te kunnen sluiten bij de steeds veranderende omstandigheden. In dit traject komt ook een aantal inhoudelijke onderwerpen aan bod dat niet in het eerste voorstel voor de urgente knelpunten kon worden meegenomen. In dit traject zoekt de Unie de samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Bekijk het volledige voorstel

Terugblik op de stuurgroep Aanpassing Belastingstelsel

19 september 2020

Op 28 augustus vond de vierde vergadering van de stuurgroep Aanpassing Belastingstelsel 2020 plaats. Deze stuurgroep ontwikkelt in opdracht van de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen voorstellen die 3 urgente knelpunten in het belastingstelsel moeten oplossen. De stuurgroep bestaat uit 21 dagelijks bestuursleden vanuit de waterschappen.



Afweging van modellen watersysteemheffing

De stuurgroep heeft de opdracht om te komen met een voorstel voor een nieuwe manier van verdeling van de kosten van de watersysteemheffing over de 4 betalende groepen. In een eerdere vergadering was de stuurgroep al van 8 naar 4 mogelijke oplossingen, modellen genaamd, teruggegaan. Op 28 augustus heeft de stuurgroep besloten hieruit 2 modellen aan de waterschappen voor te leggen. Het gaat om modellen met de werknamen ‘Groepswaardemodel’ en ‘Verbeterd Combimodel – Variant H’.

Actualisatie Tabel Afvalwatercoëfficiënten

Met de Tabel Afvalwatercoëfficiënten wordt de aanslag zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing voor een groot aantal bedrijven bepaald. Deze tabel moet worden geactualiseerd. De stuurgroep heeft de opdracht om een voorstel te doen voor de manier waarop dat kan gebeuren. Om een goed onderbouwd voorstel te kunnen doen, heeft de stuurgroep een onderzoek uitgezet.

Door de beperkingen als gevolg van corona heeft dit onderzoek echter zo’n grote vertraging opgelopen dat dit niet meer binnen het traject van de stuurgroep kan worden voltooid. Met deze achtergrond legt de stuurgroep nu het voorstel aan de waterschappen voor om de opdracht over te dragen aan de Unie van Waterschappen.

Heffingsformule zuiverings- en verontreinigingsheffing

Bij de bepaling van de zuiverings- en verontreinigingsheffing voor een andere groep bedrijven moet op dit moment gebruik worden gemaakt van mens- en milieubelastende stoffen. De waterschappen hebben het gebruik van deze stoffen als een urgent knelpunt benoemd waarvoor in het traject Aanpassing Belastingstelsel 2020 een oplossing moet komen.

De stuurgroep is tevreden met de voorstellen voor de heffingsformule en heeft besloten deze voor te leggen aan de waterschappen. Het voorstel introduceert 2 nieuwe parameters in de heffingsformule (TOC en N-totaal), waardoor geen gebruik meer wordt gemaakt van mens- en milieubelastende stoffen. Met een afwijkprotocol wordt een voorziening aan bedrijven en waterschappen aangereikt waarmee te grote lastenverschuivingen voorkomen kunnen worden.

Vervolgproces en planning

Inmiddels hebben 5 verschillende stakeholderbijeenkomsten plaatsgevonden, waarin de stakeholders zijn geïnformeerd over de besluitvorming in de vierde stuurgroepvergadering en waarin zij hierop konden reageren. In september en begin oktober vinden bij alle 21 waterschappen bijeenkomsten voor leden van het algemeen bestuur plaats om de voorstellen uit de afgelopen stuurgroepvergadering te bespreken. In deze bijeenkomsten kan ieder bestuur zijn vertegenwoordiger in de stuurgroep input meegeven voor de vijfde en laatste stuurgroepvergadering.

In deze bijeenkomst op 6 oktober komt de stuurgroep tot een definitief voorstel aan de waterschappen. Na deze vijfde stuurgroep wordt er in alle waterschapsbesturen over dit voorstel gesproken en kunnen de besturen hun vertegenwoordiger in de ledenvergadering van de Unie een mandaat meegeven voor de definitieve besluitvorming op 11 december 2020.

Het resultaat van de ledenvergadering wordt voorgelegd aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het belastingstelsel van de waterschappen kan immers alleen worden aangepast door middel van een wetswijzigingstraject onder leiding van de minister.

Terugblik op vergadering stuurgroep Aanpassing Belastingstelsel 2020

6 juli 2020

Op 2 juli vond de derde vergadering van de stuurgroep Aanpassing Belastingstelsel 2020 plaats. Deze stuurgroep ontwikkelt in opdracht van de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen voorstellen die een aantal urgente knelpunten in het belastingstelsel moeten oplossen. Daarbij wordt een aantal zogenoemde meekoppelkansen meegenomen. In de stuurgroep is er bestuurlijke deelname uit alle 21 waterschappen.



De stuurgroep heeft besloten over de ‘meekoppelkansen’. Dit zijn voorstellen waarvoor bij de waterschappen in het verleden groot draagvlak was. Om deze reden worden ze nu door de stuurgroep meegenomen. Ook nu bleek het draagvlak groot, want de stuurgroep heeft de volgende voorstellen vastgesteld:

  1. Plusvoorzieningen in de watersysteemtaak apart in rekening brengen bij de belanghebbenden bij de voorzieningen;
  2. De tariefdifferentiatie voor glasopstanden in de Waterschapswet laten staan;
  3. De waterschappen meer mogelijkheden geven om waardevol afval- en rioolwater te belonen;
  4. Expliciet in de Waterschapswet opnemen dat waterschappen de kosten die ze maken om de afvoer van hemelwater naar de rioolwaterzuiveringen te beperken, kunnen verhalen via de zuiveringsheffing .

Voorstellen zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing

De ledenvergadering heeft de opdracht gegeven om een nieuwe heffingsformule te ontwikkelen. Daardoor hoeft bij de analyses van afvalwater geen gebruik meer te worden gemaakt van mens- en milieubelastende stoffen. De stuurgroep heeft ingestemd met het verder uitwerken van de voorgestelde nieuwe analysemethodes en de opname van deze methodes in de heffingsformule.

Voorstellen watersysteemheffing

De knelpunten in de watersysteemheffing die moeten worden opgelost zijn de zogenoemde weeffout en het niet meer mogelijk zijn van een gelijkmatige tariefontwikkeling voor alle 4 betalende categorieën. De stuurgroep besloot dat alle 3 modellen voor een nieuwe heffingsmethode die op 7 mei waren geselecteerd een slag dieper moeten worden uitgewerkt. Zo kunnen daar in de volgende vergadering meer definitieve besluiten over worden genomen. De modellen waarover het gaat hebben als werknamen: Model A, het Groepswaardemodel en het Verbeterd Combimodel.

Stakeholders en vervolgproces

De stuurgroep heeft bepaald dat de stakeholders zo snel mogelijk worden geïnformeerd over de besluitvorming en in de gelegenheid worden gesteld hierop inbreng te leveren. Tijdens deze stakeholderbijeenkomsten worden de bovenstaande compacte besluiten uitgebreid toegelicht. De stuurgroep neemt de reactie van de stakeholders mee in de volgende vergadering op 28 augustus.

Na besluitvorming op 28 augustus legt de stuurgroep meer definitieve voorstellen voor een reactie voor aan de waterschappen en de stakeholders. In de eerste helft van oktober komt de stuurgroep tot een definitief voorstel. Daarna vindt in de waterschappen de besluitvorming over de voorstellen van de stuurgroep plaats. In de ledenvergadering van de Unie van december vindt dan een definitieve afweging binnen de Unie plaats.

Stakeholdergesprekken Aanpassing belastingstelsel

25 mei 2020

In het traject Aanpassing belastingstelsel 2020 vervullen stakeholders een belangrijke rol. Daarom zijn er in juni stakeholdergesprekken gepland. Stakeholders kunnen zich hier nu voor aanmelden.



Sinds dit jaar werkt een stuurgroep aan verbetervoorstellen voor het belastingstelsel van de waterschappen. De belangen en ideeën van stakeholders spelen hierbij een belangrijke rol. Daarom worden er stakeholderbijeenkomsten georganiseerd. Naar aanleiding van de tweede stuurgroepvergadering op 7 mei wordt er in juni een tweede stakeholderbijeenkomst georganiseerd in de vorm van digitale stakeholdergesprekken.

Voor wie?

De gesprekken zijn niet plenair, maar in kleinere groepen of 1 op 1. Elke organisatie die belang heeft bij het traject kan zich voor de gesprekken aanmelden.

Data en aanmelden

Een stakeholdergesprek duurt 1 á 1,5 uur. De beschikbare data en tijden voor de stakeholdergesprekken zijn:

  • 4 juni tussen 9:30 en 17:00
  • 5 juni tussen 15:15 en 17:00
  • 8 juni tussen 9:30 en 17:00
  • 9 juni tussen 12:00 en 17:00

Aanmelden kan door uiterlijk 28 mei een mail te sturen naar directiesecretariaat@uvw.nl.

Terugblik op de stuurgroep Aanpassing Belastingstelsel van 7 mei

18 mei 2020

Op 7 mei is de stuurgroep Aanpassing Belastingstelsel onder leiding van voorzitter Menno Snel voor de tweede keer bij elkaar geweest. Door de coronacrisis vond deze vergadering digitaal plaats, en ook een maand later dan de bedoeling was. De volgende onderwerpen kwamen aan de orde.



Voorafgaand aan de plenaire vergadering vormde de stuurgroep zich in 4 deelstuurgroepen een eerste beeld van de voorliggende uitwerkingen. Deze uitwerkingen had de werkgroep op verzoek van de stuurgroep opgesteld. Op 7 mei stonden de oordeels- en besluitvorming over de uitwerkingen centraal. Het doel was om met elkaar tot een eerste trechtering te komen van de voorstellen die de stuurgroep mee wil nemen naar de volgende fase van het traject.

De modellen voor de watersysteemheffing

In de stuurgroep werd de uitwerking van 2 denkrichtingen besproken om tot een oplossing te komen voor de urgente knelpunten in de watersysteemheffing.

  • In de eerste denkrichting wordt de waarde van onroerende zaken gebruikt om het profijtgedeelte naar de specifieke belastingcategorieën toe te delen (denkrichting op basis van waarde).
  • In de tweede denkrichting vindt deze verdeling plaats op basis van waterschapsspecifieke gebiedskenmerken (denkrichting niet op basis van waarde).

Binnen deze 2 denkrichtingen werd in de vergadering de uitwerking van in totaal 8 zelfstandige modellen besproken. Voor deze modellen is gebruik gemaakt van inbreng van belanghebbenden of politieke partijen, en van materiaal uit eerdere trajecten.

De stuurgroep neemt in totaal 3 modellen mee naar de volgende fase: 2 modellen die op waarde zijn gebaseerd en 1 ‘niet-waardemodel’. De werkgroep werkt de 3 modellen de komende weken verder uit. De stuurgroep neemt hierover in de volgende vergadering verdere besluiten.

De varianten voor de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing

De stuurgroep heeft als opdracht om met een oplossing te komen voor het gebruik van mens- en milieubelastende stoffen bij het bepalen van de vervuilingswaarde van afvalwater voor de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing. Bij de uitwerking is gebleken dat een oplossing een aantal aandachtspunten met zich meebrengt: verwachte lastenverschuivingen op individueel bedrijfsniveau en een actuele invulling van het principe ‘de vervuiler betaalt’.

De werkgroep heeft 3 opties aan de stuurgroep voorgelegd. De stuurgroep heeft ervoor gekozen om verder te gaan met de optie waarin in het huidige traject alleen wordt gewerkt aan een oplossing voor het urgente knelpunt. Daarbij komt een schets van hoe een actualisatie van het principe ‘de vervuiler betaalt’ in tijd kan worden uitgewerkt.

Overige afspraken

De stuurgroep heeft gevraagd om de belanghebbenden over de resultaten van de vergadering te informeren en te consulteren. De stuurgroep heeft verder besloten dat de uitwerkingen van de 5 gunstige meekoppelkansen uit de opdracht van de Ledenvergadering in de volgende vergadering worden besproken. Deze vergadering vindt plaats aan het einde van week 26. Dan wordt ook besloten over de datum van de daarop volgende vergadering. Die vindt waarschijnlijk rond de zomer plaats.