Op woensdag 17 april vond er een technische briefing plaats in de Tweede Kamer. Tijdens deze sessie kwamen er verschillende partijen samen om leden van de commissie Binnenlandse Zaken te informeren over het groeiende probleem van funderingsschade naar aanleiding van het Rli-rapport dat eind februari dit jaar werd gepresenteerd. Ook onze bestuurder Erik den Hertog sprak namens de waterschappen.
Steeds meer huizen kampen met funderingsschade. Volgens het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF), ook aanwezig bij de sessie, lopen honderdduizenden woningen in ons land het risico om de komende dertig jaar met funderingsschade te maken te krijgen. Deze funderingsschade kent veel verschillende oorzaken, zoals bijvoorbeeld dalende grondwaterstanden, bodemdaling en slecht gefundeerde huizen.
Gezamenlijke aanpak funderingsproblematiek
In het rapport ‘Goed gefundeerd’ zegt de Rli onder meer dat als de overheid niet helpt om het probleem op te lossen, de maatschappelijke kosten op den duur oplopen tot ruim 50 miljard euro en waarschuwt dat dit voor maatschappelijke ontwrichting kan zorgen. Om te voorkomen dat de funderingsproblematiek ontaardt in een funderingscrisis stelt de Rli dan ook een nationale aanpak funderingsproblematiek voor.
Erik den Hertog, bestuurslid Unie van Waterschappen onderschrijft dit advies: “Als waterschappen zijn wij het helemaal eens met dit advies. Op dit moment ligt de wettelijke verantwoordelijkheid van funderingsschade bij de woningeigenaar zelf. Deze schade kan wel oplopen tot in de honderdduizenden euro’s, dit is niet iets wat iemand zomaar kan betalen. Als overheid mogen we mensen niet in de kou laten staan. Een nationale aanpak en maatwerk per regio is hierbij belangrijk. Zeker omdat de oorzaken divers zijn.”
Radicale transparantie
Naast de gezamenlijke aanpak was er tijdens de sessie ook veel aandacht voor transparantie rond het probleem. Zo benadrukte Jantine Kriens van de Rli: “Om het probleem op te lossen is het belangrijk dat het inzichtelijk wordt bij welke panden zich de problemen voordoen. Dit zorgt echter ook dat als je op dat moment eigenaar bent van het pand je de nadelen ervaart van deze transparantie. Daarom is het belangrijk om financiële en organisatorische ondersteuning voor mensen die geconfronteerd worden met de effecten van deze transparantie.” Ook de waterschappen sluiten zich aan bij dit advies. “De waterschappen pleiten al een behoorlijke tijd voor een waterlabel, net zoals een energielabel voor huizen. Het is cruciaal dat huiseigenaren weten wat er onder hun huis gebeurt. Zodat er maatregelen kunnen worden genomen als dit nodig is”, benadrukt Erik den Hertog.
Aanpassen aan het water
Dit alles is voor de waterschappen alleen niet genoeg. “Het klimaat verandert, we krijgen steeds vaker te maken met toenemende periodes van droogte en wateroverlast”, zegt Erik den Hertog. “De grenzen aan het aanpassen van het watersysteem zijn bereikt. Willen we in de toekomst ook hoofd bieden aan grote uitdagingen is meer ruimte voor water nodig. We hebben heel lang een systeem gehad waarbij water zich moest aanpassen aan ons, dit kan alleen niet meer. We wonen in een delta. Wij moeten ons gaan aanpassen aan water.”
De waterschappen zijn van mening dat er dan ook vooral gewerkt moet gaan worden aan het waterrobuust maken van de gebouwde omgeving zélf. Zorgen dat de fundering op orde is, kelders en kruipruimten waterdicht zijn en de directe omgeving van de gebouwen geschikt maken om zoveel mogelijk water vast te houden. De waterbeheerder moet vanaf het allereerste begin bij die keuzes worden betrokken. Ook bij keuzes over op welke plekken woonwijken kunnen worden gebouwd. “We kunnen water en bodem niet meer zomaar naar onze hand zetten. Ook dat staat in het RLI-advies en voorkomt dat we massaal huizen neerzetten die over tien of twintig jaar te maken hebben met allerhande nieuwe verzakkingen of schimmelende muren”, aldus Den Hertog.
> Kijk de technische briefing terug
> Lees meer over funderingsproblematiek