Unie van Waterschappen in Woondebat over funderingsschade

15 november 2024

Op donderdag 14 november organiseerden BLG Wonen en ASN Bank het Woondebat in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. De funderingsproblematiek stond centraal. De Unie van Waterschappen was uitgenodigd om haar licht te laten schijnen over hoe het klimaatrisico op funderingsschade is te beperken.

Meindert Smallenbroek in gesprek met drie anderen op het podium bij het Woondebat

Fundamenteel goed wonen

Hoe zit de funderingsproblematiek in elkaar en hoe komen we gezamenlijk tot oplossingen? Tijdens het zesde Woondebat ‘Fundamenteel goed wonen’ stond de funderingsproblematiek in Nederland centraal, een probleem dat volgens schattingen van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) tot wel een miljoen woningen kan treffen.

Gedeelde verantwoordelijkheid

BLG Wonen en ASN Bank organiseerden dit debat samen en nodigden belangrijke marktpartijen en overheden uit om tijdens een debat met elkaar in gesprek te gaan om meer zicht te krijgen op deze groeiende problematiek. “De funderingsproblematiek staat op de radar van het Rijk, maar niet alleen de landelijke overheid is aan zet. Gebouweigenaren, financiële dienstverleners en anderen hebben allemaal een verantwoordelijkheid”, aldus de organisatoren.

Transparante informatievoorziening

Meindert Smallenbroek, algemeen directeur van de Unie van Waterschappen, benadrukte in het debat dat de verantwoordelijkheid nu bij de woningeigenaren zelf ligt. Hij zei dat de waterschappen daarom veel belang hechten aan een transparante informatievoorziening. “We stellen daarom voor om een water- of klimaatlabel voor huizen te introduceren. Dit label waarschuwt voor risico’s op schade door schommelende grondwaterstanden zoals funderingsschade, maar ook wateroverlast en overstromingen. Op die manier ben je als overheid open en kan de markt de risico’s inprijzen.”

Regionaal maatwerk

De aanpak van funderingsschade vraagt om maatwerk, gaf Smallenbroek aan. “Vanwege de grote kostenposten die op woningeigenaren afkomen vinden de waterschappen dat ook de overheid hierin een rol moet spelen. Hierbij is maatwerk per regio belangrijk. Zeker omdat de oorzaken divers zijn. Ook in de aanpak om schade te voorkomen vinden de waterschappen dat de overheid proactief moet zijn. Deze aanpak zal per regio verschillen.” Door de toenemende kansen op weersextremen zal de gebouwde omgeving zélf robuuster moeten worden. Als het watersysteem immers vol zit, leidt elke volgende bui tot een teveel aan water met weer andere gevolgen voor woningeigenaren, zoals water en schimmel in de kelders en op de muren. Dat is ook een vorm van funderingsschade.”

Robuust watersysteem

Om schade te beperken is een aanpak nodig waarbij vanuit het water- en bodemsysteem wordt geredeneerd. Smallenbroek: “Zorg ervoor dat water en bodem sturend zijn bij het maken van ruimtelijke ordeningsplannen. Zo voorkom je ook dit soort problematiek in de toekomst. Voor de problemen die er nu al zijn, willen de waterschappen met medeoverheden, boeren en natuurorganisaties maatregelen nemen op het gebied van grondwater en in het watersysteem. Om zo te zorgen dat de peilen minder snel wegzakken.”

> Lees meer over funderingsschade en de waterschappen

Nationale aanpak funderingsschade iets dichterbij

19 juni 2024

Een nationale aanpak tegen funderingsschade komt iets dichterbij. Dit is dankzij een motie die de Tweede Kamer op dinsdag 18 juni heeft aangenomen. De motie kwam van Jan Paternotte (D66) en werd breed gesteund. Hij vraagt snelheid rond de adviezen van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) om huishoudens die te maken krijgen met enige vorm van funderingsschade te helpen.

gracht in Leiden

Advies Rli: nationale aanpak funderingsschade

Op dit moment hebben 425.000 huishoudens in Nederland te maken met enige vorm van funderingsschade. Zonder aanpak kan dit aantal oplopen tot een miljoen in 2050. De Rli bracht daarom begin dit jaar een rapport uit over een nationale aanpak op het gebied van funderingsschade. Hierin adviseerde de Rli:

  • het oprichten van een landelijk loket voor funderingsproblematiek;
  • uit te werken hoe deze huishoudens lokaal geholpen kunnen worden met een funderingsonderzoek en een helder advies over het vervolgtraject;
  • samen met marktpartijen financieringsmogelijkheden uit te werken zodat de schade hersteld kan worden;
  • onderzoek en innovatie te stimuleren zodat herstel goedkoper wordt;
  • het opzetten van regionaal onderzoek, zodat funderingsproblematiek voorkomen kan worden;
  • maatregelen te nemen om toekomstige huiseigenaren zo veel mogelijk te beschermen tegen nieuwe gevallen van funderingsschade.

De motie verzoekt de regering zo snel mogelijk met bovenstaande punten aan de slag te gaan.

> Bekijk hier de aangenomen motie over de nationale aanpak funderingsschade

Motie extra bijdrage waterschappen verworpen

Een andere motie, over het Fonds Duurzaam Funderingsherstel, werd door de Kamer verworpen. Hierin vroegen Habtamu de Hoop (GroenLinks-PvdA) en eveneens Paternotte om het fonds zo uit te werken dat een extra bijdrage wordt geleverd door waterschappen die het grondwaterpeil bewust lager houden dan verantwoord is voor de veiligheid van woningen.

> Bekijk hier de verworpen motie over de bijdrage van de waterschappen

> Lees hier wat de waterschappen vinden over funderingsproblematiek

Waterschappen spreken met Tweede Kamer over aanpak funderingsproblematiek

18 april 2024

Op woensdag 17 april vond er een technische briefing plaats in de Tweede Kamer. Tijdens deze sessie kwamen er verschillende partijen samen om leden van de commissie Binnenlandse Zaken te informeren over het groeiende probleem van funderingsschade naar aanleiding van het Rli-rapport dat eind februari dit jaar werd gepresenteerd. Ook onze bestuurder Erik den Hertog sprak namens de waterschappen.

tweede-kamer-deur-funderingsproblematiek

Steeds meer huizen kampen met funderingsschade. Volgens het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF), ook aanwezig bij de sessie, lopen honderdduizenden woningen in ons land het risico om de komende dertig jaar met funderingsschade te maken te krijgen. Deze funderingsschade kent veel verschillende oorzaken, zoals bijvoorbeeld dalende grondwaterstanden, bodemdaling en slecht gefundeerde huizen.

Gezamenlijke aanpak funderingsproblematiek

In het rapport ‘Goed gefundeerd’ zegt de Rli onder meer dat als de overheid niet helpt om het probleem op te lossen, de maatschappelijke kosten op den duur oplopen tot ruim 50 miljard euro en waarschuwt dat dit voor maatschappelijke ontwrichting kan zorgen. Om te voorkomen dat de funderingsproblematiek ontaardt in een funderingscrisis stelt de Rli dan ook een nationale aanpak funderingsproblematiek voor.

Erik den Hertog, bestuurslid Unie van Waterschappen onderschrijft dit advies: “Als waterschappen zijn wij het helemaal eens met dit advies. Op dit moment ligt de wettelijke  verantwoordelijkheid van funderingsschade bij de woningeigenaar zelf. Deze schade kan wel oplopen tot in de honderdduizenden euro’s, dit is niet iets wat iemand zomaar kan betalen. Als overheid mogen we mensen niet in de kou laten staan. Een nationale aanpak en maatwerk per regio is hierbij belangrijk. Zeker omdat de oorzaken divers zijn.”

Radicale transparantie

Naast de gezamenlijke aanpak was er tijdens de sessie ook veel aandacht voor transparantie rond het probleem. Zo benadrukte Jantine Kriens van de Rli: “Om het probleem op te lossen is het belangrijk dat het inzichtelijk wordt bij welke panden zich de problemen voordoen. Dit zorgt echter ook dat als je op dat moment eigenaar bent van het pand je de nadelen ervaart van deze transparantie. Daarom is het belangrijk om financiële en organisatorische ondersteuning voor mensen die geconfronteerd worden met de effecten van deze transparantie.” Ook de waterschappen sluiten zich aan bij dit advies. “De waterschappen pleiten al een behoorlijke tijd voor een waterlabel, net zoals een energielabel voor huizen. Het is cruciaal dat huiseigenaren weten wat er onder hun huis gebeurt. Zodat er maatregelen kunnen worden genomen als dit nodig is”, benadrukt Erik den Hertog.

Aanpassen aan het water

Dit alles is voor de waterschappen alleen niet genoeg. “Het klimaat verandert, we krijgen steeds vaker te maken met toenemende periodes van droogte en wateroverlast”, zegt Erik den Hertog. “De grenzen aan het aanpassen van het watersysteem zijn bereikt. Willen we in de toekomst ook hoofd bieden aan grote uitdagingen is meer ruimte voor water nodig. We hebben heel lang een systeem gehad waarbij water zich moest aanpassen aan ons, dit kan alleen niet meer. We wonen in een delta. Wij moeten ons gaan aanpassen aan water.”

De waterschappen zijn van mening dat er dan ook vooral gewerkt moet gaan worden aan het waterrobuust maken van de gebouwde omgeving zélf. Zorgen dat de fundering op orde is, kelders en kruipruimten waterdicht zijn en de directe omgeving van de gebouwen geschikt maken om zoveel mogelijk water vast te houden. De waterbeheerder moet vanaf het allereerste begin bij die keuzes worden betrokken. Ook bij keuzes over op welke plekken woonwijken kunnen worden gebouwd. “We kunnen water en bodem niet meer zomaar naar onze hand zetten. Ook dat staat in het RLI-advies en voorkomt dat we massaal huizen neerzetten die over tien of twintig jaar te maken hebben met allerhande nieuwe verzakkingen of schimmelende muren”, aldus Den Hertog.

> Kijk de technische briefing terug
> Lees meer over funderingsproblematiek